Triglochin

Over Triglochin

Zoutgras, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

18 soorten van lijnbladige planten.

Meerjarig en opgaand. De bladeren zijn rus achtig en min of meer vlezig met een schede aan de basis.

Bloemen zijn klein en aarvormig en staan aan een lange stengel zonder knopen, groenachtig.

Het geslacht heette vroeger Juncago, omdat de plant, net als de russen, in moerassige en natte plaatsen groeien.

Ze groeien in warmere gedeeltes aan de kust van Europa, in N. Amerika met 4 soorten en Australië.

Juncaginaceae, zoutgrasfamilie, nu Alismatales.

Triglochin maritima, L. (van de zee) Bladeren zijn dik, half cilindrisch en komen alle vanuit de wortel.

Het is een grasachtige plant met onaanzienlijke groen/gele bloemen van mei tot september.

Meerjarig.

Wordt een 70cm hoog.

Is veel groter en steviger dan de volgende, lichter gekleurd en heeft een ronde zaaddoos.

Is wijd verspreid in het Noordelijk halfrond langs de kusten en ook verder inlands.

Heeft een zoutige smaak.

Naam, etymologie.

Triglochin, Grieks tria: drie, glochis: spits, de vrucht van T. palustris is van onderen driekantig. Duits Strand Dreizack, Frans troscart, wat het begrip tres of trois: drie lijkt te hebben, Engels sea of shore arrowgrass, de spitse punten.

Zoutgras, de groeiplaats, schorrenzoutgras, moeraszoutgras, Duits Salzbinse, Salzgras, Frans mille-greux, troscart maritime.

Uit J. Sturm, www.BioLib.de.

Triglochin palustris, L. (van ’t moeras) Bladen zijn lijnvormig en succulent en komen alle vanuit de wortel, glad en vrijwel opgaand.

Heeft dunne bloemaren. De bloemen staan verspreid op het bovenste gedeelte van de stengel, groen, soms met wat roods en tot een halve meter lang.

Komt voor in drassige, ook zilte graslanden.

Vee is dol op deze plant.

Naam.

Strandzoutgras, moeraszoutgras, Engels marsh arrow grass, Duits Sumpf-Dreizack, Frans troscart des marais.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/