Kalopanax

Naam, etymologie.

Kalopanax, Grieks kalos: mooi, panax een panaceae of alles genezend, vergelijk ginseng.

Struiken of bomen met gestekelde twijgen en takken Bladeren staan verspreid en handvormig gelobd of 3-5tallig. Bloemen staan in eindstandige hoofdjes o schermen en die zijn in trossen verenigd, bloemen 5tallig, zelden met 4 kroonbladen, 2-4 stijlen of 1 stijl die aan de top 2delig is, vruchtbeginsel 2hokkig.

Vrucht is rond of samengedrukt.

1 soort.

Araliaceae. Klimopfamilie.

Uit Curtis botanical magazine.

Kalopanax septemlobus, Koidz. (met 7 lobben) ( Panax ricinifolius (blad als Ricinus)

Knopen zijn eirond met rood/bruine knopschubben.

Bladstelen zijn soms tot 50cm lang.

Bladeren zijn 10-35cm in diameter en bijna rond, 5-7lobbig met insnijdingen tot op een derde van het blad en zelden tot op de helft, spitse top, gezaagd met afstaande tanden, glanzend donkergroen en van onderen lichter.

Twijgen met breed en geel/wit merg die regelmatig met aan de voet verbrede stekels zijn bezet.

Bloeit in augustus/september met kleine witte bloemen in eindstandige hoofdjes die samen een 20-50cm breed worden.

Vruchten zijn platrond en 4-6mm in diameter, blauw/zwart met blijvende stijlresten.

Komt uit China/Japen en Korea en wordt 30m hoog.

Een kleine boom of hoge struik hier die in China vermelde hoogte bereikt met een stamomtrek van 3-4m.

Stekelboom, prickly castor oil tree, Duits Baumaralie als sierplant en medisch als Baumkraftwurz, met het hout naar dat van Sen(baum) wordt ook van Senesche gesproken. Gebruikt als meubelhout en muziekhout in Japan, snijwerk, wordt daar harigiri genoemd.

Var. maximowiczii Hand. (Carl Ivanovitsj Maximowicz, Russische botanicus, 1827-1891) komt voor als hoge struik of kleine boom en wijkt van de soort af door de diep handvormige gelobde bladeren. Die variatie blijft steeds en is niet aan geografische streken verbonden zodat het niet meer als variëteit gezien wordt.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl