Eucharis

Over Eucharis

Amazone lelie, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit flore des serres et des jardins, C. Lemaire.

Dit plantengeslacht bestaat uit een 8-11 soorten die inheems zijn in midden Amerika en het noordwesten van zuid Amerika met als voornaamste vindplaatsen de dalen van het Andesgebergte in Peru, Ecuador en Colombia.

In tegenstelling tot de meeste andere bolgewassen is de Eucharis groenblijvend.

De meeste soorten bezitten witte bloemen met en cup. Heerlijk geurend en ze komen in opvallende schermen die op lange stevige stengels staan.

Bladen zijn breed ovaal en duidelijk parallel generfd.

Amaryllidaceae, Amaryllisfamilie, Amaryllis klasse.

Nauw verwant aan Eucharis is Caliphruria. Dit laatste geslacht omvat slechts vier soorten, Caliphruria hartwegiana, Caliphruria subedentata, Caliphruria tenera en Caliphruria korsakoffii. Alleen de laatstgenoemde komt op kleine schaal voor in cultuur. Het verspreidingsgebied van Caliphruria is beperkt tot het westelijk deel van Colombia en Peru. Ze vormen ook leerachtige, glimmende bladeren die aan een bladsteel staan. Ook groenblijvend en warmte minnend. De planten groeien in de regenwouden. Caliphruria korsakoffii vormt een bijna ronde bol die een diameter van drie centimeter kan bereiken met aan de buitenkant enkele verdroogde, bruin gekleurde rokken. Uit de bol groeien twee tot vier ovaal-lancetvormige bladeren. De 10 tot 12 bloemen lijken op die van Eucharis x grandiflora, maar dan de kleine, niet-geurende uitvoering. Ze kunnen een diameter bereiken van circa twee tot drie centimeter. De bloemen blijven meerdere dagen open. De bloeitijd is mei-juni. De bloemen zijn zelf fertiel. De zaden zijn donkerbruin van kleur. Ze worden direct gezaaid nadat de zaaddoos is opengesprongen.

=Eucharis amazonica, Lind. ex Planchon. (uit de Amazone) (synoniem Eucharis grandiflora (grote bloemen)

Heeft 2- 4 wat golvende bladeren.

De tot 60cm. lange en onbebladerde bloeistengel draagt 3-6 witte, aangenaam geurende, narcis/sterachtige, hangende bloemen van 10cm in doorsnede die na elkaar uitkomen waardoor de bloeitijd vrij lang is. De 6 brede slippen van het bloemdek staan vlak uitgespreid; de korte bloemdekbuis draagt aan de rand een bijkroon die in het midden van de bloem een lichtgroen kommetje vormt. De 6 meeldraden ontspringen aan de rand van deze bijkroon.

Is afkomstig uit Colombia, Peru, het Amazonegebied.

Deze plant kwam in 1854 in Belgi in cultuur.

Vormen.

Moorei,’ heeft smallere, rondere en dikkere bladeren met kleinere bloemen, de cup hiervan is geel gerand. Het blad heeft een tot een paar decimeter lange, platte of iets gootvormige steel. De 2-4 bladeren per stengel worden 30cm of meer lang en 10-12cm breed.

Naam, etymologie.

Eucharis, is een woord uit het Grieks, eu: goed, en charis: attractief, wat een verwijzing is naar de schoonheid van de bloemen. Eucharis is ook de 181ste planetode die in 1878 ontdekt is.

Amazone lelie, Engelse amazon lily.

Wordt in Amerika ook wel ster van Bethlehem genoemd, in Suriname Jozef ‘s staf of Jozeflelie en in Frans lis de la Vierge of lis de l’annoncation, lelie van de Maagd of van Maria’s Boodschap.

Het zijn kasplanten van grote schoonheid en een heerlijke geur. De bloem wordt gebruikt in bindwerk, bruidsboeketten en corsages, vandaar de Nederlandse naam bruidsbloem of bruidslelie. Zo is het beroemd geworden omdat het verwerkt was in het bruidsboeket van prinses Beatrix. Ook kan het als vervanger van de anjer gebruikt worden als knoopsgatbloem.

Uit revue de l’horticulture belge, F. Burvenich.

Andere bekende is Eucharis candida, Planch. (wit) met 6-10 hangende witte bloemen per stengel en gele helmdraden. Brede lancetvormige tot elliptische bladeren. Die is ingevoerd in 1876 gelijk met Caliphruria subedentata, Benth. (bijna tandloos) met 6-8 bloemen.

Geslachtshybriden.

Eucharis hybridiseert met Urceolina waaruit Urceocharis tevoorschijn komt.

Pottenteelt.

De narcisachtige bloemen zijn zeer sierlijk met een zachte witte kleur en geschikt voor potcultuur. De bollen worden in januari opgepot, zodanig dat de bovenkant van de pot gelijk is met de bovenkant van de bol. De bol kan in een matige warmte in bloei getrokken. Kan dan jaar achter jaar, net als bij de Hippeastrum, in bloei getrokken worden. In buiten wordt de bol in mei geplant, 8cm diep en in oktober weer gerooid en droog en warm bewaard.

Planten.

De Peruviaanse narcis is een van de mooiste bolplanten die in de kassen gekweekt worden. Als die in bloei staat is er geen rivaal die het in zuiverheid en schoonheid overtreft. Niet alleen vanwege de schoonheid maar ook door de grote en constante productie van de bloemen. Door ze een paar weken droog te houden, met een lagere temperatuur tot de bladeren slap hangen en niet zo droog dat alle bladeren verdwenen zijn omdat de bollen anders teveel verzwakken, kan je bloemen op elk tijdstip van het jaar produceren. Als de verwelkte bloemstengel verwijderd is komt er een nieuw stel bladeren tevoorschijn. De kastemperatuur ligt bij bloei op 27 en in rust op 20 graden. Opgeplant in een kas kan het laat in de winter en in het voorjaar bloeien of met een goede behandeling op elk moment van het jaar. Soms kan het meerdere malen, 2 tot 3 maal, per jaar bloeien.

In het begin van deze eeuw werd het vooral gebruikt als potplant en als snijbloem. In die tijd was ook al bekend hoe men deze plant 3 maal per jaar in bloei moest krijgen. Het verbaast me dan ook dat het nog steeds een vrij zeldzame snijbloem is. Gezien het gebruik, bloei en prijsvorming moeten er in deze plant toch mogelijkheden zitten.

De vermeerdering geschiedt door bijbollen, hoewel je er altijd op bedacht moet zijn dat deze planten niet graag gestoord willen worden en het enige tijd zal duren voor ze van deze operatie hersteld zullen zijn. De beste tijd hiervoor is het voorjaar.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl