Doronicum

Over Doronicum

Voorjaarszonnebloem, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit de.wikipedia.org

Deze planten komen met 25-35 soorten voor.

Ze groeien op gebergten van gematigd Azië en Z. en Midden-Europa.

Kruidige planten van 30-60cm hoog met vele geelbloeiende stralende hoofden. Geschikt als snijbloem.

Bladen staan afwisselend, de stengels zijn weinig of in het geheel niet vertakt, stengelbladen omvatten vaak de stengels. Meestal staat een bloemhoofdje op een stengel.

Asteraceae, Senecio klasse.

Doronicum austriacum, Jacq. (uit Oostenrijk) Alle bladeren zijn gewimperd, wortelbladen zijn hartvormig en gezaagd en vallen tegen de bloeitijd af, onderste stengelbladen zijn klein, de middelste groter en hartvormig, toegespitst en gezaagd, geoord en zittend, bovenste langwerpig tot lancetvormig en stengelomvattend.

Opstaande stengels zijn kantig en bovenaan dicht bebladerd en wat behaard met vele bloemen. Bloemhoofdjes van 5-6cm in doorsnede zijn goud/geel met lijn/lancetvormige omwindselblaadjes die lang zijn toegespitst en gewimperd, randvruchtjes zonder haarkroon in juli/augustus.

Uit O. Alpen en Apennijnen, wordt 50-90cm hoog. Is beschreven in 1816.

Naam.

(Dodonaeus) ‘Allergrootste Doronicum van Oostenrijk, in het Latijn Doronicum maximum Austriacum. De twee eerste Oostenrijkse soorten heten in die landen Gemswurtz.’

Voorjaarszonnebloem, Duitse sterreichische Gemswurz of wilder Taback, Engelse Austrian leopard’s bane, Frans doronic d’autriche.

Uit fri.wikipedia.org

Doronicum clusii, Tausch. (Ch. De lcluse of Clusius, Vlaamse botanicus, 1525-1609) Slappe bladeren die getand en zwak behaard zijn, gewimperd, wortelbladeren en onderste stengelbladeren zijn lijn/lancetvormig met gevleugelde stelen, de overige stengelbladeren langwerpig met wat hartvormige voet en stengelomvattend.

Rotsplant met opgerichte tot opstaande, hol en behaarde stengels met 1 bloem.

Donker goud/gele bloemhoofdjes zijn 5-6cm in doorsnede met lancetvormige, toegespitste omwindselblaadjes in juni/juli.

Uit de Alpen en Karpaten wordt 25-45cm hoog.

Var. villosum verschilt door de dicht wollige beharing.

Naam

Clusius’s s leopards bane, Duitse Steirische Gemswurz, Clusius-Gemswurz, Zottigen Gemswurz.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

=Doronicum grandiflorum, Lam. (grote bloemen) Wortelbladeren en onderste stengelbladeren zijn eivormig en stomp, bochtig getand en behaard met gevleugelde stelen, de overige stengelbladeren zijn eivormig met hartvormige voet, bochtig getand en stengelomvattend.

Rotsplant met opstaande stengels die behaard zijn met 1-5 bloemen.

Goud/gele bloemhoofdjes zijn 4.5-7cm in doorsnede met lancetvormige omwindselblaadjes die toegespitst en zacht behaard zijn in juni/augustus.

Uit de Pyreneeën en Alpen, wordt 30-50cm hoog.

Naam.

Grobltuige Gemswurz, Grokorb-Gamswurz. Kruid, wortelstok en bloemen bevatten een zoetstof waardoor het graag van gemzen, herten en zeugen gegeten wordt. Volksnamen: Hirschwurzen, Zigerchrut. De Sennen gebruiken het kruid om er een kruidkaas mee te kruiden. Omdat de plant door gemzen zo graag gegeten wordt en daarbij geen last hebben van duizeligheid, schwindelfrei zijn, hopen de gemsjagers en dakbedekkers door het gebruik van de wortel op Schwindelfreiheit. Ze zou daarbij ook nog kogel zeker maken als men op vrijdag bij nieuwe maan voor zonsopgang het opgraaft. Als middel tegen slapeloosheid moet je ze met wassende, blij slaapzucht met afnemende maan opgraven.

Uit www.about-garden.com

Doronicum orientale, Hoffm. (oosters) (Doronicum caucasicum) (uit de Kaukasus) Doronicum cordatum, Sch. (hartvormig) Vormt onderaardse uitlopers.

Wortelbladeren zijn rond/hartvormig en fijn getand met gevleugelde stelen, stengelbladeren zijn langwerpig en fijn getand, stengelomvattend.

Behaarde stengels zijn onderaan dicht bebladerd met meestal 1 bloem.

Donker gele bloemhoofdjes van 4-6cm in doorsnede in maart/mei.

De bekende voorjaarszonnebloem, is afkomstig uit de schaduwrijke bossen van de Kaukasus, Hongarije, Balkan en Klein Azi, 30-50cm hoog. Is in 1815 beschreven.

Var. magnificum verschilt door de veel grotere en diep goud/gele bloemhoofdjes.

Caucasican leopards bane. Kaukasus-Gemswurz.

Hybriden.

Fruhlingspracht,’ (‘Spring Beauty)’ is zuiver geel en gevuld. Met uitbundiger bloei dan de soort komt de helder gele ԍadame Massonծ

Uit hortus eystettensis.

= Doronicum pardalianches, L. (panter dodend) uit Midden en Z. Europa is zijn grote broer van een meter hoog met lichte en zacht behaarde stengels en bladeren.

Onderaardse uitlopers.

Opstaande en behaarde stengels die bovenaan vertakt zijn met 3-5 bloemen.

Wortelbladen zijn eivormig en spits, getand tot gaafrandig met gevleugelde stelen, de lagere staan aan lange stelen met twee brede oren aan de basis, stengelbladeren zijn eivormig en spits, getand tot gaafrandig met hartvormige voet en stengelomvattend.

Goud/gele bloemhoofdjes van 4-6cm in doorsnede met lancetvormige omwindselblaadjes die gewimperd zijn in juni/augustus.

Deze plant bezit bolachtige worteluitlopers en is geschikt als grondbedekker in schaduwrijke plaatsen.

De knolachtige wortel ruikt kruidachtig en smaakt bitter zoet, later scherp en is giftig.

Hartbladzonnebloem.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Dit kruid heet in het Latijn Aconitum Pardalianches en in onze taal plag het met de oneigen naam Doronicum niet bekend te zijn Voorts zo hebben vele kruidbeminnaars dit kruid Doronicum genoemd en zelfs meest alle apothekers plegen de worteltjes daarvan in plaats in de dranken en andere geneesmengsels te doen. Nochtans hetgeen dat de Arabische meesters Doronicum noemen verschilt zeer veel van deze plant. (verwisseling wel met Aconitum) Dan het Doronicum noemt dezelfde Avicenna in zijn taal durinigi, te weten in het 209de kapittel en beschrijven de werking die nochtans veel de wortels van ons Pardalianches (dat ze kwalijk Doronicum noemen) zeer verschilt. Dit kruid wordt van de Arabische meesters Haronigi, Doronigi of Durugin genoemd en in de apotheken Doronicum en in Venetië Dulcichinum.’

De naam Doronicum wordt al gevonden bij Gessner. De naam is afkomstig uit het Arabisch/Perzisch daraniya voor goud. Of Grieks dory: lans, eikon: beeld, de wortelbladen hebben enige gelijkenis met een lansspits. Of ontstaan uit Dorycnium, vergelijk Plinius XX1. 105: ‘Hoc est venemum, quod innocentissimi auctores simpliciter dorycnion appellavere ab eo quod cuspides in proeliis tinguerentur illo passim nascente.’ De plant werd tot vergiftiging van speren gebruikt. ‘Demopho autem, quod ad inferendam mortem pares, vires habent, ut docet Gorr.’’De plant zal net zo dodelijk werken als een speer. De door Necker en Koch gebruikte geslachtsnaam Aronicum moet de overeenkomst met Arnica duidelijk maken. Frans doronic en tabac des Vosges: tabak uit de Vogezen, Italianen, Spanjaarden en Portugezen noemen het doronies.

Dodonaeus (b) ‘Aconitum heet kleine Aconitum Pardalianches en deze heet tweede of grootste Aconitum Pardalianches, in het Latijn Aconitum Pardalianches alterum, in het Grieks heten ze beide Aconiton Pardalianches of ook Kammoron, Myoctorion, Thelyphonon en Theriphonon. Aangaande hetgeen dat eigenlijk Aconiton heet verschilt zeer veel van deze kruiden daar we nu van handelen want dat is de gewone wolfswortel. Het Myophonon (wat even zo betekent als Myoctonon als of men muizenmoordenaar zei) wordt door Theophrastus onder de half heesterachtige spruiten met de geslachten van Ferula, venkel, rosvenkel en meer andere diergelijke beschreven. Het Telyphonon schijnt met het Aconitum Pardalianches van Dioscorides overeen te komen want zoals hij in zijn 9de boek schrijft; ‘Thelypho’ ondat sommige Scorpion noemen is zo geheten omdat het een wortel heeft die van gedaante op een schorpioen lijkt.’ Plinius handelt van het Thelyphonon en het Aconiton ook op verschillende en aparte plaatsen en van het Thelyphonon schrijft hij dat het Scorpius genoemd is en verhaalt al hetgeen dat Theophrastus van zijn Thelyphonos gezegd heeft en van het Aconiton spreekt hij in het 11de kapittel van zijn 27ste boek, dan daar herhaalt hij bijna hetzelfde dat hij tevoren van het Thelyphonon geschreven heeft wat Theophrastus nochtans van zijn Aconitum niet schrijft.’

Doronicum werd dus als een soort van Aconitum of panter of wolf dodend gezien. Pardaliaches betekent, panter verstrengelend, pardalio is een luipaard en agho: verstrengelen of wurgen. Dit woord is afkomstig uit het Grieks pardaliagkhes, een naam van een plant die beschreven werd door Dioscorides en waarschijnlijk een synoniem was voor de akoniet. Engels heeft common (ook cray fish) leopard’s bane en panther-strangler, Duits Leopardenwurger en Frans herbe aux pantheres. Het was ook al een twistpunt in vroegere dagen. De heilzame werking van deze Doronicum was een twistpunt tussen de beroemde botanisten Matthiola en Gessner. Deze laatste zou door de proef op de som te nemen, bij zichzelf met deze plant, daaraan gestorven zijn of in ieder geval zwaar ziek zijn geworden.

Dodonaeus; ‘Oostenrijks Doronicum wordt van de jagers in Oostenrijk gebruikt tegen de draaiing van het hoofd, leert Clusius, en wordt voor zeer nuttig gehouden om de krachten te vermeerderen. Men zegt dat de wilde geiten van de wortel zeer graag eten en zichzelf ermee voeden en daarvan groeit in hun maag een rond hard bolletje dat men gebruikt tegen de bezwijming en draaiing van het hoofd waar naar die kracht dit kruid Schwindelwurtz in het graafschap van Tirol genoemd wordt en het voor vermelde balletje of bolletjes noemen ze Gemsenkugel en worden meestal gevonden in de magen van de geiten die men in de maand van november vangt.’ Ons duizelkruid.

Ook wordt het wel gemskruid, in Duits Gemswurz, genoemd omdat het groeit op de gebergtewouden van Midden-Europa. Verder Althee, Dorantwurzel en Kraftwurz.

Dodonaeus (d) ‘Deze worteltjes lijken in het aanzien ettelijke dode schorpioenen want het voorste en knobbelachtigste deel er van dat naast de steeltjes is schijnt het lijf met de voeten te wezen en het achterste deel heeft gans de gedaante van een lidvormig verdeeld staartje van dezelfde schorpioen.’

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus, 309, 311) ‘Dit kruid, (Aconitum) zegt dezelfde Dioscorides, doodt de panters, everzwijnen, wolven en andere wilde dieren door het met vlees voor die te werpen. Dan Theophrastus schrijft niet dat het op die manier gebruikt de beesten ombrengen kan, maar dat de bladeren of de wortels in of bij het geslacht van de schapen, koeien, ossen, paarden, muilezels, ezels en alle andere viervoetige dieren gestoken die op die dag laten sterven en daartegen dat de wortel er van met enige drank ingenomen de steken van de schorpioenen geneest. Wat opmerkelijk betoont dat dit kruid of de wortel er van de mens niet, maar alleen ettelijk viervoetige dieren schadelijk en dodelijk is. Dit is met merkelijke en verschillende ervaringen bevonden en betoond geweest. Want Conradus Gesnerus, een zeer geleerd man in onze tijden en een zeer naarstig onderzoeker der verholen of onbekende dingen verhaalt in een brief die hij aan Adolfus Occo schrijft dat hij de verse wortels van dit gewas (Doronicum) en ook de droge heel in honig ingemaakt of met suiker gekonfijt of in klein poeder als meel gestoten dikwijls ingegeven heeft en zelfs ook dat hij op die dag als hij die brief schreef met warm water twee drachmen of een half lood zwaar van de klein gestoten wortels er van ingenomen heeft en er nochtans geen letsel, ja totaal geen verandering door gewaar geworden is, ja dat hij die vele zieke mensen zowel alleen als met andere dingen vermengt met zeer grote baat aangeraden heeft tegen hun ziekten binnen het lichaam te nemen. Ook zo ziet men tegenwoordig dat de apothekers meest overal deze wortel (hoewel met grote dwaling) voor het echt Doronicum gebruiken nochtans zonder enig merkelijk letsel of kwaad er mee te doen. Sommige zeggen ook, voegt dezelfde Dioscorides er noch bij, dat de wortel van deze Pardalianches bij de schorpioenen gebracht en daaraan gehouden die slap en traag maakt en dat ze wederom wakker worden en tot zichzelf komen als men de witte nieswortel bij hun brengt. Hetzelfde betuigt Theophrastus ook van zijn Thelyphonon en zegt dat dit kruid omdat het van wortels op een schorpioen lijkt en bij de levende schorpioenen gedaan of er opgelegd die doden kan en dat ze wederom verrijzen als men er witte nieswortel bij brengt of ze besproeit met het water daar de witte nieswortel in gekookt of geweekt is.’

Folklore.

Het ‘Schwindelkraut’, duizelkruid, wordt door gemzen gegeten en moest zo ook de mensen tegen duizeligheid beschermen. Mogelijk naar de signatuurleer vanwege de hoge groeiplaats. Het maakt je kogelvrij zodat je niet neergeschoten kan worden. Hiertoe moet het uitgegraven worden op een vrijdag als de maan vol is. Hierna moet de wortel in rood fluweel gewikkeld worden. Dusdanig verpakt levert het je dan voorspoed op.

Uit www.plantdatabase.co.uk

= Doronicum plantagineum, L. (weegbreeachtig)

Vormt onderaardse uitlopers.

Behaarde bladeren die getand zijn, die van de wortel zijn eivormig of wat hartvormig en de stengelbladen zittend, de laagste met een gevleugelde stengel.

Opstaande en holle stengels zijn bovenaan behaard en dragen 1-3 bloemen.

Gele bloemen van 4-6cm in doorsnede met lijnvormige omwindselblaadjes die toegespitst en behaard zijn in april/juni.

Meerjarig.

Uit Z. en Midden-Europa, Balkan, groeit sterk en wordt tegen een meter hoog. Is beschreven in 1570.

De cv. ‘Excelsum,’ heeft grotere bloemhoofdjes die soms alleen staan en soms met 3 bij elkaar. Gewonnen door Rev. Harpur Crewe, Drayton Beuacamp te Tring, Engeland.

Naam.

Weegbreezonnebloem, Engelse plantain leaved leopardճ bane. Wegerich-Gmswurz.

Planten.

De voorjaarsbloeiende Doronicum wordt hier meestal gekweekt in het volle zonlicht om in de border als opvallende voorjaarsbloeier te dienen. Het plantje bloeit als een van de eersten in de lente, goudgeel op zachtgroene kussens van tere hartvormige blaadjes. De bloem is als een gele margriet en geeft de fleurige noot in de lente.

Later wordt het blad taaier en minder aangenaam voor het oog, bedek het dan door een weelderig groeiende Geranium.

De plant groeit het liefst op een vochtige, half beschaduwde plaats.

Doronicum’ s vormen met een vroege Iris een fraai voorjaarsboeket, zo ook met Brunnera, een vroege anemoon en het longenkruid.

Vermeerderen door scheuren in maart of zaaien bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl