Rafflesia
Over Rafflesia
Aasbloem, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit Miquel.
Naam, etymologie.
Rafflesia is zo genoemd door Dr. Joseph Arnold in 1818 naar Sir Thomas Stamfort Raffles, leider van de expeditie en gouverneur van Sumatra.
Een geslacht van vlezige en bladloze parasieten.
Ze verschijnen met een grote verzwelgende bloem met een kadaverachtige reuk.
Ongeveer 15-19 soorten komen voor in Maleisië, Z.O. Azië.
Ze hebben geen stengels, bladeren of echte wortels. Parasiteert op klimmers van het geslacht Tetrastigma. Het enigste van de plant dat gezien kan worden is de vijfbloemige bloem.
Rafflesiaceae.
Rafflesia arnoldii, R. Br. (Engelse botanist Joseph Arnold, 1782-1818) heeft de grootste bloem van alle planten, een bloem met een diameter van meer dan een meter.
Het is dan ook een parasiet die zijn voedingsstoffen betrekt van andere planten.
De bloem ligt dan ook plat op de grond, geen tak zou het kunnen dragen. Geurt zeer onaangenaam en heeft een vuile vleeskleur, wordt dan ook bestoven door aasvliegen. Bovengronds bestaat de plant alleen maar uit bloem.
Aasbloem, corpse flower.
Bloem.
Omstreeks 1820 veroorzaakte deze plant op het eiland Sumatra een grote sensatie onder de botanisten als een van de opmerkelijkste producten van het plantenrijk. Hij werd gevonden door een Indonesische gids die werkte voor Dr. Joseph Arnold. De bloem werd gevonden op een stengel van Tetrastigma. Het vormde 1 meter doorsnede en had 5 vlezige bloembladen die gevlekt waren. Het centrum was een ronde of kopachtige vorm die 12 liter water vast kon houden. Het geheel woog 7,5 kg. In jonge en ongeopende staat lijkt de bloem op een grote rode kool. De geur lijkt op rottend vlees, plaatselijke namen waren vleesbloem of lichaamsbloem, corpse flower of meat flower.
Op een enkele wortelstengel heeft men wel eens drie Rafflesia bloemen aangetroffen.
Gebruik.
Nauwelijks kan men zich voorstellen welke bijgelovige begrippen er bij het volk betreffende deze bloem te vinden zijn. De gewone man zou de plant niet kunnen vinden, dan na gebeden en gevast te hebben. De bloem wordt, met andere artikelen, tot een geneesmiddel gemaakt dat na de verlossing door de vrouwen wordt ingenomen om de baarmoeder te zuiveren. Bovendien is dit het meest gezochte afrodisiacum van de Javanen, maar alleen voor de vrouwen van de hogere klasse. De vrouw uit het volk zou het ziekte berokkenen. Men vertelt verder dat wanneer een vrouw van geringe afkomst dit middel gebruikt en dan uitgaat ze in een onzuiverheid trapt en voor immer de genegenheid van het andere geslacht verbeurd heeft.
De bloemknoppen zijn onder de naam patma sari echter vrij algemeen te verkrijgen. Ze zijn volstrekt niet zeldzaam of kostbaar. Tot het gewenste schoonheidsteken van een Javaanse maagd behoort onder andere een gewelfde buik. Om die te verkrijgen wordt haar soms, na de menstruatie, een djamoe toegediend. Tot die ingrediënten behoort de buikig afgeronde bloemknop van de rafflesia. De toediening van dit middel behoort tot de transmigratieleer.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl