Orixa

Over Orixa

Vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Naam, etymologie.

Orixa, een Japanse naam.

Uit showyourplant.

Bladverliezende struik met afwisselend staande bladeren, gesteeld. Groenachtige en onopvallende bloemen staan in trossen.

Heeft weinig sierwaarde, behalve zijn glanzend groene blad dat niet aangevallen wordt door ziektes.

Het heeft dezelfde onaangename geur als Ptelea.

Tweehuizig en 4tallig met 4 meeldraden die korter zijn dan de kroonbladen, vrouwelijke bloemen staan alleen met 4 kleine en verschrompelde meeldraden en 4hokkig vruchtbeginsel, stijl is kort met 4lobbige stempel, vrucht een samengedrukte en tweekleppige doosvrucht met zwarte zaden.

Rutaceae.

De enigste soort is:

Orixa japonica, Thunb. (uit Japan) (Celastrus orixa Sieb.)

Bladsteel 4-8mm.

Bladen zijn 6-12cm lang en 2-4cm breed, ovaal en stomp gepunt met meestal de grootste breedte boven het midden, top is spits, gaafrandig of onduidelijk fijn gezaagd en helder groen aan de bovenkant, lichter aan de onderkant.

Bloemen zijn groenachtig en komen na de bladontwikkeling.

De vrucht is 8mm lang en vierdelig en wat samengedrukt, licht groen/bruin.

Het is een goed winterharde struik bij ons van 2-3m met groene spreidende en overhangende takken die behaard zijn in jonge toestand.

East Asian of Japanese orixa.

Planten.

Groeit het best in de halfschaduw.

Gewoonlijk en het gemakkelijkste is via wortelstek. In februari rooi je wat wortels op. De stevigere wortels verdeel je in stukken van een 10cm en leg je ze horizontaal in stekgrond. Afdekken met een 2cm stekgrond en bevochtigen. Bij warmte, 18 graden, zullen de knoppen direct beginnen te groeien, na het uitlopen verspenen en half weg mei in buiten te planten. Stekken in juni met 1% ibz of zaad stratificeren en in februari/maart zaaien bij 18 graden. Ook is afleggen mogelijk.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl