Alcea

Over Alcea

Stokroos, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Alcea.html

Een geslacht van lange een-, twee- of meerjarige kruiden. Ongeveer 50-60 soorten komen voor in de gematigde streken van de wereld tot centraal Azië.

Het zijn tweejarig of kortlevende planten die tot 3.5m. groot kunnen worden, palmachtig gelobde bladeren en vele bloemen, roze en geel in de wilde soorten aan een opgaande stengel.

Malvaceae, kaasjeskruidfamilie.

Uit the garden.

=Alcea ficifolia Cav. (vijgenbladachtig) Mooi gevormde en sterk 5-7lobbige, behaarde bladeren.

Grote en prachtig zwavel/gele bloemen met lancetvormige, spitse kelkblaadjes in juli/september

Een stevige opstaande en ruig behaarde stengel. De plant is mogelijk wat meer vertakt, in ieder geval beter bestand tegen roest en kan langer over blijven, soms diverse jaren.

Er zijn witbloeiende en violetkleurige bloemen van, ook onbehaarde.

De vijgenbladstokroos komt uit Armenië, Taurus, Kaukasus en N. Perzië en wordt 150-200cm hoog.

Engelse Antwerp hollyhock. Vijgenbladstokroos.

Uit Fuchs.

Alcea rosea, L. (roze) Vormt het eerste jaar een bladrozet en het tweede jaar een 1,50 tot 3 meter hoge stevige, opstaande en zacht behaarde stengels. Lang gesteelde, hartvormige, hoekige en zwak 5-7lobbige bladeren met viltig behaarde achterkant.

Lange en stijve, aarvormige trossen van grote roze bloemen met driehoekige, spitse kelkblaadjes in juli/september.

Tegenwoordig zijn er ook eenjarige stokrozen te verkrijgen, hoewel een tweejarige een echte stok krijgen.

Bloemen zijn er in vele kleuren, vooral in wit en roze tot rood, enkele zowel als dubbele.

De stokroos is oorspronkelijk afkomstig uit de Oriënt. In China heet de plant kյi en wordt gebruikt vanwege zijn slijmerigheid. Het wordt gekookt in de zevende maand.

Lyrisch.

In mei staan er aan ieder plantje een stuk of tien grote heldergroene bladeren die nog steeds laag bij de grond staan maar zich al meer en meer uitspreiden. Op het eind van juni begint zich in het midden een groene kegel te vormen en zachtjes aan verheft die zich en vertoont zich als een dikke en dichte aar die bezet is met een groot aantal bloemknoppen. Het puntje van de aar is nog zachtjes omgebogen en naarmate de aar zich ontwikkelt verheft de stengel zich langzaamaan. De stok wordt nu vaak opgebonden wat de plant dat stijve geeft. Toch geeft de eigen stok kracht en sterkte en is houtig genoeg om de plant te steunen. De stok wordt nu verbreed door de naderende bloei. De knoppen die zich eerst dicht tegen de stengel aangedrukt hebben verwijderen zich ervan met een lichte kromming. Onder de onderste knoppen ontplooit zich ondertussen een blad dat ook aan de versiering van de plant meewerkt. Eindelijk openen zich de bloemen en de vijf blaadjes zijn zo dicht aaneengegroeid dat ze een klokje schijnen te vormen.

De stokroos leeft op grote voet. Prachtig grote bloemen worden getoond met een heerlijk glanzende en wasachtige stof, zoals alle Malva’s bezitten, met een mooi ornamentaal pluimpje van meeldraden. Fantastisch hoge stengels en overal staan tussen de hartvormige bladeren de grote bloemen, ze hebben iets openhartigs en vertrouwelijk staan ze op alle ooghoogte naar alle kanten open.

De 6-10cm brede bloemen staan alleen op het bovenste deel van de stengel van de naar de top toe steeds kleiner wordende bladeren. Met zijn tweeën of vieren staan ze in de oksels.

Vormen.

Kruisingen, waaruit hybriden zijn ontstaan, zijn vooral verricht door Engelse kwekers. In de 16de eeuw kwam de stokroos naar Engeland waar een schoenmaker die verbeterde en in 1850 had vrijwel elke Engelse tuin een verzameling van stokrozen. Ze zijn er in vrijwel elke zachte kleur en vaak in het centrum met een andere kleur.

Er zijn enkele en gevulde en zogenaamde keizerstokrozen met zeer grote en halfgevulde bloemen alsof er twee in elkaar zitten. Verder de zogenaamde ‘Chatersen’, een zeer mooie vorm met regelmatige bouw waar de stengel dicht bezet is met bloemen. ‘Chater’s Extra dubbele’ is een gemengd mengsel. Ook zijn er nog gekroesde stokrozen.

Het is altijd een plant geweest voor muren zodat je van een afstand kon zien dat er mooie stokrozen stonden en ze hun schoonheid konden uitspreiden. ‘Nigra’, is de bekende, vrijwel zwarte vorm.

Alcea x cultorum Bergmans (gekweekt) = kruising tussen rosea x filicifolia en wordt 150-300cm hoog

Een dikke en stevig opstaande stengel.

De bladvorm verschilt naar gelang de invloed van de ouderplanten.

De zeer grote bloemen variëren van roze, rood, purper, lila zalm/roze, geel en wit. Verder zijn er met gevlekte, gekrulde en gekartelde bloembladen, enkele als dubbele stokrozen.

In verband met de samenstelling van de kleuren en grootte van de bloemen kregen ze afzonderlijke namen als ‘Allengeny Mammoth, ‘Chater’s strain’, ‘Begoniabloemig’, ‘American fringed, ‘’Sutton’s Price’, etc. Al die afwijkingen komen niet zuiver uit zaad terug en steeds zijn er weer andere vormen of kleuren bij.

‘Sibthorpii’, (is zo genoemd naar John Sibthorp, Engelse botanicus) verschilt door de diep 7lobbige bladeren waarvan de bovenste drielobbig zijn en spiesvormig.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Men noemt deze soort gewoonlijk met de naam van haar bloemen winter-roosen en herfst-roosen, van sommige Rosa ultramarina en Rosa hyemalis, te weten diegene die enkele bloemen heeft enkele winterrozen en de andere dubbele winterrozen, in het Latijn Malva hortensis multiplico flore. En dit is die roos die Plinius in het 4de kapittel van zijn 21ste boek zegt uit een maluweachtige stam te spruiten en moesachtige bladeren heeft die sommige Moseceuroa noemen. De Hoogduitsers noemen het Garten Pappeln, Herbstrosz en Ehrnrosz. De bloemen van deze tamme maluwe wordt winterrozen genoemd omdat ze op de roos van gedaante, maar niet van reuk, lijkt en omdat ze zeer laat bloeit en dikwijls op het eind van augustus’.

Stokroos is zo genoemd naar de roosachtige bloemen, Franse rose-tremiere, passe-rose en la rose dկutre mer, Bock noemt ze Ernterosen omdat ze met oogst bloeien. Vanwege zijn groei ook wel stangeblom of stangenrose, Duitse Pappelrose of Stockrose.

Dodonaeus (b) ‘Dan tot verschil van de andere mag men ze tamme maluwe noemen en in het Grieks eigenlijk Malache en in het Latijn Malva, maar tot onderscheidt van de wilde Malache cepeute en in het Latijn Malva hortensis, de Fransen malve de jardin of cultivee. Engelse rosemallow, Duitse Baummalve. In Italiaans is het en malva rosa, Duits Schwarze Malve, vooral de zwarte werd gebruikt om te kleuren’.

Dodonaeus;’In het Engels heet holy hocke.’ In het Engels hollyhock en holy hoke in Duits Stockmalve die altijd in stock, (voorraad) gehouden werd door herbaristen of Halsrose’. Het is niet zeker of de stokroos in de oudheid bekend was, de eerste vermeldingen vinden we in de 15de eeuw. Mogelijk werd op Althaea officinalis gedoeld die heilig was als een gezegend kruid, holy + hock, in oud-Engels hocc.

Bartholomeus, 1525, vermeldt: ‘He that is balmed with the juice of the hoch (=hollyhock), meddled with oil may not be grieved with stinging bees’. Toen de Chinese Alcea rosea arriveerde in de 16de eeuw kreeg het in Engeland door Turner, 1548, de oude naam holyoke, dit werd tot holyhocke en nu hollyhock.

Dodonaeus (d) ‘Bij de bastaard of oneigen namen die in de boeken van Dioscorides staan wordt de maluwe met de volgende namen ook genoemd, te weten van Pythagoras Anthema, van Zoroastres Diadesina, van de Egyptenaren Chocortes en van andere Aegos splen of Oura myos, dat is in het Latijn Caprae splen en Urina muris’

De enkele en dubbele winterrozen komen van hetzelfde zaad voort want, als Lobel betuigt, het zaad van de onderste dubbele bloemen die aan de steel gestaan hebben brengt gewoonlijk enkele bloemen voort, maar de opperste dubbel bloemen. Hij noemt ze in het Latijn Malva Rosea fruticosa en twijfelt of ze de Anadendromalache van Galenus is. De dubbele noemt hij Malva Rosea multiplex. Sommige noemen ze Malache cepaea en Malva sativa, in Itali Malva maggiore en malvoire dյn gambo solo. Men noemt ze ook hof maluwe en in het Latijn Malva Romana en soms ook, maar oneigenlijk, Bismalva’

(e) Alcea, Grieks alke: hulp, een geneesplant. Italiaans Alcea vossa.

Gebruik.

Men gebruikte het vroeger zo. (Dodonaeus) ‘De rode wijn daar deze bloemen en vooral de rode in gekookt zijn stopt de onmatige vloed van de maandstonden als er enige andere dingen die dezelfde kracht hebben erbij gedaan worden.

De bladeren, wortels en zaden van dit kruid vermogen al hetzelfde dat men met die van de wilde maluwe kan doen die vaker en meer gebruikt worden dan deze tamme.’.

De bloemen van donkere soorten, als ze zich geopend hebben, worden voorzichtig van de stengel afgehaald en gedroogd, hierna zijn ze geheel zwart. Die zijn geheel reukloos en hebben een slijmachtig en zwak tezamen trekkende smaak en verven het speeksel blauw. Ze worden gebruikt als een slijmmiddel bij hoesten en bij ziektes van de ademhalingswegen. De stokroos heeft vrijwel dezelfde medische eigenschappen als Malva en wordt gebruikt bij gorgeldranken, keelontstekingen en tegen aambeien als kompres.

Het meest werd het gewas gebruikt als levensmiddelenkleurstof, vooral voor het verven van thee en wijnen. In wijngebieden werd het gewas hiertoe aangebouwd. Resten van Alcea zijn gevonden in een Neanderthaler graf te Shanidar. Een gestileerde, symmetrische stylized, symmetrische stokroos is het zegel van de Tokugawa familie in Japan en wordt vaak verwezen als een era in Japanse historie toen de familie het land regeerde. Ook bekend is het karakter ԁoi no Ue (of ԁwoi no Uyeլ Ԍady hollyhockթ uit de taal van Genji.

Folklore.

Plinius vertaler Holland vertelt als een man en vrouw elke dag een beetje sap van welke mallow dan ook nemen zullen ze vrij zijn van ziektes ‘und live in perfect health’. Dat is mooi, heel mooi.

Symbool van vruchtbaarheid.

De witte gold als symbool van vrouwelijke ambitie.

Planten.

Zaai ze halfweg mei ter plaatse of in een zaaibakje. Verplanten op een wat luwe en warme plaats zodat een zo groot mogelijk rozet ontstaat. Zet het volgende jaar er een stok bij anders kunnen ze om vallen. Ze houden van voedsel, warmte en wat droge grond in de winter. Plant ze in enkele kleuren, dan vallen ze meer op. Ze kunnen enorm goed tegen hete zon en zijn zeer droogteresistent.

De eenjarige stokrozen worden al in maart gezaaid en halfweg mei buiten geplant, in juli kunnen ze al beginnen te bloeien op stengels van een meter, anderhalve meter hoog.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl