Callirhoe

Uit A. Gray.

Mooie en stevige opvallende kruiden.

Een of meerjarig.

Bladen staan afwisselend, gelobd of gespleten of meer fijn verdeeld.

Okselstandige of soms eindstandige bloemen zijn opvallend, bloembladen onregelmatig ingesneden.

Negen soorten uit de prairies en graslanden van N. Amerika.

Malvaceae.

Callirhoe involucrata, Gray. (van een omwindsel voorzien) laag groeiende meerjarige met een grote tapwortel.

De gehele plant is behaard.

Bladeren zijn 5-10cm groot en lang gesteeld, hartvormig rond en 5-7delig met getande tot ingesneden slippen, grote eivormige steunblaadjes.

Liggende stengels tot opgericht en vertakt en zo 40-80cm lang, 30cm hoog.

Lang gesteelde bloemen van 5-6cm groot, satijnachtig purper/rood, de voet van de bloembladen is wit in juli/september.

Uit Minnesota tot Texas en Nebraska. Is beschreven in 1824.

Naam, etymologie.

Callirhoe is genoemd naar Callirhoe, een Griekse bron nimf, dochter van de riviergod Achelous, haar man bedroog haar met Alcmaeon, haar dochter was Chione, hoewel er meer Callirrhoe ‘s zijn.

Prairie poppy mallow.

Planten.

De plant groeit gemakkelijk in lichte zandige grond op droge, zonnige plaatsen, een vochtige plek is in de winter nadelig, toedekken met dennentakken.

Vermeerderen door zaad en de meerjarige door zomerstek.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl