Tephrosia

Over Tephrosia

Geitenruit, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit Mary Vaux Walcott.

Sterke of minder sterke meerjarige kruiden, halfheesters en zelden struiken.

Bladeren zijn oneven geveerd, vele deelblaadjes, zelden 1-3, lijnvormig.

Eindstandige bloemen, tegenover de bladeren of in de bovenste bladoksels, bloemen met 2-6 bij elkaar, rood, purper of wit.

Een 170 soorten in de warmere delen van de wereld.

Lijken veel op Galega. Fabaceae, vlinderbloemige.

Tephrosia virginiana Pers (uit Virginia) New Engeland tot Minnesota en Florida wordt 30-60cm hoog.

Opstaande stengels zijn kantig tot gestreept en zijdeachtig behaard, onderaan meestal houtachtig.

Kort gesteelde bladeren zijn geveerd met 11-29 elliptische, stompe tot spitse en aan de achterkant zijdeachtig behaarde blaadjes.

Geelachtig/witte bloemen zijn meestal wat purper/roze gekleurd en staan in okselstandige trosjes die tezamen een dichte eindstandige tros vormen in juni/juli.

Tephrosia virginiana (L.) Pers. var. holosericea (Nutt.) Torr. & A. Gray. (dicht zijdeachtig behaard)

Naam, etymologie.

Tephrosia, Grieks tephros: asgrauw harig, naar de asgrauwe achterkant van de bladeren van sommige soorten. Engelse goat’s of rue of catgut, hoary pea of N. America.

Planten.

Planten in lichte grond op niet te vochtige tot droge en zonnige plaatsen.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/