Ceanothus
Over Ceanothus
Amerikaanse sering, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit J. C. Krauss.
Een geslacht van bladverliezende of meestal altijdgroene struiken of kleine bomen, 0.50cm tot 6m.
Ze worden gekweekt om hun mooie witte, blauwe of roze bloemtrossen.
Bladen staan afwisselend en soms tegenoverstaand, kort gesteeld, gezaagd of gaaf en meestal 3 nervig.
Bloemen staan in kleine schermen die trossen vormen, wit, roze of blauw. Ze zijn waardevol vanwege de herfstbloei. De bloemen zijn meestal 5delig, vruchtbeginsel driehokkig en gewoonlijk iets onderstandig.
50-60 soorten komen voor in Amerika en het meest in de Pacific kustgebieden. Ze groeien veel in het wild in Californië, het is de Californische sering.
Rhamnaceae, wegedoornfamilie.
1. =Ceanothus americanus, L. (uit Amerika) Bladstelen zijn 6-12mm lang.
Bladeren 3-8cm lang en dofgroen, onderzijde grijs/groen en behaard, aan de bladvoet drienervig, top toegespitst.
Nauwelijks een meter hoog en rechtop groeiend, opgebouwd uit fijne takken met kleine blaadjes bloeit het gewasje vanaf juni tot in de herfst met trossen witte bloemen die de struik in een witte waas hullen.
Amerikaanse sering is afkomstig uit de Atlantische kuststrook van N. Amerika en is de sterkste soort.
Sinds 1713 is de plant bekend in Europa. Het kwam in de tuin van bisschop Compton te Fulham. Het gewas groeit daar in wat warmere gebieden dan bij ons. Kan goed tegen zeewind, in de winter de voet wat bedekken, op liefst wat kalkrijke grond. Snoeien als Buddleja.
Deze groeit ook op wat mindere grond en wordt gekweekt van zaad.
Naam, etymologie.
Ceanothus is een oude Griekse naam, keanothos of keanotos, een naam die gegeven is door Theophrastus aan een nu onbekende doornige plant, mogelijk Cirsium arvense.
Het is de Amerikaanse mountain sweet. De lieveling van de bergen die het in een wazige mist hult. Het was een van de schatten van kapitein Baudin, een Franse onderzoeker, die de struik meenam uit Centraal Amerika, Mexico.
Duitse Amerikanischer Thee of Sackelblume, -strauch, Franse ceanothe en de Engelse New-Yersey-tea, red root, California lilac, wild snow ball, onze Californische sering, Duits Sckelblume, Kalifornischer Flieder.
De Indianen dronken een thee die gemaakt was van deze plant en noemden het pong-pong thee, een zwarte thee die in de koloniale tijd ook door de blanken gebruikt werd.
Gebruik.
Dit is een van de vermeldenswaardige planten uit Amerikaanse literatuur vanuit de koloniale dagen in verband met de Amerikaanse revolutie.
Nadat de Britse thee gedumpt was in de havens werden vervangers gezocht. De kennis hiervan leerde men van de Indianen, vele stammen gebruikten deze plant voor medicinale zaken. Zo leverde de Ceanothus dan de New Yersey thee. Symbool van terugkaatsen.
Een soort wordt soapbloom genoemd en die naam kreeg de plant omdat de verse bloemen een prima zeepsop geven als ze verwond worden, in water gewreven maken ze de huid zacht en heerlijk geurend.
De indianen gebruikten de wortels als geneesmiddel tegen koorts en als middel tegen ontsteking van slijmvlies.
Uit www.bbc.co.uk
Ceanothus x burkwoodii, Burkw. (Burkwood & Skipwith, kwekers te Kingston on Thames, Engeland) = kruising van floribundus x delililianus.
Een meestal groenblijvende, rijk bloeiende struik. Staat in groei en bloeiwijze tussen beide ouderplanten in.
Donkergroene, eivormige bladeren zijn aan beide einden afgerond en fijn getand, de achterkant grijsachtig behaard, 1.5-4cm lang.
Flinke trossen van talrijke kleine, donkerblauwe bloempjes in juli/oktober.
4 .
Ceanothus x delilianus Spach. (A. Raffeneau Delile, Franse botanicus, 1778-1850)
Hybriden uit C. americanus x C. caeruleus worden veel gebruikt.
Planten van 80-150cm hoog.
Ze hebben alle overeenkomende kenmerken: bladeren van 4-9cm lang en 6.5cm breed, van boven licht behaard en van onderen dicht grijs behaard, aan de bladvoet duidelijk 3nervig, eivormig of breed eivormig met afgeronde of zwak hartvormige bladvoet, top spits toelopend, bladrand onregelmatig afstaand en gezaagd.
Grote trossen van talrijke kleine, licht tot donker blauwe bloempjes in juli/oktober.
‘Gloire de Versailles’ is hier de bekendste van. Gewonnen door Christen, kweker te Versailles, Frankrijk. Deze hybride is ruim een meter hoog. In juli tot oktober wordt het plantje in wolken gehuld van hemelsblauwe bloemen. Wel vraagt de struik warmte en beschutting.
‘Gloire de Plantieres’ met lange donkerblauwe bloemtrossen.
‘Seon Simon’ met helderblauwe bloemtrossen. Deze laatste twee zijn gewonnen door Simon-Louis freres, kwekers te Plantieres, Frankrijk.
‘Ciel de Provence’ heeft zeer grote trossen van zacht hemelsblauwe bloemen, gewonnen door Fabre, pere & fils, kwekers uit Bagnols sur Ceze, Frankrijk.
Het zijn attractieve heesters, geen planten van verwoestende persoonlijkheid bij de eerste kennismaking, maar aangenaam om mee te leven en worden van jaar tot jaar beter gepoederd in het kleed met meer blauw. Mooi zijn ze tegen een witte muur of oranje Kniphofia. Op bodembedekkers komen ze goed uit. Blauw is overigens een zeldzame kleur bij heesters en waardevol in het landschap.
‘Henry Desfosse’ geeft zeer donkerblauwe bloemen.
‘Indigo’geeft indigo blauwe bloemen. Groeit niet zo sterk en moet meer beschut worden.
“Albert Pittetռ,’ is paars/roze.
‘Moncha, bloeit in juli mooi blauw, altijdgroen.
Er zijn vele hybriden, cv’s in vele kleuren en vaak van een poederblauw die allen meest voor de winter wat zwakker zijn dan de oorspronkelijke vorm. Iets afvriezen is niet zo erg, want in het voorjaar moeten ze toch teruggesnoeid worden. Ze bloeien dan ook op het jonge hout en worden dan een meter hoog. De bloei is in de zomer/najaar met een mooie blauwe bloempluim, soms meer dan 200 bloemen in een enkele tros. Het blad versterkt, door de grijsachtige onderkant, het wazige van de plant.
Uit Edwards botanical register.
Ceanothus x pallidus Lindl. (bleek) =kruising van delilianus x ovatus en wordt 60-125cm hoog.
Langwerpige en wat gezaagde, stompe bladeren zijn tot 6cm lang en aan de achterkant op de nerven behaard.
Losse struik met opstaande twijgen.
Trossen van talrijke, bleekblauwe tot witachtige bloempjes in juli/september.
‘Plenus ‘heeft dubbele, zuiver witte bloemen die in knop meestal wat roze zijn. Gewonnen door Simon Louis freres, kwekers te Plantieres, Frankrijk.
‘Roseus’ heeft trossen van licht tot donkerroze bloempjes. Gewonnen door Baumann freres, kwekers te Bollwiller, Frankrijk. Hiertoe behoren ook de vormen.
‘Marie Simon’, met korte trossen van vleeskleurige bloemen.
‘George Simon,’ met zachtroze bloemen. Beide gewonnen door Simon-Louis freres, kwekers te Plantieres, Frankrijk.
‘Perle Rose’ met helder roze bloemen is gewonnen door V. Lemoine, kweker te Nancy, Frankrijk.
5. uit l’illustration horticole
Ceanothus thyrsiflorus, Esch. (spiesvormige bloemen) Altijd groen blad is glanzend groen en wat leerachtig, zeer kort gesteeld en 4-5cm lang, eivormig, klein getand.
Jonge twijgen zijn sterk vertakt en groeien rechtop.
De lichtblauwe bloemen staan in smalle en korte pluimen en geuren iets.
Wordt in Californië wel 10m hoog maar is niet winterhard, in de winter vorstvrij bewaren.
Var. repens kruipt meer en vormt lage brede vakken.
Californian lilac, blueblossum.
Een kruising x rigidus leverde Ceanothus x veitchianus, Hook. (Engelse kweker fa. Jas. Veitch & Son.) Die is ook niet geheel winterhard en moet bedekt worden.
Blad is 0.8-2.5cm lang en glanzend donkergroen, ovaal.
Sterk groeiende struik met groene en sterk vertakte twijgen die aan de top wat behaard zijn.
Bloeit in juni/juli met donkerblauwe bloemen in korte gedrongen pluimen.
Veitch's blue blossom.
8. uit C. Loddiges.
Ceanothus caeruleus, Lag. (coeruleus) (hemelsblauw) Bladsteel is 1.5cm lang en viltig behaard.
Bladeren zijn 8-12cm lang en donkergroen, van onderen grijs viltig behaard en ovaal/lancetvormig.
Bloeit in juli met helderblauwe bloemen in tot 15cm lange pluimen.
Is niet winterhard maar werd als kruising gebruikt met de goed winterharde americanus.
Komt uit Mexico en wordt 2-3m hoog.
10. uit www.wnmu.edu
Ceanothus fendleri, Grey. (August Fendler, Duitse plantenverzamelaar, 1813-1883) Verspreid staande en lijn/lancetvormige bladeren zijn kort gesteeld en hebben drie nerven, gaafrandig tot fijn gezaagd met grijs/groen viltige achterkant, 1-1.5cm lang
Lage, doornige struik met liggende tot opstijgende twijgen, jonge twijgen zijn rond.
Witte/blauwachtige bloemen staan in korte trossen in juni/juli.
Is ook redelijk winterhard.
Is afkomstig van Santa Domingo tot New Mexico en Arizona en wordt 40-80cm hoog. Is beschreven in 1893.
15. uit forums.jardinage.net
Ceanothus prostratus, Benth. (neer liggend)
Tegenoverstaande bladeren zijn omgekeerd eivormig en getand, 7-25mm lang met meestal behaarde achterkant.
Jonge twijgen zijn behaard.
Kleine okselstandige trossen van lavendel/blauwe bloempjes in juli/augustus.
Groenblijvende en breed uitgroeiende struik met kruipende en vaak wortelende takken.
Uit Washington tot Oregon en Californië, wordt 20-50cm hoog. Is beschreven in 1889.
‘Albiflora’ heeft helder witte bloempjes.
Uit; http://oregonstate.edu/dept/ldplants/ceim7.htm
Ceanothus impressus Trel. (gezonken) Kan drie meter hoog worden, hier veel lager, en zeven meter breed.
Zeer vertakt met donkerbruine twijgen en stengels.
Altijdgroene bladeren zijn een 2cm lang en ovaal, spits toelopend en gerimpeld langs de kanten met klieren en grijze haren aan de onderkant
Bloeit met vele trossen van blauwe bloemen.
Santa Barbara Ceanothus komt uit Californie.
‘Victoria’ bloeit rijk met mooie blauwe kleur, laag blijvend en breed groeiend, bloeit intens blauw.
Vermeerderen.
Neem een topstek in augustus met drie bladparen, verwijder het onderste bladpaar, dan verwond je het ooggedeelte licht, zoals je met de duimnagel zou doen, afkloppen van het stekje. Planten in stekgrond, 4 delen gezeefde turfgrond en 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, (dat is gezeefde potgrond zonder mest) plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. De meeste stek moet in de winter vorstvrij worden gehouden. In buiten brengen na de ijsheiligen, half mei.
Zaaien kan ook, vooral van americanus, 3 maanden bewaren bij 2 graden en zaaien met 17 graden, zaad komt laat op.
Ook afleggen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl