Coronopus

Over Coronopus

Varkenskers, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Coronopus (synoniem Senebiera, naar mr. M. Senebier uit Genève)

Coronopus didymus, Sm. (tweeling)

Bladen zijn geveerd en staan aan de meestal wat recht opgaande stengel.

Groen geelwitte bloemen in mei/september.

Hauwtjes hebben gewrinkelde lobben die aan de top en voet ingesneden zijn.

Het is een eenjarige van een 10-40cm hoog.

Groeit op vochtige plaatsen en komt uit Z. Amerika.

Blad geurt onaangenaam.

Brassicaceae, kruisbloemenfamilie.

Naam,

Tweeknopsvarkenskers, kleine varkenskers, Engelse lesser wart cress, lesser swine cress, Duits Zweiknotiger Krahenfuss, Frans corne de cerf didyme.

Uit www.pfaf.org

Coronopus squamatus, Aschrs (geschubd of brede schalen) (Het is de oude ruellii die al bij Dodonaeus vermeld wordt)

Heeft geveerde bladeren, de deelblaadjes zijn lijnvormig en staan aan meestal liggende en vertakte stengels en lijken op vogelvoeten.

Witte bloemen komen in juni tot augustus.

De ruwe peul is onverdeeld, met kleine scherpe punten.

de varkenskers is maar een laag eenjarig kruid en haalt met moeite 25cm.

Groeit op vochtige kleigronden, dus ook in Groningen.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Deze soort wordt in het Grieks en Latijn Coronopus genoemd en dat is in het Nederduits crayen-voet, in het Hoogduits Crayenfus. Deze soort alhier beschreven heeft men de naam van ravenvoet of kraaienvoet gegeven en in het Latijn Coronopus Ruelli omdat Ruellius dit kruid eerst beschreven heeft en eerst gemerkt heeft dat het niet het echte Coronopus van Dioscorides was.’

Coronopus van Grieks korone: kraai, pous: voet, de bladvorm. Duitse Gemeiner Krhenfu. Frans senebiere of coronopen corne de cerf commune (Senebiera coronopus, Poire)

Dodonaeus (b) ‘Ze mag zo beter genoemd wezen dan de eerste soort of ons voorschreven hertshoren die niet op de Coronopus van Dioscorides lijkt als ik tevoren bewezen heb (zie Plantago coronopus) Ruellius die dit kruid voor ons beschreven heeft in het 64ste en 134ste kapittel van zijn 2de boek zegt dat het ook hertshoren of op het Latijns Cornu cervi genoemd is en twijfelt of het Pes Milvinus is daar Columna in zijn landbouw van vermaant.’

Engelse buck’s horn of star of the earth, Duits Hirschgras.

Dodonaeus (e) ‘In Engeland heet het swijne cressis omdat het met de kers van smaak wat overeen schijnt te komen.’

Varkenskers, Engelse swine-cress of hog grass, Duitse Feldkresse of Schweinekresse.

(f) Engelse wart-cress is een vertaling van het Duitse Wartzen Kress, 1586, dit een vertaling van het Latijnse Nasturtium verrucarium, waar verruca een wrat betekent naar de ronde en gepitte zaden die op wratten lijken.

In geur en smaak zijn de bladeren niet aangenaam en is ook wel bekend als herb ivy of herb eve.

Matthiola: ԫruid, dat noem ik de wilde kraaienvoet of slangendwang. (Schlangenzwang) Kraaienvoet, daarom het de kraaienvoet vergelijkt met bloemen, kolven, zaden, wortels en bladeren, hoewel de bladeren smaller, dunner en met kleinere spleten gespleten zijn. Slangendwang of Serpentinam noemen het de inwoners in Friaul en vooral om de stad Goritz daar het ‘t meeste groei van zichzelf op mager aardrijk. Dit is een duur, heerlijk kruid tegen de giftige steek of beet der slangen zo men het een half lood gestoten in witte wijn inneemt, met deze artsenij zijn veel mensen zo van gemeld ongedierte verlet zijn geweest ijlend hulp geschiedt zoals ik waar zelf gezien heb.'

Gebruik.

Dodonaeus , ‘Kruipende hertshoren, zo Ruellius zegt, wordt rauw in salade gegeten en ook gekookt en men kauwt het ook met azijn.

Bij sommige wordt het ook in het zout gelegd en bewaard als men de postelein plag te doen.’

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl