Paraserianthes

Naam, etymologie.

Paraserianthes, Grieks para; bezijden, Serianthes, de soort, van serico; zijde en anthos; bloem.

Nauw verwant aan Pithecellobium, Paraserianthes en Albizia.

Meer dan 150 soorten van Albizia, met Paraserianthes en Falcataria, komen voor in tropisch en subtropisch Azië, Afrika en Australi en een in Mexico. Sommigen zijn waardevolle houtbomen.

Het zijn mooie houtplanten die gekweekt worden vanwege de aantrekkelijke bladeren en bloemen. Hun smalle bloemen staan in bosjes met opvallende meeldraden die veel langer zijn dan de bloembladen. Sommige soorten worden als onkruid beschouwd. Meestal zijn ze kortlevend en groeien snel.

Fabaceae, vlinderbloemige, Inga klasse.

Uit Curtis botanical magazine.

Paraserianthes lophantha, (kambloemig) (Albizia lophantha, Benth.)

Een 3-4m hoge en zeer snel groeiende boom.

Vanwege de mooie gele bloemen wordt het hier gebruikt als kamerplant.

De wortel bevat 10 procent aan saponinen.

De two spiked acacia uit Z.W. Australië is vermeld in 1803.

Gelbe Seidenakazie of Zylinderalbizzie. Cape leewin wattle, crested wattle of plume Albizia.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl