Cattleya

Naam, etymologie.

Cattleya, is vernoemd naar de Engelsman William Cattley die gestorven is in 1832, een orchideeën verzamelaar. Een zeer gefortuneerde Engelse koopman die een fraaie verzameling uitheemse planten bezat.

Cattleya werd in 1818 in de Z. Amerikaanse Andes ontdekt en door John Lindley in 1824 naar William Cattley in Barnet, Engeland, gestuurd. Daar bloeide ze een paar jaar later in 1824. Lindley noemde die Cattleya labiata.

Orchidaceae, orchideefamilie.

Dit is een epifyt.

Deze planten hebben 1-3 vlezige en leerachtige bladeren op de top van pseudo-bollen of schijnknollen die tot 25cm lang kunnen worden.

Nieuwe scheuten komen uit de korte wortelstok van de laatste schijnknollen en bestaat uit een enkele schijnknol met wat groene bladeren.

De bloemstengel is kort en niet vertakt.

Bloemen staan afzonderlijk of in trosjes aan de eindstandige stengel. Ze hebben een buisvormige lip met ene gefranjerde rand en verschillende vlekken en spikkels, de andere zijn smal en twee ervan zijn gefranjerd, het is de ideale orchideevorm, ze variëren in grootte van 5 tot 15cm of meer en verschijnen in alle kleuren behalve blauw en zwart. Het aantal bloemen varieert, het kan er 1 zijn, soms meer dan 10.

Het is een geslacht van meer dan 113 soorten die groeien in Tropisch Amerika en talrijk zijn ze in Brazilië en Andes gebied.

Men onderscheidt twee groepen, de eenbladige als Cattleya labiata, tweebladige als Cattleya intermedia.

Ontelbare hybriden en vormen zijn er hier van bekend.

Dit is een van de mooiste orchideeën en van groot commercieel belang. Veel import is er uit de landen van oorsprong naar Amerika en Europa. De mooie bloemen en gemakkelijke cultuur werkten dit in de hand.

Uit S. Jennings, www.BioLib.de

=Cattleya dowiana, Batem. (kapitein Dow’s) Strogele bloem met rood/purperen lip .

Uit Costa Rica en werd ontdekt door Warsxewicz en herontdekt door Arce in 1864 die planten naar Europa stuurde waar ze gekweekt werden door Veitch & Son waar ze voor het eerst bloeiden.

Queen of the Cattleyas, Dow' s Cattleya.

Uit; http://gflora.com/index.php?cmd=genus_body&genus_id=180

Cattleya aurantiaca Bateman ex Lindley. (goudgeel, oranje, sinaasappelachtig) (=Guarianthe aurantiaca) Stevige middelgrote epifyt en soms litofyt komt uit Mexico en Z. Amerika uit tropische bossen.

Draagt ovale pseudobulbs.

Daaruit komen 2 vlezige, elliptische tot ovale lancetvormige bladeren met een ronde top.

Bloeit va laat in de winter tot in het voorjaar aan een eindstandige en 16cm lange tros met 2-11 oranje bloemen. Het zijn de kleinste bloemen van dit geslacht.

Uit; https://es.wikipedia.org/wiki/Cattleya_bicolor

Cattleya bicolor Lindl. (twee kleuren)

Grote vorm, meer dan 2m. komt uit Mexico tot zuid Brazilië.

Pseudobulbs van 30-75cm lang.

Daaruit komen 2 bladeren.

Uit de schede tussen de bladeren komt de bloemstengel met 2-5 bloemen met een doorsnede van 7.5-10cm in verschillende kleuren, wat afhankelijk is van de vindplaats en hoogte.

Kelk en kroonbladeren hebben een duidelijke middennerf.

Subspecie bicolor en subspecie canastrensis, subspecie minasgeraiensis.

Uit; http://www.sallypinhey.com/cards

Cattleya bowringiana Veitch. (naar J. Bowring, Engelse orchidee liefhebber uit de 19^de eeuw.) Bowring ‘s Cattleya komt uit Guatemala waar het op stenen groeit in vochtige gebieden.

Het pseudobulbs waar 2, zelden 3, smalle ovale leerachtige donker groene bladeren komen.

Bloemen komen in de herfst aan een eindstandige of met hagende bloemstee van 25cm met een paar tot veel bloemen.

Var. coerulea met blauwachtige bloemen,

Uit; http://cattleyaorchidsource.blogspot.nl/2009/12/cattleya-gaskelliana.html

Cattleya gaskelliana Rchb.(naar William Gaskell, Engelse orchidee liefhebber uit 19^de eeuw) Middel grote epifyt uit Colombia en Venezuela.

Samengedrongen pseudobulbs met grijze schede dragen een enkele elliptisch ovale, dik blad.

Bloem komt laat in de herfst aan een eindstandige tros van 9cm lang met een paar grote geurende bloemen.

Var. coerulea is meer blauwachtig.

Cattleya intermedia, Graham. (ertussen staand)

Cilindervormige schijnknollen van 35cm lang en 5cm breed.

Aan de top ervan zitten twee 20cm lange bladeren van 5cm breed die donker groen zijn.

De 3-6 roze/rode bloemen met donker/rode lip hebben een doorsnede van 10cm komen in mei en blijven vele weken goed.

Komt uit Z. Brazilië. Is in 1824 beschreven. Intermediate Cattleya.

‘Aquinii’ heeft roze bloemdekbladeren met rood/paarse vlekken.

Subspecie orlata.

Vele vormen zijn ervan.

Intermediate cattleya.

Uit; https://www.theantiquarium.com/item/001549/james-andrews-cattleya-guatemalensis-pl-61

Cattleya x guatemalensis Moor. (uit Guatemala) Een natuurlijke hybride van Cattleya aurantica en Cattleya skinneri die in Mexico en Guatemala gevonden wordt als een epifyt.

Ruige pseudobulbs met scheden waaruit 2 elliptische bladeren komen.

Bloemen komen laat in de herfst of vroeg voorjaar aan een eindstandige tros van 14cm lang met vele, 5-10, bloemen.

Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Cattleya_guttata_var._leopoldii.jpg

Cattleya guttata Lindley. (bedroppeld, bedekt met vlekken, de bladeren en bloemen) De spotted Cattleya orchid is een epifyt die aan de kust van Brazilië groeit.

Uit de lange pseudolbulb komen 2 spreidende bladeren.

Bloemen komen in de herfst en winter aan een eindstandige 45cm lange aar met een paar tot verschillende geurende bloemen.

=Var. leopoldii. Verder is er var. leopardina en var. immaculata die niet gevlekt is. Spotted Catley orchid.

Uit J. Lindley.

=Cattleya labiata, (lipvormig) Afgeplatte en knotsvormige schijnknollen die 25cm lang en 3cm breed kunnen worden.

Aan de top ervan komt een dik en leerachtig blad van 25cm lang en 8cm breed.

Aan de 7cm lange stengels komen trosjes van tegen de 5 geurende bloemen met roze bloemdekbladeren met gegolfde rand en paars/rode, sterk geplooide lip met goud/gele keel, bloemen met een doorsnede van 12cm komen in de herfst/winter. Vele vormen zijn ervan.

Uit Brazilië is in 1818 beschreven.

Crimson Cattleya, ruby-lipped Cattleya.

Uit W. Hooker.

=Cattleya loddigesii, Lindl. (bekende Engelse kwekers van de 18^de en 19^de eeuw, fa. Loddiges) Cilindervormige en 20-30cm lange schijnknollen.

Twee grijs/groene bladeren verschijnen daarop die 10-15cm lang en 2-3cm breed zijn.

15cm lange, licht lila bloemen van 10cm groot staan met 6 stuks in een trosje, donkerpaarse lip heeft soms een geel gevlekte keel in de zomer.

Uit Brazilië, is beschreven in 1815.

Loddiges ‘Cattleya.

Uit; http://www.wikiwand.com/es/Cattleya_luteola

Cattleya luteola Lindley. (geel) Kleine vorm die als epifyt groeit in Brazilië, Peru tot Ecuador in laagland bossen.

Uit een dun kruipend rizoom komt een cilindrische pseudobulb.

Die draagt een enkele ovale tot elliptisch blad.

Bloeit in late zomer tot herfst met een eindstandige tros van 415cm met verschillende bloemen die soms geuren.

Subgenus stellata.

Uit R. Warner.

Cattleya trianae, Lindl. & Reichb. (Dr. Jernimo Triana, een botanist van Columbia uit de 19^de eeuw)

Knolvormige schijnknollen zijn afgeplat en 20-25cm lang, 2cm breed.

Een donkergroen blad van 15-25cm lang en 3-7cm breed.

10cm lange bloemstengels met 2-5, grote, licht tot paarse bloemen met gegolfde, donker karmijn/rode lip met oranje keel op het eind van de winter.

Komt uit Columbia op 1500-2000m hoogte in regenachtige bossen. Nationale bloem van Colombia.

Dr. Triana' s Cattleya, flor de mayo of may flower. Kerstorchidee naar de bloeitijd.

Planten.

Ze vragen veel licht en een vochtige, wel een circulerende omgeving, dit vanwege de vele ziektes waar ze aan onderhevig zijn. Pot ze in zeer luchtige grond, Spaghnum en boomschors. Stevig oppotten zodat de plant later niet omvalt, of de bloem aanbinden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl