Sparganium

Over Sparganium

Egelskop, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit J. Sowerby.

Sparganiaceae, egelskopfamilie. Deze familie bestaat uit overblijvende planten met gras- of rietachtig uiterlijk.

De bloemen staan dicht opeen in bolronde hoofdjes, onderaan staan de vrouwelijke en bovenaan de manlijke bloemen.

Het zijn moeras- en waterplanten.

Sparganium.

Een geslacht van moeras- of waterplanten.

Kruidachtige planten met een kruipende wortelstok.

Lisvormige bladeren die opgaand zijn of drijven.

De bloemen zijn groenachtig en onopvallend, wel vallen de gestekelde vruchten op.

De bladeren en bloemen verheffen zich boven het water of drijven erop, 20-350cm.

Ongeveer 20 soorten komen voor in de gematigde tot wat koudere gebieden van het noordelijk halfrond en in Australië.

Het geslacht is nauw verwant met Typha, maar heeft de bloemen in bolvormige hoofden in plaats van aren.

=Sparganium angustifolium Michx. (smalbladig) is een vaste plant met wortelstokken van 10-100cmhoog.

Meestal 2-6mm brede, platbolle, meestal drijvende bladeren die aan de onderzijde gekield zijn.

Mannelijke hoofdjes zitten dicht bij elaar-1-3 stuks, zodat het één hoofdje lijkt. Witgele tot groenachtige vrouwelijk bloemen zitten in twee tot drie hoofdjes onder de mannelijke bloemen.

Rode tot bruinachtige vrucht is een 3-5,5mm lang, eirond, gesnaveld nootje.

Groeit in veenplassen en vennen op het Noordelijk halfrond.

Naam.

Drijvende egelskop, Duits Schmalblättriger Igelkolben, Engels floating bur-reed, Frans rubanier à feuilles étroites.

Uit G. Oeder.

=Sparganium emersum, Rhemann. (drijvend)(Sparganium simplex, Huds. (onvertakt)

Bladen zijn driehoekig aan de basis en hun zijden plat.

Draagt in juli en augustus ronde hoofdjes van licht gele bloemen.

Meerjarig met niet vertakte stengels.

Is ongeveer 60cm lang en helemaal kleiner dan de volgende, ook de bloemstengel is niet vertakt.

Uit N. Halfrond.

Naam.

Kleine onvertakte egelskop, Fries lytse dukel, Engelse unbranched upright bur-reed, Duitse einfach Igelskolben, Frans rubanier simple.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

=Sparganium erectum, L. (opgaand) (Sparganium ramosum, Huds. (sterk vertakt)

Het blad is driekantig aan de basis.

Bloemstengels zijn stevig en vertakt, rond een meter hoog.

Meerjarig.

Wortel kan gegeten worden.

De grote, vertakte egelskop staat bij de rivierstromingen met zijn gouden lokken van rijpe meeldraden boven en zilver getipte stekels beneden de bollen. Het goud en zilver glanst tussen de zwaarden van groen. Het geheel begeleidt een glanzend gepolijste stengel met een achtergrond van weelderige bladgroei in juli/augustus.

Uit Eurazië en N. Afrika.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘De eerste soort van dit gewas noemen we in onze taal eigenlijk rietgras, in het Latijn Platanaria sive Butomon en de andere Platanaria altera, dat is tweede rietgras, de naam Platanaria is hun beide algemeen die hun gegeven is (en vooral de eerste soort) naar de gedaante van de vruchten die op de bolletjes van de boom Platanus lijken. In het Latijn Gramen arundinaceum, in het Grieks Calamagrostis. Het schijnt nochtans niet die soort van Gramen arundinaceum te wezen die, als Dioscorides zegt, in het landschap van Babylonië langs de wegen groeit en de paarden, ossen en andere beesten die er van eten ter dood brengt en laat sterven’.

Duits Grasrietkraut of Grasrinde.

Dodonaeus (b) ‘Dan, naar mijn mening, zo zal dit ons rietgras of Platanaria meer gemeenschap met het Butomon hebben waarvan Theophrastus in zijn eerste en ook in zijn vierde boek dikwijls vermaant en waarvan hij zegt dat het in broekachtige plaatsen groeit en vele hoekige bladeren heeft die van Cyperus of riet gelijk en daarna een gelijke en alleszins eenparige of effen steel voort te brengen en daarop een zwarte vrucht die dichtbij die van Sida van grootte komt welk Sida een kruid is dat in de broekachtige plaatsen veel groeit en een hoofd voortbrengt als een heulbol, zo dezelfde Theophrastus betuigt in zijn vierde boek. Van dit Butomon vermaant Democritus bij Cassius Dionysus (2.lib. Geoponicon) wanneer hij zegt dat het bladeren heeft als Cyperus of wilde galigaan die zeer graag van de koeien gegeten worden waarvan dat het de naam behouden heeft, als Ruellius betuigt. Dan in het Griekse boek staat een woord geschreven, maar men moet daar in plaats het ander woord stellen omdat dit gewas op de wilde galigaan van bladeren lijkt. De naam Boutomos is te zeggen zeer snijdend, als Lobel betuigt, hoewel dat Ruellius dat anders schijnt uit te leggen. Want voorwaar dit driekantig snijdend gewas zou naar onze mening de koeien eerder schadelijk vallen dan voor voedsel strekken. Sommige geven de naam Butomon Theophrasti dat geel lis dat in het water groeit. Maar andere schijnen dit tegenwoordig kruid in onze taal ook duyckeren te willen noemen. Butomus betekent dan ook zeer snijdend.

Sommige houden dit kruid voor de echte Carex van de ouders en andere voor de Phleos van Theophrastus´.

(c) Sparganium komt van het Grieks sparganion: windsel of lint, door kuipers werd het als bindmateriaal gebruikt, Frans ruban d’eau: waterlint of rubanier.

Bij Apuleius, die de plant gebruikte tegen zweren die in het lichaam groeien, wordt het kruid Herba Xision genoemd.

(d) Ook komt de naam fasganion voor, dit is afgeleid van het Griekse phasganion: zwaardgladiool. Degenkraut bij Cordus, Schwertelried.

(e) Bij ons heet het, naar de zaden, egelskop, Fries grutte dukel, Duits Igelkolben, Engels knop-sedge, branched bur-reed of bur-reed, zaden lijken wat op ruige knotsen, burres, van de plataan, zie Lappa en Carex. Frans rubanier d’eau.

(f) Driehoekige lis, knoplissen of waterlis, Duits Ästiger Igelskolben, Lieschkolben. Vruchten worden als spelletje in het water gegooid en vandaar duikers, dukers, duul en duil. (zie Typha)

Candelaeren en waterlisch bij Junius, Duits Pecken.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Aangezien ze zeggen dat de wortel daarvan goed is met wijn ingenomen tegen de beten of steken van de slangen heeft Dodonaeus in het voorgaande kapittel van de wortel van waterlis uit Dioscorides beschreven. Dan sommige verzekeren dat de ronde bolletjes van dit gewas die wat drogend, smets en tezamen trekkend van smaak zijn in wijn gekookt dezelfde kracht tegen allerhande vergiftige steken en kwetsingen hebben als men die wijn inneemt en de wonden daarmee wast’.

Uit; https://nl.wikipedia.org/wiki/Kleinste_egelskop

Sparganium natans L. (drijvend of zwemmend) meerjarige waterplant van 10-100cm hoog.

Stengels zweven in het water of staan rechtop.

Drijvende bladeren zijn lintvormig en doorschijnend, 50cm lang en 2-6mm breed.

Witgele bloemhoofdjes in de oksels van de schutbladen.

Groeit in de gematigde streken van het Noordelijk Halfrond.

Kleinste egelskop, Fries sukelpjut, least burreed, Zwerg Igelkolben, rubanier nain.

Planten.

De schoonheid van deze planten licht vaak in de massa van elke plant apart, dan wel gemengd met andere planten.

Zaad eerst 3 weken 22 graden geven, dan 6 weken o graden en zaaien bij 10 graden. Zaaien onder een laagje water van 1cm.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl