Thelypteris
Over Thelypteris
Moerasvaren, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,
Het geslacht bestaat uit een 875 soorten terrestrische varens waarvan slechts één in België en Nederland voorkomt. Ze lijken onderling veel op elkaar.
Ze hebben allen een kruipende of rechtstaande wortelstok met harige of geklierde schubben. Ook de steel is geschubd of behaard en heeft aan de voet twee vaatbundels die hogerop overgaan in 1 U-vormige vaatbundel.
Bladeren zijn enkel geveerd.
De sporenhoopjes zitten op de onderzijde van de bladen, zijn klein en rond en afgedekt met een dekvliesje.
Moerasvarenfamilie, Thelypteridaceae.
Thelypteris palustris, A. Gray. (moeras bewonend) (Lastrea thelypteris, Dryopteris thelypteris (L.) A. Gray)
Bladen zijn geveerd en de deelblaadjes geveerd en tegenoverstaand. De vruchtbare slippen zijn aan de rand sterk omgerold zodat ze wat smaller lijken, totaal langwerpig driehoekig. Bladen staan van elkaar verwijderd en op het eind draaien ze in elkaar tot een massa.
Heeft een dunne stengel die vanuit een zwarte en ondergrondse stengel komt waar op regelmatige afstand nieuwe bladeren uitschieten. Bladsteel is iets korter dan de lengte van het blad.
Zelden worden ze hoger dan 30-40cm, de vruchtbare worden iets hoger.
De kleur is licht groen, het blad is dun en zacht, de vruchtbare heeft een sterker aanzien.
Ze verschijnen laat, de onvruchtbare in mei en de vruchtbare in juli.
Inheemse varen, groeit in vochtige veengebieden, bij heide en zonnedauw.
Uit vochtige en koelere gebieden van het N. Halfrond, Europa, Azië en N. Amerika, wordt 40-80cm hoog.
Naam, etymologie.
Thelypteris, thelys: vrouwelijk, pteris: varen.
Moerasvaren, Engels marsh fern, Duits Sumpffarn, Frans fougère des marais, thélyptère des marais.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/