Sarracenia
Over Sarracenia
Trompetbekerplant, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit C. Millspaugh.
Dit geslacht van 9 soorten wordt gevonden in vochtige en moerassige gronden van de kustgebieden van Oost en Noord-Amerika.
Ze groeien van Atlantisch N. Amerika, Newfoundland tot Florida.
Het zijn stengelloze en meerjarige kruiden.
Allen produceren 3 tot 8 vangbladen in het voorjaar. Als ze in zonnige plaatsen groeien worden de bladen vaak rijk geblokt met rood of wit en soms wordt het gehele blad met een donker rood/purperen gloed overtrokken. Mosquito’s broeden in het water en andere insecten vreten van de wortels.
Sarraceniaceae, flessenbladfamilie.
Sarracenia purpurea, L. (purper) heeft gevlekte kokers, alsof ze besmet zijn met pokken. Het is opvallend dat de Indianen de kokers gebruikten ter genezing van die pokken.
Dit is de meest wijdverspreide soort en komt noordelijker en is de meest koude tolerante soort, van Florida en Alabama tot Labrador en Minnesota. De anderen verschijnen van zuidelijk Virginia tot Florida en oostelijk Texas.
Er zijn nu talrijke hybriden.
Naam, etymologie.
(a) Sarracenia is zo genoemd ter ere van een geneesheer van Québec, Michel Sarrazin, 1659-1736, die planten stuurde naar de Franse botanicus Tournefort.
(b) De bloemstengel draagt 1, 2 of meer bloemen. De stamper is opvallend en heeft de vorm van een open paraplu of vioolachtig.
Side-saddle flower wordt het genoemd omdat de meeldraden naar beneden hangen langs de bloembodem als een damesbeen in rijkleding die losjes van een side-saddle hangt.
(c) Indian cup. N. American pitcher flower, Duits Rote Schlauchpflanze.
(d) Behalve smalle en lintvormige bladeren heeft het gewas in het hoogseizoen trompetvormige bekers met omhoog gerichte deksels, vandaar namen als soldier’s drinking cup, devils boots, forefathers cup, huntsmans cup en trumpets of trumpet leaf, trompettenblad, trompetbekerplant.
Deze zijn bij Sarracania soorten zeer verschillend van grootte, bouw en kleur. De bovenkant is vaak grillig gevormd en aantrekkelijk gekleurd. Hier komen de insecten op af. Komen de insecten dichterbij dan vallen de druppels vloeistof langs de rand van het deksel op. Behalve de zoete geur van de druppels zouden in de bekers van sommigen een alkaloïde gevormd worden die meehelpt om de insecten in de val te lokken.
Sarracenia flava uit Curtis.
Historie.
De eerst bekende tekening van deze plant stamt uit 1576 van S. minor bij Lobel in zijn Stirpium Adversaria Nova. Clusius tekende en beschreef het gewas in 1601 en noemde het Limonium peregrinum. In zijn “New Engeland’ s Rarities, 1672, gaf Joselyn afbeeldingen van wat hij Hollow Leaved Lavender noemt. Hier werd het kruid als volgt beschreven: “Het is een plant die in de zoetmoerassen overgroeit wordt met mos, met 1 rechte stengel ter grootte van haverstro en meer dan een cubit hoog en op de top staat een fantastische bloem. De bladen groeien dicht bij de wortel, zijn hol, taai en altijd gevuld met water. De wortel is gemaakt van vele kleine vezels. Het plantje groeit alleen in het mos en niet in de aarde. De hele plant komt tot perfectie in augustus en heeft dan de bladeren, stengels en bloemen zo rood als bloed, behalve de bloem wat soms met geel gemengd is. Ik vraag me af waarom de kennis van deze plant voor een veertig jaar slapende gehouden is”.
In het boek ‘Travels through North and South Carolina and Florida’ beschrijft W. Bartram in 1791 de schoonheid van bloeiende Sarracania soorten in de wildernis en hun eigenaardige gebouwde buisvormige bladkruiken.
Planten.
Het plantje werd op hoogveen in Thüringen met succes gekweekt.
Vermeerderen door zaaien, zaad eerst 3 weken 20 graden geven, dan 6 weken –2 en zaaien bij 7 graden, kan na 2 jaar nog wel opkomen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl