Utricularia

Over Utricularia

Blaasjeskruid, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Een geslacht van een 220 water- en aardplanten die over de gehele wereld verspreid zijn in natte en vochtige plaatsen.

Bloemen zijn zo teer dat ze het verzamelen nauwelijks overleven.

De flesjes hebben een klepachtige deur en hierdoor komen waterdieren naar binnen die op zoek zijn naar voedsel of die aan andere creaturen trachten te ontsnappen.

De blaasjes zijn het talrijkst bij soorten die in stilstaand water drijven. Er zijn minder blaasjes bij de moeras bewonende soorten. De aardeplanten hebben kleine, vervormde en waardeloze blaasjes. Die vormen daaruit vaak kleine knolletjes waarmee ze zich verspreiden. De meeste soorten worden niet groter dan 30cm, sommigen worden 130cm.

Zoals bekend vormen bromelia’s water in de oksels van de bladeren en vaak ook in het hart. Deze bromelia’s zijn epifyt achtig, ze groeien op hoge bomen van de vochtige jungle. In deze kleine watertjes, van de bromelia’s, Vriesea ‘ s en andere bromeliavormen, leven sommige Utricularia’ s met volledig geopende en ontwikkelde blaasjes. Bij tijd en wijle zenden ze een lange “voeler” of klimachtige scheut eropuit om andere bromelia’s te vinden zodat er weer een nieuwe kolonie gevormd kan worden. Lentibulariaceae. Zie Pinguicula.

Uit Curtis botanical magazine.

Sommige opvallende soorten worden gelijk met tropische orchideeën gekweekt als =Utricularia endressii, (Duitse botanist A. R. Endres die de eerste plant verzamelde en naar Reichenbach stuurde) een tropische epifyt uit Panama.

Zo ook;

Uit Curtis botanical magazine.

Utricularia longifolia, (langbladig) groeit op aarde of op stenen. Komt uit Brazilië.

Grote donker purperen bloemen met een geel centrum. Wordt in pot geteeld

Subgenus Utricularia, sectie Utricularia.

Uit www.undp-dr.org

Utricularia bremii, Heer ex Kolliker, 1830, (Duitse entomoloog Johann Jacob Bremi-Wolf, 1791-1857)) is een wortelloze en vaak drijvende meerjarige plant die door spruiten aan de grond bevestigd is.

De ondergrondse spruiten zijn 25-60mm lang en zonder chlorofyl met 1-8 vallen en zeer sterk gereduceerde bladeren, de spruiten in het water zijn 60cm lang met talrijke eivormige bladeren van 2cm lang.

Bloeit laat zodat het zaad niet rijp wordt en vermeerdert zich hoofdzakelijk door deling.

Komt uit Europa tot de Oekraïne.

Bremis Wasserschlauch. Zierlicher Wasserschlauch.

Uit; https://www.flickr.com/photos/45908965@N03/6315609455

Utricularia graminifolia Vahl. (met blad als gras) meerjarige insect etende plant.

Grasachtige bladeren van 2-8cm hoog. Geschikte aquarium plant voor de voorgrond

Uit Azië, moerassen, natte gronden, half onder water.

Grasblattriger Wasserschlauch.

Uit J. Sowerby.

Utricularia intermedia, Hayne. (Er tussenin)

Bladen zijn driemaal gedeeld, lijnvormig en gevorkt.

Een kleinere plant dan de gewone.

De licht gele bloemen hebben een kortere spoor en minder bloemen die aan kortere stengels staan, 5cm. De bloei is in juli, maar de plant bloeit zelden.

Meerjarige uit N. Amerika en Eurazië.

Naam.

Middelste of plat blaasjeskruid, Engels intermediate bladderwort. Mittlerer Wasserschlauch, Utriculaire intermediaire.

Uit G. Oeder.

Utricularia minor, L.(kleinste) is een plantje van 10-50cm groot.

Bladen zijn ingesneden tot gevorkte deelblaadjes, alles zeer zacht en fijn.

Het is een kleinere, maar sterkere plant dan de vorige.

Draagt in juni tot september kleine gele bloemen met nauwelijks een spoor.

Meerjarige uit N. Amerika en Eurazië.

Naam.

Klein blaasjeskruid, Engelse lesser of small bladderwort, Duits kleine Wasserhelm, Kleiner Wasserschlauch, Frans petite utriculaire.

Uit J. Sturm.

=Utricularia vulgaris, L. (gewoon) groeit vrij in het water zonder wortels.

De fijne en geveerde bladeren zitten onder water en aan de loten bevinden zich de blaasjes, die wel wat op watervlooien lijken, zelfs de sprieten zitten eraan, tussen de haren bevindt zich een kleverige massa waar de watervlooien op afkomen. De blaasjes zijn met een soort klepje afgesloten, waarachter onderdruk heerst. Wanneer de haren nu door een insect aangeraakt worden, springt het klepje open en wordt het insect naar binnen gezogen. Door de tegenstroom wordt het klepje dan weer gesloten. Bij microscopisch onderzoek heeft men wel eens 50 000 waterdiertjes in de blaasjes van 1 plant aangetroffen. Ook heeft men eens waargenomen dat in anderhalf uur tijd 12 watervlooien werden gevangen. Zelfs kleine visjes werden gevangen, hoewel die te groot zijn voor de blaasjes, ze deden dat met twee blaasjes tegelijk, de een de kop en de ander de staart.

De stuifmeeldraden zijn prikkelbaar, bij aanraken krimpen ze in elkaar.

Bloeit in augustus en dan steekt de bloem boven het water uit, mooi geel en van binnen iets oranje. Aan het blad en scheuten zitten vele membraanachtige bladeren die groen, purper of roze van kleur zijn. Die zijn eerst gevuld met water, tijdens de bloeitijd ontsnapt het water en worden ze met lucht gevuld zodat de ze lichter worden en de bloem boven het water brengen. Na de bloei zijn ze niet meer nodig, er komt water in zodat de zaadknop omlaag komt en bij rijpheid zijn zaad kan zaaien in de modder.

Meerjarig en komt voor in voedselrijke en stilstaande wateren door geheel Europa, noordelijk tot 70ste graad N. B, maar door de waterverontreiniging wordt dit steeds minder, gematigde streken van Azië en N. Afrika.

Naam, etymologie.

(a) Utricularia, het Latijnse utriculus betekent een klein leren blaasje of waterflesje, dit naar de smalle blaasjes van de plant.

Blaasjeskruid, Duitse Gewöhnliche Wasserschläuch, Slauche is een leren zak of blaas, Wasserhelm, Engelse bladderwort.

(b) Engels hooded water milfoil, de duizendbladige blaadjes, Frans millefeuille des marais en l’utriculaire, Deens vandrollike, Noors vassrollike.

Sectie Orchidioides.

Uit www.sarracenia.com

Utricularia nelumbifolia, Gardner. (Nelumbo-machtig blad) komt uit Brazilië.

Dit is een plant met ronde bladen die op Lysimachia nummularia lijkt.

Ofschoon het een waterplant is groeit het plantje op bomen, de bomen van de vochtige wouden, waar de stengels verward kunnen raken met Tillandsia die ze aan zich vastbindt.

Uit Brazilië.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/