Pyracantha

Over Pyracantha

Vuurdoorn, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

mUit commons.wikipedia.org

Een geslacht van mooie struiken die meestal gekweekt worden om hun heldere besachtige vruchten, ook voor de witte bloemen en stevige blad.

Doornige en half wintergroene struiken,4- 6m.

Bladeren staan afwisselend en zijn kort gesteeld, smal en gezaagd, soms gaafrandig.

Bloemen staan in rijk bloeiende eindstandige trossen, wit met 20 gele meeldraden, 5 kelk en 5 kroonbladen, de eerste kort afgerond en de laatste uitgespreid, 5 stijlen.

Helder oranje, rode of gele vruchten met blijvende kelk met 5 stenen die lang aan de struik blijven omdat ze door de vogels vrijwel niet gegeten worden.

Het geslacht komt met een zeven soorten voor in Z. Europa tot Centraal China en de Himalaya’ s.

Groeien overal in goede humeuze grond, ’t liefst met kalk, in zon en schaduw.

De 2 meest bekende soorten P. coccinea en P. crenulata zijn vervolgens ingedeeld geweest bij de geslachten Mespilus, Crataegus en Cotoneaster maar door Roemer in 1847 tot een afzonderlijk geslacht Pyracantha bijeen gebracht naar de gedoornde takken en vuurrode vruchten.

Rosaceae, Pomaceae, appelklasse.

=Pyracantha angustifolia, C. Schneid. (smalle bladeren) Smal elliptische bladeren tot ei/lancetvormig, 2-5cm lang en 8-16mm breed, gaafrandig of aan de top getand, glanzend donker groen met grijs behaarde achterkant.

Breed uitgroeiende struik met afstaande takken en dicht behaarde twijgen.

Bloeit in met 2-4cm grote viltig behaarde trossen van 6-8mm grote witte bloempjes, kelk is viltig behaard.

Bessen van 6-8mm groot zijn oranje/rood en blijven lang aan de struik.

Uit Z.W. China, wordt 4m hoog. Narrowleaf firethorn.

Uit davesgarden.com

Pyracantha atalantioides, Roem. (Atalanta-achtig) Bladeren zijn 2.5-6.5cm lang en 12-24mm breed, elliptisch met stompe top, onduidelijk getand en soms bijna gaaf, onderzijde iets blauw of grijs/groen.

Twijgen zijn glanzend olijf/groen met tot 15mm lange dorens.

Bloeit in mei met tamelijk grote schermen met witte bloemen van bijna 1cm in diameter.

Vruchten zijn tot 8mm in doorsnede en koraal/rood die in september/oktober rijp worden en er tot december aan blijven.

Is te herkennen aan de forse groei en de grote glanzend groene schijnbaar gaafrandige bladeren terwijl ze ook het vroegst bloeit omdat de bloemschermen al eind april geheel ontwikkeld zijn

Een hoge, losse struik met sterk overhangende twijgen.

Komt uit Midden en West China en wordt 5m hoog.

Uit J. C. Krauss.

Pyracantha coccinea, Roem. (besrood) Bladstelen zijn 2-7mm lang en behaard en soms met de 2 kleine zijblaadjes aan de basis.

De opvallende donkergroene bladeren zijn in de winter soms wat bruinachtig, vooral aan de onderkant, 1.5-3.5cm lang en 1-2cm breed, elliptisch tot ei/lancetvormig met meestal een spitse top, gekarteld/gerand.

Bloeit in mei/juni met tamelijk grote en dichte schermvormige iets behaarde tuilen, bloemen tot 1cm in diameter en lang gesteeld, wit, helmknoppen iets rood getint.

De helderrode vruchten van 5-7 cm in diameter blijven er nog lang aan.

Deze plant is niet zo winterhard en zeer schurftgevoelig.

Een zeer dicht groeiende struik met dunne en zeer scherpe dorens.

Het is de oude soort die uit Z. Europa stamt en 3m hoog wordt.

In Nederland is de vuurdoorn al lang in cultuur en komt al voor op de lijst van planten in Clusius kruidentuin uit 1594.

Var. lalandii (gewonnen door Lalande, kweker te Angers, Frankrijk) groeit forser dan het type en verschilt verder door iets lichter gekleurde bladeren, grotere bloemtrossen en meer oranje/rode bessen.

Var. leucocarpa heeft room/witte bessen.

Red Column’, goede leiplant.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Naar mijn mening zal men de andere soort van hagendoren (zie Crataegus) die niet zo algemeen is eigenlijk Pyrina mogen noemen of Oxyacanthus minor en in onze taal kleine hagendoren of vreemde hagendoren. Clusius van mening dat deze vreemde beter op de Oxyacantha van Theophrastus lijkt dan onze gewone haagdoorn die van Dodonaeus voor de echte Pyrina gehouden wordt en van andere Pyracantha genoemd wordt en die ook zo genoemd wordt vanwege de gelijkenis met de bladeren van de peerboom. Dan men zou deze kleine haagdoren of altijd groene doren mogen noemen’.

Pyracantha, Latijn, is afgeleid van het Griekse pyrakantha, pyr of pur: vuur, en akanthos: een doorn, een vuurdoorn.

Vuurdoorn, Duits Feuerdorn, Engels fire thorn, Frans boisson ardent; brandend bos, In Zwitserland Feuriger Busch of Furbusch.

Deze boom heeft zeer doornachtige takken, maar geen stekende bladeren, dan de bladeren zijn altijd groen en vallen niet af zoals die van de Palirius of die van het gewas wat voor de derde Rhamnus gehouden en bekend is’.

Engels Christ’s thorn, scarlet firethorn, Egyptian thorn of evergreen thorn.

Uit L. Watson.

=Pyracantha crenulata, Roem. (fijn rond gekarteld) Bladeren zijn 2-4cm lang en 8-16mm breed, eivormig, getand en voornamelijk boven het midden, glanzend groen en van onderen lichter.

Een half wintergroene, dichte en breed uitgroeiende struik met dunne olijfgroene twijgen die dicht bezet zijn met zeer scherpe dorens.

Bloeit in mei in onbehaarde tuilen, 8mm in diameter en wit.

Vrucht is 6-8mm in diameter en bijna rond, oranje/rood en wordt in oktober rijp.

Werd in 1830 bekend en groeit wild in het zuidelijke Himalayagebied tot 4m hoog.

’Flava’ heeft gele vruchten. Nepalese white firethorn.

Uit www.cnseed.org

Pyracantha crenatoserrata (Hance) Rehder (gekarteld, gezaagd) (Pyracantha fortuneana H. Li.) (Engels, Schotse botanist Robert Fortune die planten in China verzamelde, 1812-1880) In het begin van deze eeuw werden nog enkele soorten in cultuur gebracht waarvan deze vorm de belangrijkste is. Die werd in 1906 vanuit China door Pere Ducloux naar de bekende kweker M. de Vilmorin gezonden. Heeft witte bloemen. Kan niet tegen vorst.

Uit www.plantdatabase.co.uk

Pyracantha rogersiana, Bean. (Mr Coltman-Rogers, Stanage Park, Radnorshire, Engeland) uit Z. W. China heeft bladeren van 2-4cm lang en 10-18mm breed en dunner dan van de soort, meestal omgekeerd eivormig en de rand duidelijk getand vooral aan de top, bloeit in mei/juni met witte bloemen, gevolgd door 6mm grote oranje bessen. Asian firethorn.

Ontwikkeling.

De meeste soorten zijn in Engeland en Frankrijk naast elkaar in cultuur geweest. In ons land bleef het bij de meest winterharde Pyracantha coccinea.

Door kruisingen zijn er winterharde schurftvrije soorten ontstaan met verschillende cv’s, in diverse beskleuren.

De cv. ‘Kasan’ werd gevonden in het park van Baron L. Economo, Turijn, door Prof. Wiepking uit Berlijn. Deze planten werden door de fa Timm uit Elmshorn verspreid.

Orange Glow.

Overwegend wordt nu de volgende geteeld.

Pyracantha coccinea ‘Orange Glow’. De oranje gloed werd gevonden door Mevr. L. Banga-Oelmeyer uit Wageningen. Ze vond tussen een partij minderwaardige vuurdoorns enkele zaailingen waarvan 1 super eigenschappen bleek te bezitten. Die overleefde ook de strenge oorlogswinters.

Deze vuurdoorn is een bossige plant en wel eens moeilijk tegen een muur. ‘Orange Glow’ heeft bundels lichtend witte bloemen als witte meidoorns. Mooi is die kleur tegen een stijve, gele achtergrond. De bundels lichtend rood verschijnen al in augustus en blijven gaaf tot de wintervorst. De bessen zijn klein als ze rood kleuren, maar ze groeien in kleur en grootte van oranje tot diep oranje. Een roodblonde kleurnuance.

In de catalogus is het een bekende plant die gemerkt wordt met stip, een stijger. Vogels zien de bessen wel maar eten ze vrijwel niet, pas laat in december komen ze in actie.

Golden Charmer’ is een los vertakte vorm met sierlijk spreidende takken. Het oranjegeel kleurt wat later maar blijft tot december afsteken tegen het gepolijste blad. Mooi is het geel tegen het rood van muren.

‘Orange Charmer’ is dezelfde uitvoering in diep oranje.

Planten.

De bloei is op het oude hout. In het voorjaar verschijnen de witte bloemtuilen. Ze zijn altijdgroen, behalve in strenge winters. Ook zijn ze te gebruiken als haag die dan ondoordringbaar is door de vele takdoorns en in de herfst mooi gekleurd is door de kralen.

Als struik is de rode vuurdoorn mooi vanwege de ijle vertakking boven klimop en Pinus mugo. Rood contrasteert zeer mooi tegen lichte of geelachtige stenen.

Neem een zijscheut in september van een 5-7cm lengte, zachte top er af halen, verwijder de onderste doorn, en steek dit in 1 % ibz groeistofpoeder, afkloppen van het stekje. Planten in potje maat 7, de vuurdoorn moet in een kluit groeien vanwege de zwakke wortels, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Na een maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Het meeste stek moet in de winter vorstvrij worden gehouden. In buiten brengen na de ijsheiligen, half mei.

Of, zaaien bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl