Lamiaceae

Labiatae, de familienaam is afgeleid van Latijn labium: een lip, het is de

De nieuwe naam is Lamiaceae, van Lamia: de geopende muil.

Deze grote familie, van meer dan 57 geslachten en 2500-3000 soorten, omvat kruiden, kleine struiken of halfstruiken, zelden zijn het bomen. Ze komen wijd verspreid voor, de meeste worden in subtropische gebieden, vooral rondom de M. Zee, en koelere delen van het noordelijk halfrond gevonden. Ze komen niet voor in heel koude klimaten.

De meeste bezitten een aangename eigenschap die hun sinds onheuglijke tijden een bijzondere hoge reputatie heeft verschaft, namelijk de geur. Ook zijn ze geroemd om hun medische kwaliteiten. Over het algemeen bezitten ze meestal geen schadelijke stoffen.

Planten in deze familie hebben meestal vierkante stengels en zijn vaak sterk behaard.

Opvallend kenmerk is tevens dat het blad kruisgewijze tegenover elkaar staat.

De 2slachtige bloemen met duidelijk 2lippige kroon zijn tweezijdig symmetrisch en vertonen een aanpassing aan insecten bestuivers. De bloemkroon is buisvormig en in de regel aan de rand in twee delen, boven- en onderlip, gespleten. Van de vier of 3 meeldraden zijn er twee meestal langer dan de beide andere. Het vierdelige en bovenstandige vruchtbeginsel ontwikkelt zich tot een splitvrucht die in vier nootjes uit elkaar valt die door de 5 tandige kelk omgeven zijn.

De familie is verwant aan Verbenaceae en de Boraginaceae, ook met de Scrophulariaceae en Acanthaceae.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl