Alstroemeria
Over Alstroemeria
Inca lelie, boeren lelie, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Alstroemeria.html
Uit Redoute.
Het zijn planten met recht opgaande en onvertakte stengels die tot een meter hoog kunnen worden.
Ze bezitten dunne en sappige bladeren die aan de voet enigszins gedraaid zijn zodat de onderkant wel de bovenkant lijkt te worden.
De bloemen staan in eindstandige trossen, tot 14 stuks bij elkaar en zijn trechtervormig gevormd. Rode, purperen of gele bloemen, het bloemdek heeft twee kransen van bloembladen, de buitenste verschillen meestal in kleur met de binnenste. Vele tuinhybriden.
Ondergronds bezitten ze vlezige, knolvormige en verdikte wortels.
Tot dit geslacht behoren een 50-60 soorten. Vrijwel alle soorten komen in twee beperkte gebied voor, een in centraal Chili en de ander in Oost-Brazilië. Soorten uit Chili zijn winter groeiende planten terwijl die van Brazilië zomer groeiende planten zijn. Allen zijn langlevend, met uitzondering van Alstroemeria (Taltalia) graminea, een kleine eenjarige uit de Atacama Desert van Chili.
Amaryllidaceae, Amaryllis familie, Alstroemeria klasse.
3. =Alstroemeria pelegrina L. (is de inheemse naam in Peru voor deze soort, in Latijn betekent het gevlekt bloemig)
Opstaande stengels met talrijke lancetvormige en 5cm lange bladeren die 1.5cm breed zijn.
De bloem is lila/blauw en 3.5-5cm lang, de binnenste bloemdekbladen zijn aan de voet geel, en purper gevlekt, de buitenste met een grote donkere vlek in juli/augustus.
Het is de Inca soort die Linnaeus het eerst te zien kreeg.
Komt ook uit Chili/Peru en al in 1754. Is 25-40cm hoog.
Var. alba heeft witte bloemen.
Naam, etymologie.
Alstroemeria werd zo genoemd naar Baron Clas Alstromer, (vroeger werd de plant dan ook Alstromeria genoemd, ook wel Alstremeria) 1736‑1794. Zweeds rechtsgeleerde, en leerling van Linnaeus die in 1754 vanuit Z. Amerika zaden kreeg van A. pelegrina. Op zijn kosten maakte Linnaeus zoon een buitenlandse reis.
Een plant van de Inca ‘s is de Peruviaanse lelie of Incalelie, Duitse Inkalilie, Engelse lily of the Inca’s, lily of lily of the Incas, Chilean lily en Franse lis des Incas en alstroemere.
4. Uit A. Gand.
=Alstroemeria haemantha Ruiz & Pav. (bloedrode bloemen) (=Alstroemeria ligtu L)
Is duidelijk hoger, wel een 60cm.
Rode bloemen met groene tippen en van binnen met rood purperen vlekken op een roodgele ondergrond. Deze vorm bracht de rode kleur in de groep.
Gewonnen door Clarence Elliot rond 1927 toen hij met Balfour Gourlay planten uit Chili haalde.
Purplespot parrot lily.
5. uit the garden, W. Robinson, eerste is ligtu.
Alstroemeria ligtu L. subsp. ligtu. (Alstroemeria aurea Hort,) (gouden kleur) (Alstroemeria aurantiaca Don) (goudgeel, oranje)
Opstaande stengels met talrijke lancetvormige, 7-10cm lange en 1.5cm brede bladeren met grijsachtig groene achterkant.
Trossen van 10-30 bloemen met 3.5-5cm lang bloemen in prachtig oranje/geel, de buitenste bloemdekbladen zijn iets roodachtig gekleurd met een groene spits, de binnenste zijn purper gestreept in juni/augustus.
De gouden Alstroemeria van Chili is in Engeland voldoende winterhard en houdt van een vochtige omgeving. Deze vorm is in 1831 ontdekt.
Wordt een 60-100cm hoog.
De andere soorten zijn meestal afkomstig uit de Alpine gebergtes van Chili en verlangen een drogere lucht.
Oranje Inca lelie, golden lily of the Incas.
=8. Alstroemeria ligtu, L .(inheemse naam in Chili voor deze soort)
Opstaande stengels met talrijke lijnvormige, ongeveer 7cm lange en 1cm brede bladeren.
Trossen met 3-10 bloemen die ca. 4cm lang zijn waarvan de buitenste bloemdekbladen lila of roodachtig van kleur zijn, de binnenste geel met wat purper en dus driekleurig is.
Kwam uit Chili in 1822 en wordt ongeveer 40-60 cm hoog.
Uit L. van Houtte.
Alstroemeria pallida Graham (bleek) heeft witachtig gestreepte bloemdekbladeren, de binnensten met fijne purperen strepen.
Het is de flos Martini. Engelse lily-of-the-Nile.
9. uit Curtis botanical magazine.
Alstroemeria paupercula Phil. (wat arm) (Alstroemeria violacea, Phill.) (viooltjesachtig) is in het Andesgebergte gevonden.
Mooie lila bloemen met gele vlekken.
Uit J. Lindley.
=Alstroemeria pulchella L. (fraai of mooi) (=Alstroemeria psittacina Lehm,) (papegaaiachtig) komt uit Brazilië.
Wordt meer dan een meter hoog en houdt meer van schaduw.
De bloemen verschijnen in diverse kleuren, papegaaiachtig, in rood met groen en bruin vanbinnen. Er zijn een twee soorten stengels, de niet bloeiende die 30cm hoog worden met tamelijk brede bladeren en bloeiende die hoog opgaan en aan de top een bloemscherm dragen die omgeven zijn door een krans van bladeren.
Komt uit Brazilië.
Het is een populaire plant in N. Zeeland waar het bloeit met Kerstmis en vandaar New Zealand Christmas bell, verder parrot flower, parrot lily, Peruvian lily, lily of the Incas, princess lily.
Hybriden.
Alstroemeria ‘s hebben van naturen een sterke neiging tot variatie. Zo zijn er enorm veel variëteiten verkregen van Alstroemeria hookeri, Sweet. (Engelse botanist sir William Hooker, 1785-1865, eerder directeur van de Botanical Gardens) door ze te bestuiven met pollen van Alstroemeria ligtu, L. en cv’s hiervan. De hybriden van ligtu Alstroemeria x ligtu L. subsp. ligtu vormen de Ligtu hybriden. Die zijn verkregen door Cl. Elliot en B. Gourlay in 1929. De kleuren hiervan lopen van oranje naar rood door roze tot vrijwel wit.
Kwekers.
Zo zijn er vele kruisingen verricht waardoor er nu vele hybriden zijn. Vele cv’s, meer dan 38, zijn op de markt gebracht door Wulfinghoff uit Rijswijk. Door C. van Duyn uit Rijnsburg kwamen er meer dan 50 cultivars. A. van Os uit Poeldijk kwam met een tien cv’s. H. Tulen met uit Noordwijkerhout met hetzelfde aantal, A. Konst uit Nieuwveen met een 14 cv’s. M. van Staaveren uit Aalsmeer heeft een makkelijke manier van namen geven, deze fa brengt zo al een 47 cv 's op de markt die met St beginnen. Waarschijnlijk is die firma bevriend met G. van Zelderen uit de Kwakel die een 5-tal cv’s laat beginnen met Zel. Verder zijn er nog wel meer kwekers geweest die enkele cv’s op de markt gebracht hebben, dit zijn toch allen Hollandse kwekers. Zo is de Alstroemeria een typisch Hollands gewas geworden. Het geslacht is er nu in honderden soorten en in vrijwel alle kleuren vertegenwoordigd.
De laatste jaren zie je vooral zeer kleine vormen die lang bloeien en geschikt zijn voor tuincultuur. In de winter worden ze bewaard als een Dahlia.
Planten.
Deze plant is afkomstig uit Z. Amerika, maar is, buiten de soorten pelegrina en Ligtu hybriden, toch winterhard, hoewel een goede winterbedekking aan te raden is. Hoe langer ze vaststaan, hoe rijker de bloei wordt. Alstroemeria ‘s hebben vrij lange wortels waardoor ze vrijwel niet geschikt zijn voor potcultuur. Ze zijn geschikt voor de snijbloementeelt en de border. De plantafstand is 25cm op 4cm diepte. De bloei valt in juni/juli. Ze houden wel van een warme en zonnige standplaats met liefst wat schaduw. Vermeerderen door scheuren in mei.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl