Chaerophyllum

Over Chaerophyllum

Ribzaad, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit J. Jacquin.

Een geslacht van geurende kruiden die n- twee- of meerjarig zijn, vaak zijn ze bolachtig wortelend.

30-40 soorten komen voor in het Europa, Azië en N. Afrika.

Apiaceae, schermbloemenfamilie.

=Chaerophyllum aureum L Art (goudkleurig) is een meerjarige kruidachtige plant die veel op fluitenkruid lijkt, heeft echter een rood gevlekte stengel.

De stengel wordt 60-130cm hoog, opgaand en kantig gevoord.

Zachte bladeren die 3 tot4 maal geveerd zijn, de onderste gesteeld en de bovenste zittend, in omtrek driehoekig/eivormig en toegespitst.

Grote schermen en 10 tot 15stralig, wit.

Geelbruine wat kruidachtig geurende vruchten.

Komt uit Midden Europa tot Perzië.

Gouden ribzaad, Fries pearsbunt piipkrud, Goldfrchtiger Kalberkropf, Gold-Kalberkropf, cerfeuil dore, golden chervil.

Uit M. Vogtherr.

=Chaerophyllum bulbosum, L. (bolvormend) Een zeer hoge tweejarige plant en kan wel een paar meter halen.

Onderaan is de holle stengel rood gevlekt en met dichte haren bezet, onder de knopen verdikt

De bladeren zijn twee tot viermaal gedeeld, gesteeld en aan de rand en nerven behaard, de bovenste zittend en met smalle bladschijven zoals de onderste versierd. Samen vormen een driehoek.

De bloemen hebben 15-20 kale, ongelijk lange stralen, kroonbladen zijn wit.

De vrucht is langachtig lijnvormig en 4-6mm lang.

De bolachtige heeft een grijszwarte wortel en hierbinnen zit het geelwitte vlees. De wortel wordt gebruikt in hutspot.

Groeit onder bosjes, vloedoevers, afkomstig uit Midden-Europa, M. Zeegebied tot Siberië.

Naam, etymologie.

Door zijn vroege ontwikkeling werd het gewas ook wel als veevoer gebruikt, het is de Engelse cow‑weed, tuberous rooted of turnip rooted chervil. Duits Kerbelrube, Knollige Klberkropf, Rben-Klberkropf, Knollenkerbel en Erdkastanien, Frans le cerfeuil tubreux.

Knolribzaad heeft in Duitsland soms de vreemde naam Papperlappa, dit woord gaat op pappen terug wat eten betekent. Het genot van het kruid voert, naar oud bijgeloof, tot dubbelgezicht.

҄’Das hat die krafft, wers ist, den duckt

Ein jedes Ding zwiefach zu sein.’

Chaerophyllum is mogelijk de plant die Dioscorides beschreef als Chaerephyllon. In de naam vind je het Griekse chairo: ik verheug mij, en phyllon: blad, dus vreugdeblad omdat het zoծ prettig groene kleur en aangename reuk heeft. Het blad verheugt zich te groeien met vele bladen of heeft daar aardigheid en blijdschap in. Of het woord kan komen van verblijden, en blad, omdat als de bladeren door zwaarmoedige mensen gegeten worden het hun verheugt en opvrolijkt. Vele mogelijkheden zijn er met deze naam.

Volgens anderen is het woord afgeleid van het Griekse cheir: hand, en phyllon: blad, dus handvormig blad. Chaerophyllum werd in Latijn tot caerefolium en is de stamvorm van het Italiaanse cerfoglio en Franse cerfeuil. Hieruit werd oud-Hoogduits Kerfulja gevormd en via Kervuela werd het Kervol of Kervol tot Kerbel, in midden-Nederlands was het kervel(e) halfweg de 13de eeuw en in Angelsaksisch werd het cerfille zodat het nu chervil heet.

Het woord kerven heette indertijd kerfan en naar de sterk ingesneden bladeren kan dit invloed gehad hebben op de woordvorming. Kervel zou zo kerven betekenen. Deze plant, met de naam kervel, behoort tot een verwant geslacht, Anthriscus cerefolium.

Uit; http://www.i-flora.com/steckbriefe/suche-nach-arten/art/show/chaerophyllum-hirsutum.html

Chaerophyllum hirsutum L. (ruw behaard) heeft witte bloemschermen.'Roseum' heeft roze tot lila gekleurde bloemschermen in mei-juni.

Wordt 80-100cm hoog.  ‘Roseum ‘met roze schermen.

Geurig blad.

Pink cow parsley.

Uit O. Thome, www.BioLib.de

Chaerophyllum temulum, L. (bedwelmend) Geveerde en dofgroene bladeren die breed ovaal en dubbel geveerd zijn met fijne veervormige blaadjes.

Stengels zijn rond, ruw en vuil rood gevlekt en opgezwollen onder elke knoop. De stengel wordt een meter en meer hoog.

Wit/roze bloemen staan in schermen, eerst hangen ze wat en bloeien in juni/juli.

De vruchtjes zijn lang en smal en dicht bedekt met korte haartjes.

Dolle kervel of ribzaad is een n-, twee- of soms meerjarige en dikwijls groeit het met een knolvormige wortel.

Naam, etymologie.

De plant zou giftige eigenschappen bezitten, dieren die er van aten kregen verlammingen en tuimelingen, voor mensen is het gif te gering, vroegere vergiftigingen zullen dan wel van gevlekte scheerling komen, heet dronken makende kervel of dolle kervel, Duitse Taumel-Kalberkropf, Hecken-Kalberkropf of Betubender Kalberkropf, Taumelkerbel en zelfs Todtenkerbel, Ranke Kerbel in Thüringen, Hecken-Kerbel, Engelse cow-parsley of rough chervil. De korte bek van de vruchten zorgde voor de Franse naam cerfeuil a fruits courts.

De naam nachtegaalskruid komt ook voor omdat het gewas nachtegalen zou aantrekken. Toeters werd het genoemd omdat het dijkbestuur van de Beemster een jaarlijkse schouw hield over onkruiden langs de dijk, die toeterschouw werd genoemd.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl