Elaeagnaceae

Een familie die uit kleine bomen of struiken bestaat met meestal gedoornde twijgen en vaak zijn ze uitgedost met zilverglanzende of bruine schubben of sterharen. Bladhoudend of bladverliezend tegenoverstaand of verspreid.

Bloemen meestal 2 en ook wel 1slachtig, bloemdek enkelvoudig en bloemkroonachtig, 4-8 meeldraden, vruchtbeginsel is bovenstandig en 1hokkig, vrij binnen de blijvende en later besvormige kelkbuis ingesloten, 1 stijl en stempel, steenvrucht.

De familie omvat een 3 geslachten en 50 soorten die allen wijd verspreid zijn over het noordelijk halfrond.

Het zijn planten die meestal in de steppen groeien en door hun zilverachtig beharing voor uitdrogen worden beschermd. Ze groeien daar nog omdat ze in symbiose leven met stikstofbindende bacterin.

Soorten van Shepherdia zijn inlands in N. Amerika en soorten van Elaeagnus in de gematigde streken van India, China en Japan terwijl Hippophae wijd verspreid is over Europa en Azië.

De familie is nauw verwant met de Thymelaceae.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl