Leucothoe

Over Leucothoe

Druifheide, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit www.plamtsexpress.net

Naam, etymologie.

Leucothoe zou zo genoemd zijn naar Leucothea, Grieks, witte godin, de dochter van de Babylonische koning Orchamus die levend begraven werd door haar vader en in een struik veranderd werd door Apollo.

Een geslacht van struiken met vrij grote, meest altijdgroene bladeren en witte bloemen.

Ongeveer 45 soorten komen voor in N. en Z. Amerika, Madagaskar, Himalaya Գ en Japan. Vroeger was dit geslacht verenigd met Andromeda.

Vaak worden deze breedbladige planten gebruikt als een basis voor grotere planten, 1-3m.

Altijdgroen of bladverliezend, bladen staan afwisselend en zijn kort gesteeld en gezaagd, ovaal/lancetvormig, 2-15cm lang.

Bloemen staan in oksels of eindstandige trossen, 3-15cm lang, elke bloem is belvormig, 4-20mm lang, wit of soms roze.

De bladhoudende Leucothoeՠs hebben laurierachtig blad die in het najaar mooi verkleuren en de hele winter die kleur houdt. Tegenwoordig zijn er mooie tuinsoorten met bladeren die geverfd lijken te zijn door moderne kunstenaars, pop-art.

De struiken hebben kruikvormige bloempjes in trossen, wit, zelden roze of rood.

Ericaceae, Andromeda klasse.

=Leucothoe axillaris D. Don (okselstandig) (Leucothoe catesbaei, Gray.) (Mark Catesby, Amerikaanse natuurhistoricus, 1679-1749) Bladsteel is 8mm lang.

Glanzend groene, leerachtige, lancetvormige bladeren van 4-10cm lang en 1.5-3cm breed met spitse top, fijn gezaagd, glanzend groen en van onderen lichtgroen met bruine herfstkleur.

Groen blijvende struik met afstaande en overhangende twijgen.

Bloemtrosjes van 4-8cm lang met 4-8 zeer kleine, roomwitte bloempjes in mei-juni, in oksel en eindstandige trossen, bloemkroon is 6-7mm in diameter, meeldraden met fijn behaarde helmdraden en die met onduidelijke aanhangsels, stijl is even lang als de bloemkroon in mei/juni.

Uit O. N. Amerika, Virginie tot Alabama en Florida wordt 1-1.5m hoog. Is beschreven in 1765.

Var. rollissonii verschilt door de kleinere bladeren van 5-10cm en 1-1.5cm breed die in de winter diep rood verkleuren. ‘Curly Red’ heeft gekroesde bladeren.

Druifheide, Traubenheide, Engels coastal doghobble.

Leucothoe fontanesiana, Sleumer (bronnen beminnend) De glimmend groene bladeren zijn gezaagd ei/lancetvormig en afwisselend geplaatst, mooie herfstkleur, 7-10cm lang en 20-23mm breed, leerachtig, lancetvormig met spitse punt zijn van onderen lichter gekleurd.

De plant lijkt veel op een Pieris.

De takken buigen, jonge takken zijn roodbruin en zigzag groeiend.

Bloeit begin juni zeer rijk met hangende okselstandige pluimvormige trossen, kruikvormige, wat geurende bloemen waarvan de stijl ongeveer even lang is als de bloemkroon.

Groeit het liefst in een beschermde omgeving tegen de winter.

Houdt van vocht en schaduw, maar groeit ook graag in de zon. Op zonnige plaatsen krijgt het blad in de herfst vaak een bronzen kleur. Valt laat in het jaar af en lijkt daardoor vrijwel wintergroen. Geschikt voor massabeplanting, als basis voor de groter wordende Rhododendron’ s, en Kalmia ‘s. Verbreedt zich door ondergrondse uitlopers en is daardoor ook te vermeerderen. Vormt op den duur wat dood hout, knip het om de drie jaar terug om het gewas gezond en jong te houden.

Het is een altijdgroene struik met overhangende twijgen uit Virginie die tot 2m. komt. In 1793 is het beschreven.

Highland doghobble of drooping Leucothoe.

=Rainbow,’ heeft de bladeren los gevlekt in roze, gele, oranje en groene tinten. 1m. hoog.

Scarletta,’ of nu Zeblid, is een laag blijvende soort met rode twijgen en lange bladeren die eerst bronsgroen uitlopen en later groen worden.

Uit www.gardensoyvey.com

Leucothoe populifolia, Dipp ((met blad als populier) (=Agarista populifolia) Leucothoe acuminata, Don. (toegespitst) uit zuidoost Amerika, is beschreven in 1765.

Witte bloemen komen in juni.

Naam.

Deze struik heeft een holle stam wat door de inlanders gebruikt werd om er pijpenstelen van te maken, vandaar de naam pijpenstelenkruid. Duitse Lorbeerkruglein. Florida hobblebush.

Uit N. Meerburg.

Leucothoe racemosa, Gray. (tros vormend) (=Eubotrys racemosa) Bladeren zijn 4-8cm lang 1.5-2.5cm breed, zeer kort gesteeld met een spitse top en fijn gezaagde rand, glanzend donkergroen en van onder iets lichter en alleen langs de middennerf behaard.

Aan de zonkant roodbruin gekleurde twijgen.

Bloeit in mei/juni met wit, wat roze bloemen in opstaande of gespreide pluimvormige trossen, bloemkroon is 6—8mm in diameter, kruikvormig met zeer korte tanden, helmhokjes met aanhangsel.

Een bladverliezende struik.

Komt uit O. N. Amerika en wordt 1-3m hoog. Is beschreven in 1736.

Naam.

Duitse Traubenheide en Engelse fetter bush, swamp doghobble of sweetbells.

Vermeerderen.

Deling van de planten is mogelijk. Ook zaaien en stekken. Neem een topstek in juli/augustus van 7cm lengte, verwijder het onderste bladpaar, dan verwond je het ooggedeelte licht, zoals je met de duimnagel zou doen, en steek dit in 1 % ibz groeistofpoeder, afkloppen van het stekje. Planten in stekgrond, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon erdoor en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, (dat is gezeefde potgrond zonder mest) plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. Het meeste stek moet in de winter vorstvrij worden gehouden. In buiten brengen na de ijsheiligen, half mei.

Ze groeien het beste in vochtige, veenachtige grond, liefst in schaduw of wat beschaduwde plaatsen, hoewel ze het ook in de volle zon doen, mits de grond niet te droog is.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl