Callistephus
Over Callistephus
Chinese aster, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit Redoute.
Het geslacht Callistemma, opgericht door Cassini, is ouder dan Callistephus, maar de laatste vorm is aangenomen door de Nomina Conservanda van de Weense code omdat die naam algemeen in gebruik is. Onder beide namen beschreef Cassini de Chinese aster als Callistemma hortensis. Door Linnaeus werd het Aster chinensis waarbij Nees de laatste naam verplaatste onder Callistephus zodat de plant nu bekend is onder de naam Callistephus chinensis, Nees. (uit China)
Asteracea, Aster klasse.
1 soort van dit geslacht komt voor in China/Japan.
Een eenjarige plant die 20-80 cm hoog wordt met vertakte stengels. De bladeren staan afwisselend, 4-8 cm lang, ovaal en licht getand. De bloemhoofden zijn variabel, met bloemkransen rondom het hart, meer of minder, variren in kleur van wit tot purper, het hart, als dat aanwezig is, is geel. Vele cvճ, van dwerg, 20cm, tot middel, 40-60cm en groot, 60-80cm.
Naam, etymologie.
Callistephus komt van het Grieks woord kallistos: zeer mooi, en stephanos: een kroon.
In tuin en markthandel is het gewas nog steeds bekend als aster en soms als Duitse asters omdat er veel zaad en nieuwe soorten uit Duitsland kwamen. Chinese aster, zomeraster. In het Frans wordt het reine‑marguerite genoemd en in het Duits is het de Sommeraster en in Engels China-aster. In Duits ook Todtenblume, zie Calendula.
Ontwikkeling.
De Chinese aster is in 1731 door R. P. D’Incarville, een Jezuïet missionaris die in China vele planten verzamelde, naar Europa gebracht. De aster was door hem als een zeer eenvoudige en enkele bloem gebracht, dat wil zeggen met kransen met niet meer dan 2 of 4 rijen.
In 1731 ontving Philip Miller te Chelsea zaden van de enkel witte en rode aster, waarschijnlijk uit Frankrijk, een enkele blauwe in 1736. In 1752 had hij al dubbele rode en blauwe en in 1753 een dubbele witte. In die tijd waren er nog geen dwergvormen.
In 1807 werd er melding gemaakt van bonte vormen.
In 1845 werden de Chinese asters ook als Duitse asters aangeboden. De grote evolutie in asters heeft waarschijnlijk dan ook in Duitsland plaats gevonden. In 1851 kwamen ze daar tot geveerde asters en de meest hooggestemde verwachtingen werden bewaarheid in hemelse vormen, puur wit, helder blauw, purper roze of diep rood, of mooi gestipt, gestreept of gevlekt, of met een rode of blauwe centrum.
Tegen 1880 werd de vorm anders en begon de race van dwergvormen. De comet-vorm, met losse open bloemen en lange bloemblaadjes verscheen op de markt in 1886- of 87. Als eerste verscheen een rosachtig witte waar de roze kleur in de bloei verdween en witte overbleef. Hierna kwam in 1890 een blauwe vorm.
De eerste helderwitte kwam in Amerika van Vilmorin uit Frankrijk in 1892.
Met de vertakte vormen kwam er een nieuw tijdperk. Bij introductie van ’New White Branching’ door James Vick and Sons in 1893 kwamen er nieuwe tuinvormen. De evolutie gaat nog steeds door en is afhankelijk van vraag en de mode.
Symbolen.
Let op dat er verwelkingziekte ongevoelige rassen gekocht worden anders kunnen er wel veel planten uitvallen. De laatste jaren zijn alle vormen wel ziektevrij. Symbool van kommer.
Een bos enkele asters geven betekent: ‘ik zal eraan denken’.
Een bos met dubbele asters betekent: ‘ik voel met je mee.’
Een bos met gemengde kleuren betekent: ‘verschillend, bij nader inzien’, je moet hier nog wat anders bijgeven.
Een van de meest populaire eenjarige is de Chinese aster.
Het struikje heeft bladeren die bovenaan gaafrandig zijn en meer naar onderen steeds meer gezaagd worden.
Opgaande en wat harige, vertakte kruiden met opvallende eindstandige bloemtrossen.
De aster geeft mooie lintjes in het bloemhoofdje in vele kleuren, vormen en hoogtes.
Vormen.
Aardig is de 30cm hoge ‘Daisy Mai. ‘Kleurentapijt; van 15-25cm is een gevulde lage aster, geschikt voor perken.
‘Pompon’ is kogelvormig met vrij kleine bloemen, een opgaande aster tot 50.
‘Unicum’ is een aparte aster met bijna naaldvormige bloemblaadjes, een goede snijbloem. Wordt een 60cm hoog.
De oude ‘`Struisveder’, is een aster met gekroesde en gedraaide bloemen. Wordt gedraaid en wel 60cm.
De bekende Californische reuzenaster is een prima aster voor de snijbloementeelt, geeft een grote bloem op een stevige steel. Een meter hoog kan die worden.
‘Ballade’ is een goede snijbloem. De recht opgaande stengels halen 60cm.
Waldersee’ aster is een zeer rijke bloeiende kegelvormige aster van 25cm hoogte.
Planten.
Ze kunnen ter plaatste in april/mei gezaaid worden, niet te veel bedekken, verspenen en halfweg mei buiten zetten. De hoge vormen worden op 25cm geplant en de lage op een 15cm. Het zijn lange dag planten, planten die bloemknoppen aanmaken als er minstens 14 of meer uren daglengte is. Zo bloeien ze dus alleen in de zomer. Er zijn wel vroegbloeiende selecties.
Ze groeien in de volle zon en liefst niet te zure grond.
Bij te veel vocht kan de aster last hebben van stamrot.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl