Mesua

Uit R. Wight.

Een 4 soorten komen voor in Z. Azië.

Altijdgroene bomen die 13m hoog komen.

Bladeren staan in tegenovergestelde paren.

Belangrijk daarvan is alleen de nagas-boom.

Clusiaceae.

Mesua ferrea, L. (ijzerhout) een kleine tot middelmatig altijdgroene boom tot 13m.

Eenvoudige donkere smalle ovale groene bladeren van 7-15 cm lang die witachtig zijn aan de onderkant, jonge bladeren zijn rood tot geelachtig roze en hangen.

De bloemen zijn 4-7.5 cm in diameter met vier bloembladen en veel stuifmeeldraden. Welriekende, prachtige witte bloemen die in de parfumerie worden gebruikt. Groeit in Sri Lanka en is daar de nationale boom, Assam, zuidelijk Nepal, Indochina en Maleisië.

Is beschreven in 1837.

Naam, etymologie.

Mesua, is zo genoemd naar Mesue, een Arabische botanist.

De zoet geurende bloemen worden op Indiase bazaars verkocht onder de naam nagskur.

Engels Indian rose chestnut, East Indian iron wood, plaatselijk penaga lilin of nahar nagkushur, nahor oil plant.

Nationale boom van Sri Lanka.

Gebruik.

De penaga lilin, (Maleis) de nagasari Javaans) of de nagas is een heilige boom uit India die vaak op Java op de woonerven van de grote heren geplant werd om zijn schaduw en lieflijke geur van de bloemen. De boom wordt veel om tempels gekweekt.

De zaden bevatten een grote hoeveelheid olie die als brandolie en om de huid in te wrijven wordt gebruikt.

Het uiterst harde en zware, elastische en zeer duurzame donkerbruine hout, een soort ijzerhout, laat zich zeer moeilijk verwerken. Er worden lansstelen en wandelstokken van gemaakt. Bladeren en bloemen vinden in de Indonesische geneeskunst toepassing.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/