Basselinia
Over Basselinia
Kentia gracilis,Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariƫteiten.
Naam, etymologie.
Basselinia is genoemd naar de Franse poet Olivier Basselin, 1400-1450.
Mooie doornloze palmen komen voor in dit geslacht. Het zijn hoge of middelhoge slanke palmen met een gedrongen kroon en gelijkmatig geveerde bladeren waaraan lange toegespitste bladveren zitten.
10 soorten komen voor op de Molukken, Nieuw-Guinea, de Lord Howe-eilanden en Nieuw Zeeland met de Chatmin-eilanden.
Meerdere soorten zijn als harde en mooie sierplanten bekend.
Zie Howea, de naam Kentia is meest voor dat geslacht.
Palmaceae, palmenfamilie, Areca klasse, subklasse 2, Euareceae.
Nauw verwant aan Hedyscepe en Rhopalostylis.
Uit davesgarden.com
Basselinia gracilis (Brongn. & Gris) Vieill. (sierlijk) (Kentia gracilis, Ad. Brongn. et Gries.) wedijvert met Cocos weddeliana in elegantie.
Planten.
De dode punten op het einde van de bladeren, de kort blijvende nieuwe bladeren en het geelgroen van de bladeren die ondanks de goede verzorging verschijnen.
De dode punten aan de bladeren verschijnen als de plant op een voor hem wat ongunstige plaats staan. In de kweekkas stond hij in een vochtige omgeving met voldoende licht. Ook door er tegenaan te lopen zullen er dode punten verschijnen.
Als de palm te droog heeft gestaan laat die dat na een paar dagen zien door het dor worden van de punten. Water geven vraagt volop aandacht.
Tocht is funest. Met tocht komen er luizen, vooral dopluizen. Was ze af met een lauwe sponsje die in een zeepoplossing gedoopt is. Zo kan ook geregeld het stof verwijderd worden. Door te kort bovenlicht blijven de bladeren kort. Geef ze voldoende licht, maar geen felle zon. Ze behoeven weinig verpot te worden. Geef af en toe een beetje meststof, maar voorzichtig want palmen zijn gevoelig in hun wortels.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl