Teucrium
Over Teucrium
Gamander, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Dit is een geslacht dat bestaat uit kruiden, halfheesters of struiken waarvan sommigen groenblijvend zijn.
Laag blijvende planten met hoogstens tot 3cm lange bladeren, kruiden, halfheesters, heesters.
Bladeren zijn gaaf, getand of ingesneden en soms veelvuldig.
Bloembladen zijn gelijk of gereduceerd tot schutbladen. Bloemen zijn onduidelijk 2lippig, bovenlip van de kroon is zeer klein en aan de rugzijde gespleten, kelk met spitse en even lange tanden, 4 meeldraden die voor de bloemkroon uit steken, zelden veelbloemig en gearrangeerd in trosvormige aren of eindelingse hoofdjes.
Ongeveer 160 soorten komen wijd verspreid voor in de gematigde en subtropische streken.
Lamiaceae, lipbloemige, Ajuga klasse.
=Teucrium botrys, L. (als een druiventros) Bladen is driedelig of geveerd met ovale gave of ingesneden deelblaadjes die groen zijn aan beide kanten en klierachtig behaard.
Stengels opgaand met wat klimmende twijgen.
Bloemen staan in kransen met 4-6 bloemen in een tros die vuil roze tot wit zijn.
Druivenkruid groeit in Italië en Frankrijk aan de lopende of stromende wateren en fonteinen, men vindt het ook in zandachtig en droog land en daar de olijfbomen staan, het groeit gewillig in de hoven. Alle jaar zaait men dat opnieuw, want het vergaat des winters.
Midden en Z. Europa.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit kruid heet in het Latijn Botrys naar de Griekse naam waarnaar dat in het Hoogduits ook Traubenkraut en Krottenkraut, in het Nederduits druivenkruid en genoemd wordt, in het Italiaans botri’. Druivenkruid heeft zijn naam omdat zijn bloempjes, die naast bij en boven de bladeren zeer veel in getal groeien, van gedaante gelijk een eerst bloeiende druif zijn, maar bleekgeel zoals ook de gehele plant geelachtig groen is. Of het heet zo na de lieflijke reuk die zo is al of men een muskadeldruif proefde’.
Trosgamander, Traubenkraut in Zwitserland.
(b) Duits klein Bathengelweible bij Fuchs, Feldcypressen bij Bock. Trauben of Feld-Gamander, Engels cutleaf germander, cut-leaved germander, Frans germandrée botryde, germandrée en grappe.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 311) ‘Druivenkruid met wijn gedronken, zo Dioscorides en Paulus Egineta schrijven, is nuttig en goed voor diegene die zo kort van adem zijn dat ze die niet herhalen of scheppen kunnen anders dan met een rechte hals die men Orthopnoici noemt. Gedaan bij het vlees waarvan het sap plag te eten maakt men dat vlees en dat sap veel aangenamer van smaak’.
Uit J. Sibthrop.
Teucrium flavum, L. (geel) Zestig cm hoog kruid met gele bloemen in augustus.
Uit M. Zeegebied, is in 1640 beschreven.
Naam.
Gross Bathengel bij Fuchs, Kummertrost, Engelse yellow poly, yellow germander, Frans germandrée jaunâtre.
Uit; http://www.vidaverd.org/plants/winter_color_plants.php
Teucrium fruticans L. (heesterachtig) ‘Azureum’ laagblijvende heester tot 1 en 2-4m breed, spreidende altijd groene struik.
Fluweelachtige witte scheuten.
Viltig grijsgroen aromatisch blad.
Blauw paarse bloemen in juli-september.
Matig winterhard, bedekken.
Tree germander of shrubby germander.
Uit west, centraal M. Zeegebied.
Uit J. Sibthrop.
Teucrium lucidum, L. (glanzend)
Lijkt veel op chamaedrys maar zonder haren.
Eivormige bladeren met wigvormige voet zijn ingesneden/getand, de bovenste zwak glanzend groen met dof licht groene achterkant.
Opstaande stengels zijn aan de voet wat houtachtig.
Purper/roze bloemen staan in de oksels van de bovenste bladeren en vormen samen een lange, eenzijdige losse tros in juli/augustus.
Uit Z.W. Europa wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1730.
Shining germander, Frans germandrée lisse.
Uit plantfinder.sunset.com
Teucrium x lucidrys Boom (glanzend en eik) lijkt hier op maar vormt geen uitlopers. (Teucrium lucidum x Teucrium chamaedrys)
Wordt wat hoger, een halve meter, en is in alles wat groter.
Het blad is glanzend groen.
Bloeit vanaf juli tot in september.
Mooie wintergroene plant die tussen de vaste planten is te gebruiken, kan ook als haagje gebruikt worden.
1. Uit M. Houttuyn, www.BioLib.de,
=Teucrium montanum, L. (van de bergen) Polium montanum)
Zeer kort gesteelde bladeren zijn lancetvormig en 1-2cm lang, 2-4mm breed, stomp tot spits en gaafrandig met omgekrulde randen, achterkant is grijs viltig.
Liggende tot opstijgende stengels zijn vertakt en viltig Eindstandige en half bolvormige, gedrongen trosjes van kort gesteelde en 1-1.5cm lange geelachtig/witte bloemen met onbehaarde kelk in juni/augustus.
Uit Klein Azië wordt 10-20cm hoog.
Naam.
Berggamander, Duitse Berg-Gamander, Berg-Rosmarin of Wilder Rosmarin, (zie ook Teucrium polium) Poliumweiblin, Bergpolei, Feldpolei, wilder Lavendel, toller of wilder Rosmarin.
2. uit J. Sibthrop.
Teucrium polium, L. (grijs) Langwerpige tot elliptische bladeren zijn gekarteld met meestal een omgekrulde rand en aan beide kanten grijs viltig wit.
Opgerichte stengels zijn vertakt en grijs viltig, aan de voet houtachtig.
Eindstandige, eironde trosjes van witte bloempjes met viltig behaarde kelk die lancetvormige, spitse tanden heeft met de bovenste tand eivormig en stomp in juni/augustus.
Uit M. Zeegebied wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1562.
Naam, etymologie.
(1 Dodonaeus 64) (a) ‘Deze kruiden hebben hun Latijnse en Griekse naam, te weten Polium en Polion, gekregen naar de grijsachtigheid en witte wolligheid daar ze gans mee bedekt zijn van het Griekse woord polion wat grijs betekent als of men grijskruid zei, in de apotheken is het ook Polium genoemd en is in deze landen met geen andere naam bekend’.
Dodonaeus (b) ‘Het eerste geslacht van deze kruiden hebben we eigenlijk Polium genoemd en in Spanje is het bekend met de naam altamiza. Het schijnt van Plinius Campestre toe genoemd geweest te zijn, dat is veld Polium als blijkt uit het 7de kapittel van zijn 21ste boek waar hij zegh; ‘Polium is van twee geslachten en het grootste groeit in de velden en het kleinste in de bossen’.
Dodonaeus © ‘Het tweede Polium is van ons Polium tenuius genoemd, dat is kleiner of teerder Polium, wordt van Dioscorides Polion oreinon, dat is in het Latijn Polium montanum, of berg Polium en Teuthrion genoemd waarbij het ook deze bastaardnamen heeft in het Grieks te weten, Pheuxaspidion, Achamenis, Ebenitis, Melosmon, Belion en Leontocharon’.
Dodonaeus (d) ‘Het derde geslacht mag met enige goede reden Polion Paralion of Polium Marinum genoemd worden en dat is in onze taal zee Polium en daartussen mag men dat ook noemen Polium repens en Polium tertium, dat is kruipende Polium of derde Polium’.
Dodonaeus (e) ‘Het vierde met zijn medesoort wordt in Spanje zamarilla genoemd zo Carolus Clusius betuigt die ook schrijft dat het daar van de gewone man voor Chamaepitys of veldcipres gehouden wordt. Wij noemen het in het Latijn Polium quartum, etiam repens, dat is vierde Polium dat ook kruipt en de ene soort mag men noemen vierde Polium met purperen bloemen en de andere vierde Polium met witte bloemen’.
Dodonaeus (f) De vijfde soort mag Polium quintum, dat is vijfde Polium heten of Polium met gele bloemen.
Van deze vijf soorten van Polium zijn de twee eerste alleen en geen andere bij de oude Griekse kruidbeschrijvers, te weten bij Dioscorides, Galenus, Paulus Aegineta en Aëtius en onder de Latijnen bij Plinius bekend en beschreven of vermaand geweest en de ander drie zijn in deze tijden eerst bekend geworden en van de hooggeleerde Clusius eerst aanmerkt en aangetekend geweest.
Sommige zijn van diergelijk vermoeden en mening of immers twijfelen dat Polium geen ander kruid is dan de Leucas en dat Dioscorides van hetzelfde gewas tweemaal gehandeld zou hebben en dat met verschillende namen en in verschillende kapittel gebruikte, te weten in het een de naam Leucas en in het andere de naam Polium. De oorzaak waardoor Leucas zo genoemd wordt is de witte kleur van dat kruid als of men zei wit kruid en Polion is ook naar de grijzigheid genoemd omdat het de grijze of grauwe en witte haren van een mensenhoofd schijnt te lijken als of men grijskruid zei en al hetgeen dat grijs wordt ook wit zulks dat het wit kruid, dat is Leucas, en het Polium of grijskruid daarom hetzelfde schijnen te wezen’.
Braun of geel Bergpolei, Poleygamander, Franse pouliot, Duitse Marienkraut, Engelse poly gamander, felty germander, cat thyme of hul wort.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘Polium en vooral het tweede kan het gehele ingewand van verstopping verlossen en ontslaan en de doorgangen openen en wijdt maken.
Hetzelfde Polium, zegt Dioscorides, gekookt of het afkooksel er van met azijn te drinken gegeven helpt alle diegene die van de slangen gestoken zijn en voorts geneest ook alle waterzuchtige, geelzuchtige en miltzuchtige mensen en laat de plas rijzen en gemakkelijk voortkomen en verwekt de maandstonden der vrouwen..
Hetzelfde langs de vloer en in de kamers gestrooid en op het vuur gelegd en daarmee een beroking maken kan de slangen door zijn reuk en rook verdrijven.
De bladeren van Polium die noch vers en noch niet dor of gedroogd zijn op alle grote wonden en kwetsingen gelegd helen en genezen die gauw, zegt Galenus, en vooral die van de eerste of grootste soort.
Dit kruid dat dor of gedroogd is, is zeer nuttig om alle kwade en niet zeer goed geneesbare zeren en holle verouderde wonden te genezen en toe te helen.
Dezelfde Galenus gebruikt de tweede soort van Polium ook in zijne antidota of dingen die hij bereidt tegen de pest en andere besmettelijke ziekten en eigenlijk tegen het vergift.
Het gebruik van Polium, zegt Dioscorides, veroorzaakt dikwijls hoofdpijn en is de maag hinderlijk’.
2. uit sophy.u-3mrs.fr
Teucrium aureum, Scherb. (goudkleurig) (Teucrium polium var. aureum) Bladeren zijn smal langwerpig tot lijnvormig met omgekrulde randen, stomp en gekarteld, geel viltig behaard.
Zodenvormende plant waarvan vooral het bovenste gedeelte van de scheuten dicht geel viltig is Eindstandige, dichte en geel viltige trossen van goud/gele bloempjes in juni/augustus.
Uit Z. Frankrijk en Spanje, wordt 20-30cm hoog.
Golden germander of golden poly, germandrée des roches of germandrée doree.
3. Uit C. Loddiges.
Teucrium pyrenaicum, L. (uit de Pyreneeën) Kort gesteelde bladeren zijn bijna rond met wigvormige voet, gekarteld en glanzend groen, aan beide kanten behaard.
Liggende en wortelende stengels zijn zacht behaard.
Eindstandige en wat bolvormige bloemtrosjes, bloemen met purper/roze bovenlip en geelachtige onderlip en behaarde kelk in juni/augustus.
Vormt uitlopers en wordt 10-20cm hoog.
Pyrenean germander, Frans germandrée des Pyrénées.
4. Uit J. Sowerby.
Teucrium chamaedrys, L. (kleine eik) Glanzend groene eironde en kort gesteelde blaadjes van 2cm lang met zeer kleine zijblaadjes, groot getand, boven spaarzaam behaard en van onderen dicht grijs behaard
Een meerjarige die opgaand groeit en soms wat kruipt, met een veel vertakte viltige stengel.
Het kruid tooit zich bescheiden met roze/purperen bloempjes van 1cm lang in de zomer aan het eind van de twijgen. Bloemkransen zijn 2-6 bloemig en staan in de bovenste bladoksels, kelk is buisvormig met 5 scherpe tanden, buitenkant behaard, kroonbuis is iets langer dan de kelk, bovenlip.
Is zeer diep gespleten, juli/september
Een vertakt half heestertje van 30-50cm hoog dat uitlopers vormt, onderaan houtachtig.
Uit Europa en W. Azië. Er is een vorm met witte bloemen.
Teucrium chamaedrys subsp. chamaedrys, Breitblättrigen Edel-Gamander en Teucrium chamaedrys subsp. germanicum, (Germaans of Duits) Schmalblättrigen Edel-Gamander.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Voorts, zo Plinius zegt, is Teucrion van Teucer, de broer van Ajax gevonden en naar hem genoemd. Er zijn sommige die het Teucrion noemen naar het zeggen van Plinius en Dioscorides. Fuschsius en Matthiolus hebben het voor Teucrion beschreven en laten schilderen’.
Plinius XXV.20: “Invenit et Teucer Teucrion”. Teukros was een Trojaanse koning, de zoon van Telamon en broer van Ajax. Hij zou voor het eerst vastgesteld hebben dat de plant een werking op de milt heeft. Bij een offerfeest werd namelijk het kruid geworpen op de ingewanden van dode dieren. Bij zo’n gelegenheid zag de koning dat een milt langzaam verdween.
Dodonaeus (b) ‘In het Grieks heet dit kruid Chamaedrys en sommige noemen het Chamaedrops oft Linodrys, in het Latijn Trixago of Trissago, in het Hoogduits Gross Gamanderlin. Chamaedrys wordt van sommige hier te lande ook gamander of gamandree genoemd’.
Het kruid chamaedrys heet vanwege zijn bijzondere bladeren in het oud-Grieks bodemeik, chamae: betekent klein, en drys: is de eik, vergelijk Isidorus XVII. 9.47: “Chamaedrys a Graecis appellata, quod sit brevis et per terram strata et minuta foliis parvissimis”. Zie de gelijk genoemde Veronica chamaedrys.
Chamaedrys, de echte gamander, gross Gamander, Gamanderblum, Gamanderle, das zweit Gamanderlein bij Gesner, Uit de Griekse naam stammen midden-Latijnse vormen als chamandros. De gedachte aan het oud-Hoogduits Gaman, midden-Hoogduits Gamen: vreugde, gaf aanleiding tot een omvorming naar gamander. In Italiaans werd het calamandrea en in het Frans ontstond germandree waaruit de Engelsen germander maakten, wall of wild germander, onze gamander of germander, Frams germandrée petit chêne.
Dodonaeus © ‘In het Hoogduits heet het ook Gross Bathengell. Men mag dit ook wel Trixago major, Serratula major en Quercula major noemen en om het van de andere te onderscheiden’.
De plant ligt laag op de grond en sommige soorten hebben bladeren als die van de eik. Engels ground oak, Frans petite chene, chenette: kleine eik, Erdeiche bij Cordus.
(d) Naar de geur =Look of? clayne Logge bij Hildegard, kleen Lode.
(e) Ruben, Rubenkraut ? bij Kilian.
(f) Majoran, wilder Masaran.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (141, Dodonaeus) ‘Het zuivert, het laxeert, het verteert de winden en verdunt de grove vochtvermenging. Daarom is het ook goed tegen verstoppingen van de lever, van de milt en van de baarmoeder. Het laat plassen en bij de vrouwen de stonden komen, geneest de geelzucht en de ziekte van de nieren als nekrosis. Chamaedrys verwekt de maandstonden en laat plassen, snijdt en maakt dun de grove dikke vochtigheden, verlost het ingewand van verstopping en, als Plinius verzekert, is zeer geschikt het begin van de waterzucht. Gamander dat met averone in wijn gekookt wordt waar, na de zuivering, suiker bij gemengd en van gedronken wordt verwarmt de koude baarmoeder en reinigt het van de slijmachtige overvloedigheden, Pandecta.
Het geneest stinkende gaten en verteert de hardheid van de borst als je met het sap meel van fenegriek, meel van lijnzaad en heemstwortel mengt.
Naar het zeggen van Galenus heeft Chamaedrys kracht om de milt die zeer gezwollen is te ontdoen en kleiner te maken, vooral als men die met azijn gebruikt zegt Plinius.
Het geneest ook het schemeren en duisterheid der ogen door het met olie daar op te leggen, als Plinius schrijft.
Chamaedrys groen in water gekookt en gedronken is zeer goed tegen gespannen of vertrokken zenuwen, tegen de hoest, harde milt en diegene die met pijn hun water maken, te weten als er enige hand vol van die gekookt worden tot op het derde deel in een zekere mate waters.
De bladeren van dit kruid gekookt met lupinen in enige loog zuivert het hoofd van de zemelachtige schilfers en vuiligheden als men het daarmee wast’.
Echte gamander smaakt bitter en scherp. Het wordt hier en daar net als de andere soorten als volksmiddel gebruikt tegen zijdesteken. Het bitter smakende afkooksel, 15 gram op een halve liter water, dient als maagversterkingsmiddel en bloed reinigende thee, ook tegen scrofulen, waterzucht en jicht. Mogelijk heeft het een verzachtende en spierverslappende werking. Het water gedistilleerd van dit kruid verwekt de maandstonden en maakt de arbeid in het baren lichter.
5. Uit W. Woodville.
=Teucrium marum L. (naar koning Maro van Thracië) De laatste naam was een oude naam voor de catthym en het heet nu nog zo in het Engels. (synoniem Marum verum, L.(de echte)
Het plantje heeft roze/rode bloemen en kleine, van onder grijsachtige bladeren.
De ravengamander is een tot 60cm hoge struikachtige plant. Dit gewas is afkomstig uit Z en W. Europa en in 1640 beschreven.
Teucrium marum subsp. marum, Teucrium marum subsp. occidentale, Mus, Mayol. (westers) Teucrium marum subsp. drosocalyx Freyn.(bedauwde kelk)
Gebruik.
Het kruid ruikt aromatisch, wat kamferachtig, maar smaakt bitter scherp en kruidig. Het werd vroeger gebruikt in de artsenij en nog lang in niespoeder.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Marum genoemd is naar de koning Maro van Thracië, nochtans zou het ook alzo mogen genoemd zijn door het afbijten van syllaben, te weten door van Amaracus Maracus maken en voorts Marum’.
Veel planten werden zo genoemd.
Ravengamander, het kruid zou raven aanlokken.
Amberkruid, Engelse cat thym, Duitse Katzenkraut, Amberkraut, Mastixkraut en Moschuskraut, Frans maro, germandrée des chats, thym de chat.
Uit M. Houttuyn.
6. Teucrium scorodonia, L. (knoflookachtig)
De bladeren zijn gerimpeld, gezaagd en tegenoverstaand, gesteeld en donzig, bloembladen klein.
Uit de oksels van de bladeren komt de eenzijdig gerichte en aarvormige roomkleurige bloeiwijze in juli/augustus.
Meerjarige die vaak in massa’s voorkomt, het is een sociale plant.
Uit W. Midden en Z. Europa.
Naam.
(Dodonaeus) (a) ‘Tweede Scordium van Plinius is van Tragus voor wilde salvia gehouden geweest’.
Salvia bosci, Frans sauge des bois, Engelse wood sage of germander, Duits Waldsalben, de krachten werden vergeleken met de wilde salvia; wilde salie of valse salie, Engelse wylde sawge, Wilde Salbei bij Bock, Ackersalbei, verder mountain sage en salgia.
Valse salie, Fries loaze sealje Engels wood sage, Duits Salbei-Gamander.
Dodonaeus (b) ‘Het is van Valerius Cordus Scorodonia genoemd. Het groeit op vele plaatsen van Duitsland en vooral aan de Rijn en ruikt als gewoon Scordium en trekt wat naar de reuk van Teucrium’.
De laatste naam, scorodonia, is een naam van Cordus. Scorodonia staat in verband met het Griekse skoroda of skordon: dat is bekend als knoflook, dit naar de bijzondere geur als je het kneust, Engelse garlic sage, Frans germandrée scorodoine.
(c) In tegenstelling hiermee wordt het ook ambrose of ambrosia, genoemd. Mensen uit Jersey maken er gebruik van bij het brouwen en noemen het ambroise. Het is wel zeer geurend en opwekkend, geeft een sterke kleur aan bier en werd gebruikt in plaats van hop. Zie T. marum.
(d) Hindtlenff bij Gesner, Engelse hind heal. Frans ache champestre.
Het kruid smaakt bitter en werd gebruikt om wonden sneller te laten genezen. Als een thee werd het gebruikt tegen voorhoofdholte ontstekingen.
Uit J. Sowerby.
Teucrium scordium, L. (lookachtig)
De stengel kruipt aan de onderkant.
Bladen zittend en ovaal, hartvormig en getand en groen aan beide kanten.
Bloemen staan in kransen met 2-6 stuks in een krans, purper in juli en augustus.
Meerjarig.
Groeit in lage en natte weiden.
Het wordt een 20cm hoog uit Europa en W. Azië.
Teucrium scordium L. subsp. scordioides (Schreb.) Arcang.(lookachtig)
Naam.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit gewas wordt in het Grieks Scordion genoemd, de Latijnen noemen het ook Scordium en het heeft anders geen namen bij de apothekers, de Fransen noemen het scordion, in Nederland noemt men het ook scordium en in het Italiaans naar het Latijn scordio. Het is Scordion in het Grieks genoemd geweest omdat het de reuk van look heeft, want de Grieken noemen de look Scorodon en Dysosmon omdat het zo’n sterke of kwalijke geur heeft. Gewoon Scordium is in het Hoogduits ook Lachen Knoblauch genoemd en in onze taal waterlook’.
Knoflookgamander, Engelse garlic sage ruikt ook naar knoflook, Duitse Knoblechkraut, Knoblauch-Gamander, Lauch-gamander, Lachenknoblauch bij Bock, dezelfde naamsafleiding als de vorige. Zie Teucrium chamaedrys en Allium sativum. Skordiengamander ons skordienkruid.
Dodonaeus (b) ‘Sommige noemen het Trixago palustris of water Chamaedrys al of het een soort van Bathengel of Chamaedrys is, de Hoogduitsers noemen het Wasser Battenig, de Italianen Calamandrina palustre, de Nederlanders water-gamandree, in het Frans camaraz, in het Spaans camedreos de arroyos en in het Engels water-germander’.
Moerasgamander, Engelse water-germander, Duits Wasserknoblauch, Frans germandrée des marais,
Dodonaeus © ‘Andere noemen het Mithridation omdat het eerst van de koning Mithridates gevonden of gebruikt is geweest’.
(d) Duits Sonnenschilt.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 310, 309) ‘Tegen verstopte ingewanden, opgestopte maandstonden, etterspuwen, zijdepijn, nierstenen, koude plas en vergif: Maak een afkooksel van dit kruid met wijn en laat hieraf drinken. Of geef van het poeder van Scordium dat met honing vermengd is een vierendeel lood in een keer in. Dioscorides, Aegineta, Galenus.
Tegen lang durende en pestachtige koortsen: Laat van het afkooksel dat met water klaar gemaakt is drinken en geef van het konserf, dat in de apotheken Electuarium Diascordium genoemd wordt, een vierendeel lood of anderhalf lood met enig goed nat in. Matthiolus, Fracastorius. Gedroogd wordt het in wijn gekookt en zo tegen de beten van de slangen en tegen alle dodelijk vergif gedronken. Hoe krachtig dat dit kruid in alle besmettelijke ziekten en pestachtige koortsen is blijkt uit hetgeen dat de zeer edele wijdt vermaarde Augerius Gillenius Busbequius daarvan schrijft als hij vertelt dat hij met het gebruik van dit kruid een groot deel van zijn huisgezin gezond gehouden heeft in tijden van een grote pest in Turkije waarvan hij veel verloren had voor ze dit kruid dagelijks gebruikten want ze konden in geen ander ding baat vinden, maar nadat ze dit kruid gebruikten zijn ze allen gezond gebleven en zijn die grote pest doorgekomen. Scordium bewaart de dode lichamen tegen het verrotten en daarom wordt het veel gezocht van diegene die de dode balsemen en ongeschonden bewaren willen wat ons geleerd is doordat men sommige lichamen gezien heeft die in enige slag of schermutseling op het veld dood gebleven zijn en op het land wat met Scordium begroeid was veel minder verrot en bedorven gevonden zijn geweest dan de andere die er ver van lagen en men zag daar meest die leden van het lichaam heel en ongeschonden die het Scordium geraakt hadden.
Om verse wonden te genezen: Neem het gestampte kruid en leg het pleistervormig op. Dioscorides.
Scordion zuivert het ingewand en het binnenste van het lichaam en reinigt ook de oude uitwendige zweren en zeren als men daar honing bijvoegt.
Daar zijn er die verzekeren dat men het rouw vlees met de bladeren van Scordium goed omwonden en bedekt een tijd lang goed en zonder stinken of bederven kan bewaren’.
8. uit www.anjastuin.nl
Teucrium hyrcanicum, L. (Hyrcana, Perzische landstreek aan de zuidkust van de Kaspische Zee)
Eivormig/langwerpige bladeren met meestal hartvormige voet zijn stomp en gekarteld, wat rimpelig, achterkant zacht behaard.
Opstaande stengels zijn vertakt en behaard, aan de voet houtachtig.
Eindstandige 10-20cm lange, aarvormige trossen vat purper/roze bloemen en behaarde kelk in augustus/september.
Uit N. Perzië wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1763. ‘Purple Tails’.
Planten.
Planten in lichte kalkgrond op beschutte en vrij droge, zonnige plaatsen. Op vochtige gronden groeien ze beter maar zijn tegen de winter onvoldoende afgerijpt.
Vermeerderen door scheuren, uitlopers en stekken in augustus/september met 0.5% ibz of zaaien bij 20 graden.
Neem een topstek in februari (ook in juli) van 6cm, verwijder het onderste bladpaar, en steek dit in 1 % ibz groeistofpoeder, afkloppen van het stekje. Planten in 3 delen gezeefde turfgrond en 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, (dat is gezeefde potgrond zonder mest) plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Oppotten, is in de herfst leverbaar. In buiten brengen na de ijsheiligen, half mei.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/