Erigeron

Over Erigeron

Fijnstraal, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Deze soorten lijken wat op asters maar bloeien een paar maanden eerder. Bij Erigeron bevatten de bloemhoofdjes smal lijnvormige straalbloemen in meer rijen terwijl de omwindselblaadjes ongeveer even lang zijn, zeer smal en in 1 of 2 rijen geplaatst. Bij asters zijn de straalbloemen breder, lintvormig en in 1 rij geplaatst terwijl de omwindselblaadjes breder en allen niet even lang zijn en in 2 tot 5 rijen zijn geplaatst.

Vaak zijn ze wat lager, tot 60cm, en hebben smalle bloemblaadjes die meer lintvormig zijn, of hebben geen straalbloemen. Meestal zijn ze roze, violet tot purper en zelden crème kleurig of wit. 1 soort heeft prachtige oranje bloemen. Sommigen zijn bladhoudend.

200-400 soorten komen in dit geslacht voor die over de wereld verdeeld zijn en vooral in gematigde en bergzones, de meeste in N. Amerika, 173 soorten.

De tuinvormen zijn vrijwel allen meerjarig.

Asteraceae. Aster klasse.

=Erigeron acer, L. (scherp) (Erigeron acris) De bladen zijn smal, lancetvormig en spreidend.

Twijgen staan afwisselend en worden 30-50cm hoog. De hele plant voelt ruig aan.

Heeft grotere lila-achtige bloemen die bijna allen boven in de plant zitten, een geel hart en later rossig pluis in juli/augustus.

Het vlokruid is een tweejarige.

Is minder algemeen dan de Canadese en wordt niet zo hoog.

Komt voor op rivier- en zeeduinen, krijthellingen, in heide op leem.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a)'Dit kruid is hier te lande grind-cruydt en cruys-cruydt en van sommige ook cruys-wortel genoemd, in Hoogduitsland Creutzwurtz en Grindkraut, in Frankrijk senesson, in Spanje bon varon en yerva cana, dat is grijskruid, in Itali cardoncello en spebeoja, in Engeland grounsell. De Latijnse naam is Senecio en de Griekse Erigeron omdat het zo gauw en in de lente grijs wordt en vergaat, het heeft ook deze oneigen namen (die onder de verworpen en bastaard namen gevonden worden) te weten Erechthites en Herburum.

Het tweede heet Senecio minor of Erigerum minus, dat is klein kruiskruid en eigenlijk kruiskruid omdat het wel meest bekend is en gewoner dan de anderծ

Erigeron, Grieks eri: vroeg, geron: grijs of grijsaard, kort na de bloei verschijnt een witte haarkroon, de vrucht, vergelijk Duitse Altemanneskraut of Altgreis, een oude man in het voorjaar. Sommigen van de vroege soorten zijn wat behaard met een donzige bedekking. Het gewas kan ook zo genoemd zijn naar het vruchtenpluis dat zich al vroeg ontwikkelt. Frans erigron cre.

(b) Vlokruid, Duits Flohkraut, Engels blue flea-bane, middel tegen vlooien.

(c) Erigeron acer, (scherp) wordt ook wel scherpe fijnstraal, de straalvormige randbloemen, of schraalkruid genoemd, Duitse das Scharfe.

(d) Blauw bloeiend donderzaad, blue flea bane, blau Durrwurz in Oostenrijk, Dauran, Dorrkraut.

(e) Duitse Scharfes Berufkraut of Beschreikraut.

(f) Franse la vergerette, van verge: roede, plantvorm. Spaans olivardilla.

Conyza.

Vroeger werd dit kruid in de artsenij gebruikt.

Dioscorides kende 3 soorten konyza, onder andere de struik met bladeren die als slaapplaats en ook voor berokingen gebruikt werd. Dit was vermoedelijk de naverwante konyza, Inula conyza, verder Pulicaria dysenterica en Pulicaria vulgaris.

Allen golden in de apotheek als conyza en bevatten een scherpe vluchtige olie die door roken of koken in staat waren om ongedier­te te doden.

Konuza zou afgeleid kunnen zijn van de Griekse naam voor een vlieg dat in Latijn pulex of ulex is, de rook van het verbrande kruid zou vliegen verdrijven of door het rondstrooien van bladeren zouden vliegen wegblijven.

Folklore.

Het vlokruid werd door de oude Germanen voor berokingen en wassingen gebruikt. De plant heeft de kracht giftige dieren en muggen te verdrij­ven en doodt de vlooien. De bladen werden ook gebruikt tegen slangenbeten, zweren en wonden en als omslag gebruikt.

Het is een oud toverkruid, een berufkraut. Bij het eigenlijke beroepskruit, Erigeron acer, bezit het zaadje een kleine grijze baard en met wat fantasie zou dit een kobold kunnen zijn. In de Johannesnacht werd het verzamelde kruid in de kamer aan een balk gestoken zodat het huis voor gespuis en heksen gevrijwaard zou zijn. Tegen verheksing werd het kruid aan de deur gespijkerd of in de wieg gelegd.

Berufskraut omdat, als men het voor kinderen houdt voordat ze huilen en weer beter worden. De meisjes gebruikten het kruid, met andere bloemen, als wasmiddel en kregen daarvan een schoon gezicht.

Het helpt tegen het boze oog, Duitse boses Auge en Augenzuber, Italiaans mal occhio, Engelse evil eye en Hebreeuws ajinrah. In het bijgeloof hebben heksen de macht om door alleen maar te kijken personen of dieren te schaden. Hiertegen gebruikte men een talisman, formules, godsbeelden, gekruiste vingers, open ogen in siervorm, het mannelijke lid en dergelijke. Als je een vijand begroet spreek je toverformules uit tegen zijn inwerking. De Koran C XIII 5’ ‘Ik neem mijn toevlucht tot de Heer... voor het kwaad van de nijdigaard als hij jaloers wordt, ‘zou op die boze blik betrekking hebben. Het Berufskraut werd in de Berlijnse apotheken, sinds 18de eeuw verkrijgbaar, als medicament verkocht en vooral tegen het beheksen of berufen, vandaar zou het zijn naam hebben. Daartoe werd er ook een thee van gekookt die aan kinderen gegeven werd die het meest last hebben van beheksing. Ook wassingen komen voor.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

=Erigeron annuus (L.) Pers. (eenjarig) (Phalacroloma annuum) is een eenjarige plant van 30-75cm.

Recht opstaande, behaarde tot weinig behaarde stengel.

De niet gelobde bladeren zijn variabel in vorm en beharing, 10cm lang met een getande rand. De wortelbladeren zijn tijdens de bloei verdord.

Tuilvormige bloemhoofdjes van 1-1,5cm , witte tot wat blauwe lintbloempjes in juli en augustus.

Groeit op natte tot vochtige grond op rivieroevers, bermen en dijken.

Komt uit N. Amerika.

Naam.

Zomerfijnstraal, Duits Einjahriges Berufskraut, Feinstrahl, Weisses Berufkraut, Engels daisy fleabane, eastern daisy fleabane, Frans vergerette annuelle.

Uit botanical register.

Erigeron atticus, Vill. (uit Attica, zie aster) De hele plant is klierachtig behaard.

De onderste bladeren zijn langwerpig en gesteeld, de bovenste lancetvormig en zittend.

Opstaande stengels zijn stevig en dik, bovenaan vertakt.

Bloemhoofdjes zijn 2.5-3cm in doorsnede met purper/roze straalbloemen en donkergele buisbloempjes in juli/september.

Uit de Alpen, Pyreneeën, Karpaten en Balkan wordt 25-50cm hoog.

Villars Berufkraut of Drusiges Berufkraut.

Uit G. Oeder.

Erigeron compositus, Pursh. (samengesteld) Bladeren zijn 1-4cm lang en 1-2 maal gedeeld met smalle, behaarde tot bijna gladde slippen.

Rotsplant met opgerichte stengels die weinig of niet bebladerd zijn met 1 bloem.

Kleine bloemhoofdjes met zeer licht roze straalbloemen en gele buisbloempjes in juli/augustus.

Uit Washington tot Colorado en Californië, wordt 15-25cm hoog is beschreven in 1811.

Cut-leaf fleabane, dwarf mountain fleabane.

Uit www.discoverlife.org

Erigeron elatior, Greene. (verheven) Bladeren zijn 2-5cm lang en zacht behaard, de onderste omgekeerd eivormig tot lang spatelvormig en gesteeld, de bovenste langwerpig en kort gesteeld tot zittend.

Opstaande en zacht behaarde stengels met 2-5 bloemen.

Bloemhoofdje van 4cm in doorsnede met violet/lila straalbloemen en gele bloemhoofdjes in juni/ augustus.

Uit Wyoming tot Colorado en Utah wordt 40-70cm hoog.

Tall fleabane.

Uit; https://frustratedgardener.com/2015/06/02/daily-flower-candy-erigeron-glaucus-beach-aster/

Erigeron glaucus Ker. Gawl. (blauwachtig) Meerjarige van -30cm, vertakte stengels die uit een sterke rizoom komen.

Lepelvormige tot ronde bladeren soms met een paar tanden langs de randen, 13cm lang.

Bloeistengels met 15 blauw, purper tot witte bloemen die variabel in vorm en grootte zijn en meer dan 3cm. Centrum met een gele basis.

Uit Oregon en Californië kust.

Seaside fleabane, seaside daisy.

Uit Curtis botanical magazine.

Erigeron leiomerus, Gray. (gladder) Donkergroene en zwak getande bladeren, de onderste spatelvormig en 2-5cm lang, de bovenste stomp en weinig of niet behaard.

Rotsplant met liggende tot opgerichte stengels met 1 bloem.

Bloemhoofdjes van 2-3cm groot met licht purperen straalbloemen en bruin/purperen buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn lancetvormig, paars in juli/september.

Uit Alberta tot Montana en New Mexico wordt 10-15cm hoog, is beschreven in 1900.

Rockslide yellow fleabane.

1. uit the Garden.

Erigeron aurantiacus, Regel. (oranjekleurig) De behaarde bladeren zijn onderaan lang spatelvormig en kort gesteeld, de bovenste lancetvormig en zittend.

Opstaande en bovenaan dicht behaarde stengels meestal met 1 bloem.

Bloemhoofdjes van 4cm in doorsnede met een duizelend oranje kleur rond een gele schijf in juni/augustus, uniek in zijn soort.

Uit Turkestan wordt 20-30cm hoog is beschreven in 1897.

De plant wordt verkocht als double-orange daisy, is mogelijk de Var. sulphureus, die verschilt door de licht gele bloemhoofdjes.

Is wel lastig te kweken die niet sterk is.

Naam.

Het oranje vlokruid, Engelse orange daisy.

Uit www.zauberstauden.de

Erigeron hybriden. Kruising tussen aurantiacus x philadelphicus, door Haage & Schmidt, kwekers te Erfurt, Duitsland die het eerst deze plant in de handel brachten. Staat in groei en bloeiwijze tussen beide ouders in.

Rijk bloeiende planten voor rotstuinen. Er komen vele vormen in voor die variëren in verschillende tinten van oranje tot lila/roze. Ze komen niet zuiver uit zaad terug, elk jaar stekken. De planten worden niet oud en kunnen vooral in de winter slecht tegen te veel vocht.

‘Asa Gray,’ van 40-50cm met abrikooskleurige bloemhoofdjes van 4-5cm in doorsnede, goud/gele buisbloempjes.

‘Pink Pearl,’ van 40-50cm bossige plant met 4-5cm grote zacht lila/ros bloemhoofdjes met groenachtig/gele buisbloempjes. Beide zijn gewonnen door A. Perry, kweker te Einfield, Engeland.

‘Ԍadhams,’ van 50-60cm met stijf rechtop gaande stengels en 3.5-4.5cm grote malven/roze bloemhoofdjes.

‘Alsie’ van 30-50cm met opstijgende stengels en vele, 4-5cm grote Malva roze bloemhoofdjes met heldergele buisbloempjes. Gewonnen door B. Ladhams, kweker te Shirley, Southampton, Engeland.

‘Flame,’ van 40-50cm met 3.5-4cm grote diep roze/rode bloemhoofdjes met goud/gele buisbloempjes. Gewonnen door E. Ladhams, Elstead, Engeland.

4. uit C. Mutis.

Erigeron karvinskianus DC. (19deeeuwse Duitse onderzoeker Wilhelm Friedrich Karwinski von Karwin) (Erica mucronatus DC.) (scherp gepunt)) Onderste bladeren zijn wigvormig tot omgekeerd eivormig en 2-4cm lang, zwak getand tot gelobd, de tanden met korte stekelpunt, bovenste bladeren zijn lijn/lancetvormig.

Liggende tot opstijgende stengels die onder aan wat houtig zijn.

Lang gesteelde bloemhoofdjes van 2cm in doorsnede met witte straalbloemen die wat lila/roze gekleurd zijn, lijnvormige omwindselblaadjes zijn toegespitst en wat behaard in mei/september

Uit Mexico wordt 10-20cm hoog.

Var. grandiflorus verschilt door de grotere bloemhoofdjes en meer lila/roze straalbloemen.

Naam.

Muurfijnstraal, Duits Stachelspitziges Berufkraut, Engels Australian flea bane, Mexican fleabane wall daisy, Santa Barbara daisy, Frans erigron mucron.

5. uit www.kayniyo.com

Erigeron coulteri, Porter. (Th. Coulter, Ierse arts en botanicus, 1793-1843) Dikke, omgekeerd eivormige bladeren die zacht behaard zijn, met stekelpunt.

Opstaande stengels met 1-3 bloemen.

Bloemhoofdjes zijn 4-5 cm in doorsnede met witte straalbloemen en gele, behaarde buisbloempjes in juni/augustus.

Uit Colorado tot Nevada en Californië, wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1901.

Large mountain fleabane.

6. uit www.ebay.ie

Erigeron grandiflorus, Hook. (met grote bloemen) Bladeren zijn 2-4cm lang, de onderste omgekeerd eivormig tot spatelvormig, stengelbladeren langwerpig tot lancetvormig.

Opstaande stengels met 1 bloem.

Bloemhoofdjes van 4cm in doorsnede met vele violetkleurige straalbloemen en donkergele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn lijnvormig en wollig behaard, toegespitst met afstaande toppen in juni/augustus

Uit Colorado, wordt 15-30cm hoog.

Large flowered flea bane.

6. uit Edwards botanical register.

= Erigeron speciosus, DC. (fraai) Donkergroene bladeren zijn wat gewimperd, de onderste spatelvormig en gesteeld, de bovenste smal lancetvormig en zittend tot half stengelomvattend.

Opstaande en wat vertakte stengels die sterk bebladerd zijn, weinig of niet behaard Trossen van 3-4cm grote bloemhoofdjes met 100-150 lila/purperen straalbloempjes die zeer smal zijn, gele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn lang behaard, de toppen niet afstaand in juni/augustus.

Deze plant is afkomstig uit N. Amerika, Brits Columbia tot Idaho en Colorado, wordt 40-60cm hoog. Is beschreven in 1838.

Het is de oorsprong van de meest gekweekte hybriden. Door zijn lange bloei, die zich de hele zomer voortzet, en zijn compactheid is het een gewilde plant. Het is een echte fijnstraal met fijne straaltjes om het gouden hart die met de vele lintbloempjes iets fijns aan de bloem geven. De bloei is van juni tot in augustus, nabloei komt voor.

Is ook als snijbloem te gebruiken.

Hybriden zijn het resultaat van een kruising tussen speciosus x elatior x salsuginous x macranthus x coulteri. Sterke planten die lang blijven, geschikt voor border en snijbloem.

De vele benaamde tuinvormen komen niet zuiver uit zaad terug. Vermeerderen door scheuren en stekken.

Antverpia’, van 70-90cm hoog, sterk groeiend met zeer grote zacht violet/blauwe bloemhoofdjes. Gewonnen door Fr. Nagels, kweker te Wilryck, België.

‘Quakeress,’ van 50-60cm met vele grote zacht lila/roze bloemhoofdjes. Gewonnen door Major Petre te Westwick, Engeland.

‘Lasur,’ van 40-60cm hoog met grote hemelsblauwe bloemhoofdjes. Gewonnen door Koehler & Rudel, kwekers te Windischleuba, Duitsland

‘Strahlenmeer’, is zacht blauw met zeer dunne stralen.

‘Dunkelste Aller’ (‘Darkest of All,’ is donker violetblauw tot diepviolet met een geel hart.

Var ligulosus omvat alle vormen met half gevulde tot gevulde bloemhoofdjes.

‘Semiplenus,, van 40-50cm hoog met vele half gevulde lila/blauwe bloemhoofdjes.

‘Ronsdorf,’ verschilt van de vorige door de 4.5-5cm grote bloemhoofdjes met meer straalbloemen van donker lila kleur.

‘Wuppertal,’ van 60-70cm hoog met 5-5.5cm grote donker lila bloemhoofdjes. Deze 3 zijn gewonnen door G. Arends, kweker uit Ronsdorf, Duitsland.

‘Foerster’s Liebling,’ is diep roze, halfgevuld als een grote madelief.

Showy flea bane, Aspen flea bane.

9. uit www.agegotostock.com

Erigeron speciosus var. macranthus, (Nutt) Cronq.. (grote bloemen) Donkergroene en lang spatelvormige bladeren die gewimperd zijn.

Opstaande, vertakte en weinig of niet behaarde stengels.

Bloemhoofdjes van 3-4 cm in doorsnede met talrijke, lange en smalle purper/blauwe straalbloemen en bruinachtig/gele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn klierachtig, kort behaard in juni/augustus.

Uit Brits Columbia tot Arizona en New Mexico, wordt 30-50cm hoog.

Var magnificus wordt 40cm hoog en verschilt door de forsere en iets hogere groeiwijze en veel bredere straalbloemen.

8. uit C. Loddiges

Erigeron alpinus, L. (uit de Alpen) De behaarde bladeren zijn onderaan omgekeerd eivormig tot lang spatelvormig en stomp, de bovenste lancetvormig.

Mooie rotsplant met opstaande stengels die vertakt en behaard zijn met 1-2 bloemen Bloemhoofdjes van 2-3cm in doorsnede hebben lila/roze tot purper/roze straalbloemen en gele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn lijn/lancetvormig en spits, klierachtig behaard in juli/september.

Groeit niet op kalkrijke grond.

Uit gebergten van Europa, W. en N. Azië, wordt 20-30cm hoog.

Var. grandiflorus heeft stengels met 1-3 bloemen van 3-3.5cm in doorsnede.

Var. intermedius wordt 30-40cm hoog en verschilt door de forsere groei met 3-15 bloemige stengels en 2.5-3cm grote, lila/roze bloemhoofdjes.

Alpenfinstraal, mountain flea bane. Echtes Alpen-Berufkraut.

10. uit G. Oeder.

Erigeron glabellus, Nutt. (tamelijk glad) Gladde en gaafrandige bladeren zijn gewimperd, de onderste spatelvormig en stomp, gesteeld, de bovenste lancetvormig, spits en zittend.

Opstijgende stengels zijn bovenaan behaard en weinig bebladerd, 1-7 bloemen.

Bloemhoofdjes van 3-4cm in doorsnede met meer dan 100 zeer smalle licht paarse straalbloemen en gele buisbloempjes met lang behaarde omwindselblaadjes in juni/augustus.

Uit Minnesota tot Utah en New Mexico, wordt 13-35cm hoog. Is beschreven in 1828.

Streamside of smooth fleabane.

12. uit W. Barton.

Erigeron philadelphicus, L. (uit Philadelphia) Onderste bladeren zijn omgekeerd eivormig tot spatelvormig, spits en getand, zacht behaard en kort gesteeld, bovenste gaafrandig tot gezaagd, zittend tot half stengelomvattend.

Opgerichte en behaarde stengels zijn bovenaan vertakt.

Flinke trossen van 1.5-2.5cm grote bloemhoofdjes met 100-200 smalle, zachtroze straalbloemen, omwindselblaadjes zijn lijnvormig en spits, zeer kort behaard en meestal vliezig gerand in juni/augustus.

Tweejarige plant die uitlopers vormt.

Uit Canada en N. Amerika, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1776.

Philadelphia fleabane.

13 uit Curtis botanical magazine.

Erigeron salsuginosus, Gray. (zout lievend) Onderste bladeren zijn dik en omgekeerd eivormig tot spatelvormig, gesteeld, stengelbladeren eivormig tot lancetvormig en zittend.

Opstaande stengels met 1 bloem.

Talrijke bloemhoofdjes van 2-3cm doorsnede met 30-50 purper/roze straalbloemen en gele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn priemvormig en klierachtig met afstaande toppen in juni/augustus.

Uit Alaska tot Californië en New Mexico, wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1829.

Fleabene daisy, gray blue fleabane.

14. uit Curtis botanical magazine.

Erigeron pulchellus Michx. (fraai of mooi) (Erigeron bellidifolius, Muehl. (met blad als madelief) Bladeren staan in rozetten en zijn omgekeerd eivormig tot spatelvormig en wat getand, kort gesteeld, stengelbladeren zijn lang lancetvormig en meestal gaafrandig, zittend tot stengelomvattend.

Opstaande stengels die meestal niet vertakt zijn.

Bloemhoofdjes staan met 3-9 bijeen en zijn 2.5-3.5cm in doorsnede met 40-60 blauwe straalbloemen om gele buisbloempjes, omwindselblaadjes zijn lijnvormig en toegespitst, behaard in juni/augustus.

Vormt uitlopers.

Uit Ontario tot Minnesota en Florida, wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1790.

Robins plantain.

Planten.

Ze groeien gemakkelijk, liefst wat schaduw tegen de middagzon.

De vermeerdering is simpel via het scheuren, ook stekken kan als er veel planten gevraagd worden, dat van grondscheuten in մ voorjaar.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl