Prosthechea
Over Prosthechea
Orchidee, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Naam, etymologie.
Prosthechea, Grieks prostheke, aanhangsel.
Nauw verwant met en eerder geplaatst in Epidendrum. Een naam gegeven door Linnaeus in 1763 waarin alle toen bekende epifytische orchideeën werden geplaatst. Nu zijn velen in een ander geslacht geplaatst.
Meer dan 1100 soorten komen voor in het geslacht Epidendrum die in tropisch en subtropisch Amerika, de Andes op 1000-3000m hoogte, voor komen en naar hun geslachtsnaam veel op bomen groeien, sommige op rotsen. Het zijn de rankste kruiden uit de orchideefamilie.
Ze hebben eivormige schijnknollen met 2 bladen, of ze hebben zeer lange en dunne schijnknollen die dicht bebladerd zijn. De leerachtige bladeren zijn smal of kort elliptisch. Veel verschillen zijn erin kleur, bloem en bloemomvang, sommige geuren. Ze verschillen onderling veel, er zijn meer dan 2000 namen bekend en ze zijn in veel geslachten verdeeld. Ook zijn er vele hybriden.
Men kweekt ze meestal in de gematigde kas in een humusrijk mengsel.
Orchidaceae, orchideefamilie.
Uit S. Jennings, www.BioLib.de.
=Prosthechea vitellina (Lindl.) W. E. Higgins (dooiergeel) (Epidendrum vitellinum, (Lindl.)
Blauwachtig/groen en tot 8cm lange, eivormige schijnknollen.
Daarop komen de 2-3 blauwgroene bladeren van 20cm lang. Rechtop staande en 30cm lange bloeiwijze heeft 10-20 bloemen met een doorsnede van 4cm Helder oranje/rode bloembladeren met gele, buisvormige lip in september. Uit Mexico en is in 1840 beschreven.
Yolk yellow Prosthechea.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl