Myricaria

Over Myricaria

Duitse tamarisk, vorm, heesters, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit F. Krebs.

Een geslacht van een tien soorten in Europa tot China. Nauw verwant aan Tamarix.

23 soorten komen voor in Noordelijk gematigde zone, 10 in China, 1 soort in Midden Europa.

Winterharde, struikachtige of half heesterachtige planten met afwisselend staande schaalachtige bladeren en met eindstandige vaak trosachtige staande roze of witte bloemen.

Myricaria germanica, Desv. (Germaans, uit Duitsland) (Tamarix germanica, L)

Bladeren zijn klein en blauwachtig/groen, lancetvormig maar groter dan die van de Tamarix.

Opgaande struik met geel/groen tot purper/rode twijgen.

De bleekroze bloemen staan in eindelingse dichte trossen. Ze verschijnen in juni tot september op het eind van de jonge loten in gedrongen aren.

In het najaar als de driekleppige zaaddoos openspringt zie je de witte haarbundels er in.

Kan wel meer dan een paar meter groot worden, zelfs meer dan 2,5m.

Het is een altijdgroen heestertje die afkomstig is uit Z. Europa en W. Azi, vooral vloedoevers of in uitgedroogde rivierbeddingen. Is beschreven in 1582.

Naam, etymologie.

Myricaria: lijkt op de myrike (tamarisk) van de ouden.

Dodonaeus) (a) ‘De gewone Tamarix boom, te weten die klein en laag blijft, groeit aan de kanten van de lopende wateren en op plaatsen die soms onder het water liggen en daar de vloed overloopt en soms ook omtrent de poelen, meren en staande wateren en meestal in steenachtige of gruisachtige grond, want het bemint de vochtige aarde daar veel zavel en steen is. Men vindt hem veel in Hoogduitsland en in de landen die daaraan palen en in Italië, Spanje en zelfs ook in Griekenland. Dan de grote tamarisboom (Tamarindus) groeit in Syrië en in Egypte en ook in een eiland omtrent Arabië dat Tylos heet, zoals Theophrastus betuigt. Dit heesterachtig of boomachtig gewas is in het Latijn Tamarix genoemd of Myrica, in de apotheken Tamariscus, van Octavius Horatianus Murica, in het Grieks Myrice en in onze taal tamarisch-boom, in het Hoogduits Tamarischen holtz, Tamarischenbaum en Portz, in het Frans tamaris of tamarisque, in het Italiaans tamarigio of tamarico, in het Spaans tamargueira en Tamarix, in het Engels tamarisch en in het Boheems tamaryssk.

De gewone en kleine soort van dit gewas die weke en tere twijgen heeft of, zoals Dioscorides zegt, diegene die in Griekenland en in Italië groeit wordt van sommige voor de wilde tamarisboom gehouden en Myrica silvestris in het Latijn of Myrce agria in het Grieks van dezelfde Dioscorides genoemd.

In al deze landen is dit gewas goed bekend en veel geacht, dan het is meestal wild en kan in de hoven niet goed aarden en vooral de soort die in Duitsland groeit die Tamariscus Germanicus heet en Duitse tamaris.’

Duitse tamarisk, Duitse Deutsche Tamariske, Deutsche Ufertamariske, wilder Tamarisken bij Bock, Engelse German tamarisk en in onze taal tamarisk, tamariss en Tamarix boom, maar meest tamarisch boom, in het Spaans taray of tamaray, als Clusius zegt.’

(Dodonaeus b) ‘Voorts zo wordt dit gewas in het Latijn soms Brya silvestris genoemd en daarnaar in het Italiaans brua en bruca, in het Frans bruyere sauvage, in het Hoogduits Birtzenbestz.’

In midden-Hoogduits Barz, Bertschen, Birtzenbertz, Burtschen, Rispelstrauch, Kerzenbaumstrauch, Warcz, Portz en Porst bij Fuchs, zie Myrica. Zwitsers Sandfevi, wilder Sevi. Frans laurier sauvage.

Gebruik.

Zie Tamarindus en Tamarix die dezelfde krachten hebben en al vanouds zo gebruikt zijn. Blijkbaar is de ‘tamaris’ al vanouds in gebruik en op andere soorten gezet en zijn de krachten onder elkaar vermengd. (141, 164) ‘De tamariscus en zowel de kleine (Myricaria) of heesterachtige als de grote of boomachtige (Tamarindus) is in al zijn delen zeer nuttig om de gebreken van de milt te genezen en vooral het hout wat de milt vermindert en verlicht van diegene die dezelfde te vol hebben van melancholische of zware vochtigheden waarom dat ook vele mensen die van zulk gebrek gekweld zijn eten en drinken uit de schotels en kroezen die van het tamariscus hout gemaakt zijn wat Lobel ook betuigt die schrijft dat in Italië tot dat doel kroezen en koppen van dit gewas gemaakt worden en Clusius zegt dat hij in Duitsland tonnetjes of kroesjes van de tamarisboom die aan de Rijnstroom groeit gemaakt heeft gezien die elk meer dan een half pint, dat is rond negen, tien of meer ons nat inhouden mogen. Andere genezen die miltzucht met de wijn daar de kolen van het verbrandt tamarisboomhout in geblust zijn. Andere koken de tere spruiten en schorsen in azijn en leggen ze van buiten op de milt. Maar andere leggen de takken en bladeren van die in wijn en laten die daarop teren en gebruiken die wijn voor hun gewone drank in de miltzucht. Ja sommige willen de varkens er mee genezen die met volheid van de milt gekweld zijn en gieten in hun drinkbakken water daar gloeiende kolen van tamarishout in geblust zijn of gieten hun water in troggen of goten van dat hout gemaakt en zeggen, naar het schrijven van Plinius, dat de varkens die lange tijd van dat water gedronken hebben tenslotte geen milt meer behouden. Sommige achten die niet, maar raden aan dat men de tere bladertjes en scheutjes stoot en het sap met wijn aan de miltzuchtige mensen ingeeft.

Dan ze verbieden de vrouwen dit gewas veel binnen het lichaam te gebruiken want het maakt hun onvruchtbaarծ

Planten.

Houdt wat van wat schaduw en vochtige standplaats.

Vermeerdering door deling of afleggen. Zomerstek in juli, 1% ibz, ook winterstek en dan is geen groeistof nodig.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/