Thunbergia
Over Thunbergia
Suzanne met de mooie ogen, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Een geslacht dat meestal bestaat uit lange meerjarige klimmers die bloemen in grote overvloed produceren, 2-8m, ook eenjarige.
Bladeren tegenovergesteld.
Bloemen blauw, geel, purper of wit, alleenstaand en okselstandig of in trossen.
Ongeveer 75 soorten komen voor in de tropen van de oude wereld en vooral in Afrika, Madagaskar.
Uit Magazine of botany by Paxton.
=Thunbergia alata, Bojer. (alata betekent gevleugeld, deze plant heeft pijlvormige bladeren en gevleugelde stelen.)
Het is een altijdgroene meerjarige plant maar wordt meestal als eenjarige gekweekt.
Het is een klimmertje van 150cm of langer met lange en dunne ranken.
Langwerpige/driehoekige, licht getande bladeren van 7cm lang en even breed staan aan gevleugelde stelen.
Warm oranje/gele bloemen met purper/bruin oogje van mei tot de herfst.
Ook wordt Suzanne veel gebruikt als kamerplant, hangplant.
Uit tropisch Afrika, is beschreven in 1823.
Ze zijn er in de kleuren oranje, geel of crème, zelfs wit, al dan niet met opvallend oog.
‘Alba’ is de witte vorm.
‘Aurantica’ met oranje/gele bloemen.
‘Lutea’ met licht gele bloemen.
Suzanne met de mooie ogen houdt van voedzame gronden en redelijk zonnige plaatsen. De enkele bloem bloeit maar kort maar er verschijnen massa’s bloemen wat door gaat totdat de vorst er een eind aan maakt.
Naam, etymologie.
Thunbergia is zo genoemd naar Karl Peter Thunberg, een Zweed en medicus/botanicus, een leerling van Linnaeus en Rudbeck. Hij werkte bij de O.I.C en ging naar Kaap de Goede Hoop, Nederlands Indië en Japan waar hij veel planten verzamelde. Hij werd opvolger van Linnaeus als hoogleraar te Upsala.1743-1828.
Deze klimmer heeft gele/oranje bloemen van 5cm. doorsnede met een zwart oog in de keel, vandaar Suzanne met de mooie ogen, Engelse black-eyed-Susan, Duits Schwarzäugige Susanna, Frans gueule de loup; leeuwenbek, la Suzanne aux yeux noirs.
Uit B. Maud.
=Thunbergia grandiflora Roxb. (grote bloemen) is een tot 30 m lange, windende klimplant met kantige scheuten die op den duur verhouten.
Tegenoverstaande bladeren zijn hart- of eivormig en toegespitst, vooral bij de bladvoet getand of gelobd en 7–20cm lang en 3–18cm breed met 5-7 nerven.
Grote hemelsblauwe bloemen met geel centrum staan alleen in de oksels van kleine bladeren of in hangende trossen vrijwel het hele jaar door.
Bolvormige doosvruchten van 1–2cm groot met een snavel.
Uit Z. Azië, Sikkim tot Zuid-China. Kan door de uitlopers zeer groot worden.
Grootbloemige Thunbergia, clockvine. Liane de Chine.
Uit C. Lemaire.
Thunbergia mysorensis Anderson, (Mysore, stad in Z. India) is een windende, tot 10m lange klimplant.
Tegenoverstaande bladeren zijn elliptisch tot langwerpig en 7–15cm lang en 2,5–9cm breed met 3 nerven.
Purperen opstaande bloemen die geel van binnen is en groeien aan omlaag hangende steeltjes in hangende 90cm lange trossen, geven veel nectar.
Bolvormige vrucht van 1cm met een snavel.
Uit Zuid India.
Mysore-winde, clock vine, brick & butter vine, dolls’ shoes. Liane de Mysore.
Planten.
Vermeerderen door zaad of stek.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/