Tagetes

Over Tagetes

Afrikaantje, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit E. Step.

Een geslacht van Amerikaanse één- en meerjarige kruiden 5-225cm.

Bladeren tegenovergesteld of afwisselend geplaatst, veel ingesneden en zelden gezaagd.

Bloemhoofden van verschillende grootte, geel of oranje en in sommige soorten gemarkeerd met rood en sterk ruikend.

52 soorten komen voor van Nieuw Mexico en Arizona tot Argentinië.

Asteraceae, Helenium klasse.

Indeling.

Vele hybriden zijn afkomstig uit Duitsland, Engeland en Amerika.

Voor tuingebruik zijn de afrikaantjes te verdelen in 2 groepen, gebaseerd op de vorm van de groei. Tagetes erecta en Tagetes lucida zijn wat opgaand met een wat open groei, terwijl Tagetes patula en Tagetes signata meer spreidend en bossig zijn, de lagere takken liggen vaak op de grond en kunnen daar zelfs wortelen.

=Tagetes erecta, L. (opgaand) is een sterk riekende eenjarige met mooie en opvallende oranje/gele bloemballen.

De plant groeit tot nogal fors uit, los, met wel een meter hoogte.

Nu zijn er ook lage vormen die nog steeds de grote bollen bezitten waardoor de planten wel onder hun hoofden lijken te bezwijken. Wel zijn het goede snijbloemen voor diegenen die van hun geur houden.

Het type was oorspronkelijk lemon/geel. De kleur gaat nu van lichtzwavelgeel tot diep oranje, veel van die lichte kleuren zijn zeldzaam bij bloemen. Ook zijn er nu niet ruikende vormen.

Het blad is veerdelig en met lancet- tot lijnvormige met gezaagde slippen.

Uit Mexico.

Vormen.

Burpee Gold’ is een reukloze afrikaan. ‘Sovereign’ is een hoge goudgele en ‘Toreador’ is groot in helder oranje.

In de ‘Jubilee-serie’ zijn de kleuren kanariegeel, goudgeel en lichtoranje op 50cm hoogte. De ‘Lady-serie’ is 35 cm.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘De Hoogduitsers noemen het Indianische blumen en Indianische nagelin, dat is bloemen of anjers van Indië en daarnaar noemen de Fransen het ook oeilletz d’Inde, de Italianen noemen het garosani Indiani’.

T. erecta kwam vanuit Mexico naar Spanje en werd in Engeland eerst bekend als Indische roos of anjer.

Dodonaeus (b) De Brabanders en de Vlamingen noemen deze bloemen gewoonlijk Tunisbloemen. Men noemt ze tegenwoordig op het Latijn Flos Africanus en Flos Tunetensis, dat is bloem van Afrika of bloem van Tunis’.

Na de succesvolle veldtocht van Karel de V. tegen de Moorse vesting in Tunis in 1596 werd het Flos Africanus genoemd. In Engeland dacht men dat het plantje daar vandaan kwam. Zo werd het Africanus Flos, Africaanse bloem of Tunis bloem. Het afrikaantje, Duitse Afrikane- of Tuneserblume, Studentenblume, Sammetblume, Samtblumen, Franse fleur africaine, fleur de Tunis en Tagete rose d’Inde, Engelse African marigold en Turkey gilliflower.

Dodonaeus © ‘Dan Valerius Cordus geeft ze de naam van Tanacetum Peruvianum, al of men zei reinvaarn van Peru, naar de grote gelijkenis die deze bloem heeft aangaande haar bladeren met de reinvaarn en ook naar het deel van Amerika dat men Peru noemt waarvan de Hoogduitsers geloofden dat deze bloemen eerst gebracht waren’.

Dodonaeus (d) ‘Maar Gesnerus noemt ze in het Latijn Caltha Africana, dat is Afrikaanse goudsbloem, en verzekert dat ze in de Moorse taal pedua genoemd is. Sommige geloven dat ze de Flos Petilius van Plinius mocht wezen, maar de Flos Petilius daar Plinius van spreekt is een bloem die in de herfst bloeit en omtrent de hagen groeit en alleen gezocht wordt vanwege haar kleur waarmee ze op de wilde roos lijkt. Ze is in Italië van sommige ook bekend met de naam Othonna of Othona, te weten de grote soort. Dan Lobel toont aan dat ze de echte Othonna niet is.

De bloem van de kleine soort van Tunisbloemen zijn van kleur gemengd tussen de gouden en de purperen en hebben de bladeren zo dik en stevig en ook blinkend dat ze eigenlijk van fluweel schijnen gemaakt te wezen waarom ze hier te lande ook fluweelbloemen van vele genoemd wordt’.

Het Afrikaantje verscheen in 1596 in Europa en wel T. patula en in 1573 T. erecta. De eerste was bij de Azteken bekend als de fluweelbloem.

Mexican marygold, de cempasúchil wordt ook de bloem van de dood genoemd in Mexico (Flor de Muertos) en wordt gebruikt in de dag van Día de los Muertos op 2de november. Duitse Totenblume. Het woord cempasúchil (ook als cempazúchil) komt van de Nahuatl term voor de bloem zempoalxochitl; 20 bloemen. Werd medisch gebruikt al in voor Spaanse tijden.

Dodonaeus (e) ‘Deze mooie maar vergiftige bloem wordt van sommige Tagetes met een vreemde of zo ze zeggen Moorse naam genoemd en van andere Carasie’.

Tagetes is zo genoemd naar de Etruskische godin Tages, die hun de kunst van waarzeggerij bijbracht. Tages, zoon van een genius en kleinzoon van Jupiter, kwam eens bij Tarquinii terwijl een boer bezig was om zijn land te ploegen uit een diepe voor te voorschijn. Op het geroep van de verschrikte man kwamen velen toesnellen. Tages onderwees hen in de Etruscische voorspellingskunst (haruspicina) en stierf terstond hierop. Sommige van zijn lessen waren opgetekend in de Acheruntici libri.

Gebruik.

Het gebruik was alleen van buiten want door haar reuk beschouwde men het als giftig. ‘Gerard, 1597, schrijft: “De onplezierige geur, speciaal van de gewone soort met enkele bloemen wijst erop dat ze van een koude en giftige natuur is. Dat is bevestigd door diverse experimenten’. ‘Ik herinner me’, zegt Dodonaeus, ‘dat ik een jongen zag wiens lippen en mond geweldig begonnen op te zwellen toen hij erop kauwde, hetzelfde als bij de scheerling, hij gaf ze aan een kat waar het verzacht was met verse kaas, die zwol geweldig op en stierf en kort daarop ook de muizen die ervan gegeten hadden. Al die dingen verklaren dat de plant zeer giftig is en ik kom tot de conclusie dat aan de plant niet geroken of geraakt moet worden, nog minder gebruikt in voedsel of als medicijn”.

Symbool van een vulgaire geest.

‘Die zijn gezondheid bemint behoort de Tunisbloemen niet te ruiken want de reuk allen maakt het hoofd zwaar en veroorzaakt een suizeling en ook een vallende ziekte en daarom moet men die in de hoven niet zetten dan daar waar de kinderen niet bij kunnen komen zodat er hun van deze bloem niets miskomt als ze die ruiken, smaken of in de mond steken zoals de kinderen plegen te doen.’

Langs kunstmatige weg zijn de zeer groot wordende bloemen verkregen doordat de zaden behandeld zijn met de giftige stof colchicine.

Uit Curtis botanical magazine.

Tagetes lucida, Cav. (glimmend, het blad) is beschreven in 1798

Zachte, meerjarige plant van een halve meter hoogte.

De bloemhoofdjes groeien in eindstandige trossen met gele of oranje bloemen.

Uit Mexico en centraal Amerika.

Naam.

Dit is een sterk riekende overblijvende plant, Mexicaanse dragon, de Amerikanen noemen het sweet scented marigold, de Engelsen Mexican marigold, Mexican mint marigold of Texas tarragon. De bloemen geuren duidelijk anders dan de voorgaande.

Gebruik.

Deze plant groeit in de Mexicaanse staten Nayarit en Jalisco. Het is de Huichols van Mexico, het kruid wekt visioenen op door deze plant en Nicotiana rustica te roken. Daarbij drinken ze vaak een gefermenteerde drank van Maïs en tequino of Cao om heldere visioenen op te wekken.

Uit; http://www.noordwijkbuiten.nl/?page=producten&cat=3&product_id=185

Tagetes minuta L. (klein) Opgaande plant, 0.6-2m hoog.

Kleine witte bloemen.

Uit Zuid Amerika.

Aaltjeshaag, onkruidkiller, is een groenbemester en aaltjes bestrijder, southern marygold, stinking roger, black mint. De gedroogde bladeren worden als eetbaar kruid gebruikt en hebben een appel geur, wel voorzichtig er mee zijn, kan uitslag geven.

Uit Fuchs.

Tagetes patula, L. (spreidend of sterk vertakt) patula heeft kleinere bloemen dan erecta.

De oorspronkelijke soort was zeer variabel in kleurmarkeringen op de bloemen die van vrijwel puur geel tot bijna puur rood liepen. Nu zijn ze er in allerlei kleuren en zelfs witte.

De hoogte is beduidend lager, 20-30cm.

Ook vertakken ze sterker, al vanaf de voet.

Het blad is dik, donkergroen en veerdelig.

Uit Mexico en Nicaragua.

Vormen.

Die met dikke bloemen worden de nugget vormen genoemd en de laagblijvende de nana.

Er zijn enkele als dubbele vormen. Ook de hoogtes kunnen verschillend zijn. ‘Dainty Marietta’ en ‘Naughty Marietta’ zijn enkelbloemig en respectievelijk 25 en 35cm groot, geel met bruine vlekken. ‘Rusty Red’ is 40cm in groot roestbruin met gele bloemen. ‘Tangerine’ is helder oranje van 30cm.

Zeer bekend zijn de zogenaamde ‘Petite’ afrikaantjes. Die omvatten een 5tal typen die 20cm laag zijn bij rijke bloei. Verder is er de ‘Bonita-serie’ die compact van bouw zijn met grote bloemen. De mooiste hieruit zijn ‘Bolero’ in mahonierood met goudgeel en ‘Picador’, goudgeel met donkerrode vlekken.

Naam, etymologie.

(a) In Engeland is deze vorm bekend als Franse fluweelbloem, naar de overlevering dat ze met de Hugenoten in de Bartholomeus nacht in 1572 uit Frankrijk naar Engeland zou zijn gekomen. French Marigold.

(b) Hochmutsblome, turkische Nelke of Tuniserblume.

Uit Curtis botanical magazine.

Tagetes tenuifolia, Cav. (dun-, klenie bladeren) (Tagetes signata, Bartl.) (goed gemarkeerd, getekend) Ook een sterk riekende plant van 30-50cm.

Dit is een eenjarige vertakkende soort.

De gele en heldere bloemen zijn klein, maar er zijn er vee en steeds enkelbloemig. Bloeien rijk en geven rijk zaad, de bloei is dan snel afgelopen.

Is afkomstig uit Peru en is beschreven in 1593.

Hiervan zijn vele vormen en hybriden.

Vormen.

Pumila’ is een fijn bladige lage soort en kan ook enige schaduw hebben. 30cm. ‘Lemon Gem’ is citroengeel, ‘Golden Gem’ is oranjegeel en ‘Orange Gem’ donkeroranje.

Naam.

Striped marigold, Studentenblume, slender leaved marigold.

Aaltjes.

Door de speciale geur van de afrikaantjes worden witte vliegen verdreven. Afrikaantjes scheiden een stof uit waar grondaaltjes een hekel aan hebben en om die reden wordt het afrikaantje wel aangeplant met rozen die gevoelig zijn voor die aaltjes.

Het was een Hollander die de vorm ‘Colorado Sunshine’, een Tagetes erecta vorm, plantte na verwijdering van zijn narcissen als snijbloem en gelijk vond dat hij dat de plant de aaltjes bestreed. Hierna ging men dit onderzoeken. Toch is het hier (nog) niet zo’n succes. De soort die het beste tegen aaltjes werkt lijkt de lager groeiende T. patula te zijn. Maar die wordt overwoekerd door het onkruid. En in onkruid blijven veel aaltjes over. Om die reden zou een groot groeiend soort gebruikt moeten worden, maar die werken weer niet zo best. Beter voor dit gebruik is Tagetes minuta, die bestrijdt niet alleen aaltjes, maar ook kweek en andere wortelende kruiden, verder Convolvulus, Glechoma, zevenblad en paardenstaart. De letale actie werkt alleen op zetmeel houdende wortels en heeft geen effect op houtige wortels als die van heesters en struiken. Waar het kruid groeide was de grond verrijkt en schoon gemaakt.

Uit Redoute.

Niets nieuws.

Naar archeologische vondsten zijn de krachten van dit Mexicaanse kruid geen nieuwe ontdekking. Zijn bloemen zijn geïdentificeerd als diegene die afgebeeld zijn bij verschillende oogsten zoals die geverfd zijn op vazen. Die vazen werden begraven met Chimu boeren en tuinlieden van het oude Ecuador, en die van de Chavins van Pre-inca tijdperk. Een civilisatie die duizenden jaren leefden van tomaten, aardappelen, bonen en maïs. Deze plant was geheiligd aan hun goden van landbouw die deze mensen in staat stelde steeds en succesvol eeuwenlang op dezelfde gronden te kweken, samen met guano, de vogelmest en visafval. Voor hen was het kruid van de goden.

Zaden werden naar een Australische hortus gestuurd en daar bloeiden en groeiden ze heerlijk, zaden werden op alle mogelijke manieren getransporteerd en zo werd het een gewoon onkruid in Australië. Gedurende de oorlog van 14-18 kwamen sommige zaden in voer mee van Australische artillerie in Z. Afrika. Ook hier hield ze van het land en overrompelde het als een bloeiend onkruid.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/