Ximenia

Over Ximenia

Talkhout, vorm, heesters, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit M. Descourtilz.

Struiken of bomen met meestal gedoornde twijgen en takken die glanzend of behaard zijn.

Bladeren staan afwisselend en zijn wat leerachtig.

Bloemen zijn witachtig en staan in korte okselstandige trossen, zelden alleenstaand.

Ongeveer 5 soorten zijn inlands in de tropische regionen van de wereld.

Olacaceae.

Ximenia americana, L. (uit Amerika) 2-3 bladeren staan er per steel, zigzag groeiende twijgen.

Gele bloemtrossen

De 2cm lange vrucht is geel, de kern of steen is wit.

Het is een heester van 2-4m hoog die verspreid voorkomt over de tropen van de oude- en nieuwe wereld, vooral op droge zandige stranden. Is beschreven in 1759.

Naam, etymologie.

Ximenia, naar Francis Ximenes, een Spaanse monnik die over Mexicaanse planten schreef in 1615.

Hog plum, tallow wood, ook mountain- en seaside plum en false sandalwood zijn de namen in Amerika, wild olive in Jamaica, heeft de vorm van een pruim.

Gebruik.

Die pruim smaakt als een zure appel die na schillen gegeten kan worden. Er is echter weinig vlees aan omdat de pit zo groot is. De kern daarvan smaakt als hazelnoten, maar hier kan je er maar een paar van eten op straffe van duizeligheid en roering in de buik. Zo werken ze in grote hoeveelheden purgerend. Ze verliezen hun schadelijkheid als ze gekookt, gestampt en een paar dagen geweekt worden.

Het aangenaam geurende hout werd gebruikt om er nagels van te maken die bij de bouw van vaartuigen werden gebruikt.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl