Spartium

In dit geslacht komen mooie kruiden voor die hoofdzakelijk gekweekt worden vanwege de fijne heldergele bloemen.

Grote gele bloemen in eindstandige en losse trossen, kelk is 1lippig en diep gespleten, vlag zeer groot, de kiel loopt puntig toe, vleugel en kiel zijn vergroeid met de meeldraadbuis. Peul is lijnvormig en meerzadig.

1 soort komt voor in het M. Zeegebied en Canarische eilanden, lijkt wat op onze bezembrem.

Fabaceae, vlinderbloemige, Genista klasse.

Uit Fuchs.

Spartium junceum, L. (met blad als Juncus) De Spaanse brem vormt een losse vertakte struik van manshoogte met taaie en biesachtige groene, ronde en wat gestreepte twijgen.

Een plant vrijwel zonder bladeren. Het blad is meestal een verbrede steel en als het blad er wel is, vooral aan de jonge twijgen, ruitvormig en 2cm lang, van onderen blauwgroen en spoedig afvallend.

Losse trossen van heldergele en welriekende bloemen van 2-2.5cm lang met zeer grote vlag in juni/juli en vormt een bloemenzee op de bezem.

Lijnvormige peulen van 5-10cm lang die glanzende zaden bevatten.

De bezemstruik komt uit Spanje en Portugal en wordt 150-200cm hoog. Is beschreven in 1548.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘De vreemde soort wordt van sommige Genista Italica, dat is Italiaanse brem, genoemd of Genista peregrina, dat is vreemde brem.

Die heeft blinkend zaad als linzen en groter dan dat van de gewone en heet in Spanje hiniestra en yniestra, zegt Clusius, in het Latijn Spartium Graecorum of Spartium Dioscoridis, Genista Africana of Genista Hispanica, dat is Spaanse brem zo Lobel het noemt die het ook in het Latijn Spartium Dioscoridis Narbonense & Hispanicum noemt, in het Portugees giest, in het Engels Spanisch broome’.

Spaanse brem, Engelse Spanish broom of Spanischer ginster, Franse genet d Éspagne, Duitse en Spanischer Ginster, dit naar de vorm en afkomst.

In de artsenijmiddelenleer van Dioscorides werd een heilplant als Spartion vermeld, bij Galenus heet het Sparte, het is mogelijk dat dit deze plant was die door Linnaeus Spartum scoparium, L. genoemd werd. Spartium komt van het Griekse sparton of spartos, touwwerk, naar de flexibele scheuten.

(b) Bezembrem naar het gebruik, Engels rush broom, weavers broom, Duitse Besen- of Binsenpfriemen, Pfriemenstrauch.

Gebruik.

De biesachtige twijgen werden gebruikt om er manden en vlechtwerk van te maken. De bastvezels dienden voor matten en touwen.

Planten.

Een aparte plant die geschikt is voor droge, zonnige en kalkrijke plaatsen. Is wel zeer vorstgevoelig en vriest tot de grond toe af. De plant wordt in toch het voorjaar gesnoeid, zal opnieuw uitlopen. Kan zelfs in vorm geknipt worden.

In februari zaaien bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl