Ostrowskia

Over Ostrowskia

Giant bell flower, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit Curtis botanical magazine.

Zeer nauw verwant met Campanula maar verschilt ervan doordat de bladeren in kransen staan, de veel verdeelde bloemkelk.

De enigste soort is een statige plant uit centraal Azi die pas in 1884 beschreven is.

Campanulaceae.

Ostrowskia magnifica, Regel. (prachtig) Kort gesteelde bladeren zijn eivormig en getand, stengelbladeren staan in kransen.

Dikke en holle stengels zijn niet vertakt.

Losse piramidevormige trossen van 8-12cm grote klokvormige lila/blauwe bloemen komen in juni. Varieert echter met lichter tot donkerder gekleurde bloemen.

Na de bloei sterft het blad af en verlangen de planten een flinke rustperiode.

Sterk groeiende plant met knolvormige wortelstok.

Uit Bokhora, Centraal Aziƫ, wordt 100-180cm hoog. Is beschreven in 1827.

Var. albiflora heeft witte bloemen.

Naam, etymologie.

Ostrowskia, M.N. Ostrowsky, Russische beschermer van wetenschappen in de tweede helft van de 19de eeuw.

Giant bell flower, Duits Prachtglocke.

Planten.

Groeit goed in lichte, zandige en humus houdende grond op beschutte en vrij droge, zonnige plaatsen.

In de winter wat bedekken, terwijl te veel vocht in die tijd nadelig is.

Vermeerderen door zaaien, stek en wortelstek.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl