Sophronitis
Over Sophronitis
Orchidee, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Laelia, nauw verwant, is een nuttige en attractieve groep die meestal grote en opvallende bloemen dragen.
De bloemen zijn alleenstaand of komen met zijn tween tot veelbloemige trossen die aan de top van een of tweebladige schijnknollen verschijnen. Bloemen zijn vrij vlak uitgespreid en hebben een 3lobbige lip.
Epifyten of lithophyten die 1-2 leerachtige bladeren geven met een duidelijke hoofdnerf .
Dit geslacht is nauw verwant aan Cattleya.
Naam, etymologie.
Sophronitis, Grieks sophros; bescheiden.
Komt met 7 soorten voor aan de zeekust van Mexico, Guatemala en Z. Brazili. Een soort, Neocogniauxia monophylla Schlt. (1 bladig) (Laelia monophylla) wordt gevonden in Jamaica.
In hun thuisland worden ze vaak gevonden klimmend op kale rotsen en bomen waar ze blootgesteld staan aan de volle tropenzon en in het natte seizoen de dagelijkse stortregens. Sommige soorten groeien op zeer hoge hoogtes.
=22. Uit S. Jennings, www.BioLib.de.
Sophronitis purpurata Vanden Berg & Chase. (purperachtig) (=Cattleya purpurata) (Laelia purpurata, Lindl. & Paxt.) is een van de grootste uit deze groep.
Slanke tot knotsvormige, tot 60cm grote schijnknollen met op het eind een dik, leerachtig, tongvormig, 30-60cm lang blad en 6cm breed.
Uit de basis van het blad ontwikkelt zich de bloemschede van 30cm hoog waaruit een bloemstengel met 3-7 bloemen komt. Bleke tot witte bloembladeren met gegolfde randen en buisvormige, over verbrede lip in mei, 18cm groot en geurend, klokvormige lip is licht paars, gele keel met violette strepen in juni-juli.
Is afkomstig en nationale bloem van Braziliƫ.
26. uit commons.wikimedia.org
Sophronitis cinnabarina Vanden Berg & Chase. (cinnaber of kaneelkleurig) (=Laelia cinnabarina, Batem.) De cilindervormige schijnknollen zijn 15cm lang en roodachtig/groen.
Daaruit komen 1-2 bladeren van 25cm lang en 2-3cm breed.
Rechtop groeiende bloemstengel van 25cm lang met 5-15 bloemen.
Lichtoranje bloembladeren en donker oranje geaderde lip in de winter.
Uit Braziliƫ is beschreven in 1836.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl