Anemone

Over Anemone

Anemoon, windroosje, Japanse, vorm, kruiden, mythologie,, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit Redoute, Anemone hortensis.

Dit is een geslacht uit de ranonkelfamilie van ongeveer 85-150 soorten met vele mooie tuinvormen die meestal gekweekt worden vanwege hun mooie bloemen en sommigen vanwege hun opvallende bladeren of vruchtenpluizen.

Hoofdzakelijk komen ze voor in de noordelijke zone en bergstreken.

Het zijn aantrekkelijke snijbloemen en tuinplanten.

De stengel is meestal opgaand met een grote variatie in hoogte.

De basale bladen zijn meestal gelobd of verdeeld. Grote bloemen met duidelijke kelkbladeren. De stengel draagt n of meer witte, rode, blauwe, paarse of zelden gele bloemen. De vruchten hebben vaak lange harige stijlen die hun bestuiving via de wind mogelijk maken.

Ze kunnen vrijwel allemaal vermeerderd worden door zaad en die kiemen bij een paar graden boven nul. De meeste kunnen ook vermeerderd worden door scheuren, ook door wortelstek.

Ranunculaceae, ranonkelfamilie.

De anemoon kan verdeeld worden in verschillende groepen, zoals bijvoorbeeld in voorjaarsbloeiers die speciaal geschikt zijn voor schaduwrijke plaatsen. Dit zijn over het algemeen knoldragende soorten.

De volgende groep zijn de herfstbloeiers die meestal veel hoger worden dan de voorjaarsbloeiers en meestal meer vlezige wortels of gewone wortels bezitten en vaak tot de vaste planten behoren. Vervolgens de Middellandse Zee soorten. Hiertoe behoren de knoldragende anemonen. Verder kan men de Pulsatilla- en Hepatica groep onderscheiden.

Anemone hepatica L. of leverkruid, Hepatica, wordt ook wel onder dit geslacht geplaatst. Zie Hepatica.

Ook Pulsatilla en zijn vormen zijn onder Anemone geplaatst, zie Pulsatilla.

Uit flower.onego.ru

Anemone altaica, Fisch. (uit het Altaj gebergte)

Lijkt veel op Anemone nemorosa maar daarin verschilt door de gele wortelstok.

Bloemen met 6-16 smalle bloembladen en vroege bloei, februari/maart. De bloem heeft 8-12 bloemdekbladen, in 2 kransen, wit, blauwachtig of roodachtig violet.

Uit Oeral, O. Azië en Japan, wordt 15-20cm hoog.

Uit www.efloras.org

Anemone baicalensis, Turcz. (uit Baikalie)

Lijkt veel op de sylvestris.

Lang gesteelde en aan beide kanten behaarde handvormige bladeren die na de bloei afsterven.

Driedelige 2-3 zittende omwindselbladen, bloemen meestal alleen staand met 5-6 witte elliptische en aan de achterkant behaarde bloemblaadjes in april/mei.

Een sterk groeiende soort met dunne bruine uitloper..

Behandeling en gebruik als A. apennina.

Uit Sachalin, Korea en Japan, wordt 15-35cm hoog.

Uit J. Seboth.

Anemone baldensis, L (van de berg Baldo)

Lang gesteelde, drietallige bladeren met ingesneden slippen.

Mooie plant met opstaande en behaarde stengels.

Omwindselbladen zijn bladachtig, alleenstaande en 3-5 cm grote witte bloemen met 8-10 eivormige, spitse en aan de achterkant behaarde bloembladen zie je in juni/augustus.

Uit de Alpen, Pyreneeën en Karpaten wordt 5-12cm hoog. Is beschreven in 1792.

Tiroler Windrsochen, Monte Baldo-Anemone of Baldo-Windroschen.

Anemone barbulata Turkcz, (fijn gebaard) is een wat stijve anemoon van een 70cm hoog met vrijwel onbehaard, donkergroen blad.

De zuiver witte bloemen kijken je in juni/juli aan, soms worden ze wat groenig.

Uit China.

Uit www.myartprints.co.uk

Anemone biflora, DC. (tweebloemig)

Lijkt veel op Anemone coronaria en heeft een knolvormige wortelstok.

Lang gesteelde driespletige bladeren met lijnvormige slippen.

Twee bladachtige zittende omwindselbladen, twee knikkende donkerrode bloemen met vijf en aan de achterkant behaarde bloembladen komen in februari/april.

Behandeling en gebruik als coronaria.

Uit Turkestan, Perzië en Afghanistan wordt 10-20cm hoog.

Grote steenanemoon.

Uit www.biolib.de

=Anemone canadensis L. (uit Canada) is een 25-50cm hoge plant.

Bloeit met witte, 5cm grote bloemen van april tot juni.

Groeit in vochtige gebieden van N. Amerika, Canada.

Canadese anemoon, Meadow of Canadian anemone. Kanada-Buschwindroschen.

Uit ogorodnik.in.ua

Anemone demissa, Hook & Thoms (neerhangend)

Lijkt in bloei veel op narcissiflora, maar verschilt hiervan door de hogere groeiwijze en ingesneden bladeren met wigvormige, gelobde slippen, bloeit in mei/juni.

Uit Himalaya en W. China, wordt 30-50cm hoog.

Uit www.efloras.org

Anemone glaucifolia, Franch. (Anemone glauciifolia) (=Anemoclema glaucifolium (Franch) W.T. Wang) (met zee groenblauw blad)

Rozet van geveerde blauwachtig behaarde bladeren.

Opstaande stengels.

Mooie mauve kleurige bloemen van 8-10cm in doorsnede met omgekeerd eivormige bloembladen in mei/juni.

Uit Yunnan, wordt 60-90cm hoog.

Uit www.jandenhertog.nl

Anemone x lesseri, (Whn. Lesser, voorzitter van de Duitse Tuinbouwmaatschappij te Berlijn) =kruising tussen multifida x sylvestris en wordt 30-40cm hoog.

De donkergroene bladeren staan in vorm tussen beide ouders in.

Bloeit met talrijke helder roze bloemen met de grootte van sylvestris in mei/juni.

Behandelen als sylvestris.

Uit Curtis botanical magazine.

Anemone obtusiloba, D. Don. (met stompe lobben)

Hartvormige en driedelige, aan beide kanten behaarde bladeren met ingesneden slippen.

Opstaande en vertakte, behaarde 1-3 bloemige stengels.

Zittende drielobbige omwindselbladeren, 2.5cm grote hemelsblauwe bloemen met 5 of meer, aan de achterkant zijdeachtig behaarde bloembladen in april/juni.

Een mooie soort met houtachtige wortelstok.

Uit W. Himalaya wordt 15-30cm hoog. Is beschreven in 1843.

‘Chrysantha’, heeft zwavelgele tot goudgele bloemen.

Uit Curtis botanical magazine.

Anemone polyanthes Don. (met vele bloemen) Lang gesteelde, 5-7lobbige, zilverachtig behaarde bladeren.

Houtachtige wortelstok en opstaande, vertakte stengels.

Omwindselbladen zijn drielobbig, bloemen staan in trossen en zijn 2.5cm in doorsnede met meestal 5 witte bloembladen in juni/juli.

Gebruik en behandeling als A. apennina.

Uit de Himalaya, wordt 40-70cm hoog. Is beschreven in 1839.

Uit www.discoverlife.org

Anemone quinquefolia L. (5bladig) is een meerjarige kruidachtige plant, 10-30cm en sterft tegen de zomer af tot de wortelstok.

Bloem met een diameter van 1-2,5 cm, met vijf, soms vier of meer, kelkbladen, wit, vaak met een roze tint.

Wood anemone komt uit N. Amerika.

Uit Fuchs.

=Anemone ranunculoides, L. (ranonkelachtig) Drietallig, zittende bladeren met diep ingesneden slippen

Is net zo hoog en lijkt op de bosanemoon.

Net zo verdeeld blad en wat meer gezaagd, opstaande en 1 bloemige stengels.

Kort gesteelde omwindselbladen die in vorm op bladeren lijken.

Mooie goudgele bloem staat meestal alleen, is soms zelfs half dubbel met 5-8 breed eivormige en aan de achterkant behaarde bloembladen.

Bloeit van maart tot april op lichte gronden op open plaatsen en bos van Europa en Siberië.

Heeft een wat dikkere en meer vleziger, wat bolachtige wortelstok.

Komt uit de Alpen, Kaukasus en Siberië, groeit op voedselrijke, vochtige, vaak kalkhoudende grond in loofbossen, tussen hakhout en op dijken.

Wordt 10-25cm hoog.

‘Pleniflora’, heeft dubbele bloemen.

Gebruik en behandeling als bij Anemone apennina.

Naam, etymologie.

Gele bosanemoon, Duitse Goldwindroschen of Goldhahnchen, Gelbes Windroschen, Blitzwurz en graues Bergmannle bij Gessner, Kuhschelle, Petersbart, Schneeblumen in Zwitserland, Engelse yellow wood anemone, buttercup anemone of wood ginger, Frans Anmone fausse-renoncule.

(Dodonaeus) ‘De tweede soort van wilde Anemone is in Hoogduitsland Bitzwurtz genoemd omdat als ze pleistervormig op de venijnige steken of beten van het vee gelegd wordt die gans geneest.’

Uit Edwards botanical register.

Anemone rivularis, Buch (van de beekjes of rivieren)

De hele plant is grijs/blauw behaard.

Lang gesteelde, driedelige, gekartelde bladeren.

Een rijk bloeiende soort met opstaande en vertakte, 1-3bloemige stengel.

Zittende, driedelige omwindselbladen met lancetvormige gezaagde slippen.

Mooie sneeuwwitte bloemen met 5 bloembladen die aan de achterkant grijsblauw zijn en grijsblauwe meeldraden in juni/juli.

Zet deze soort op een vochtige en wat beschaduwde plaats.

Uit de Himalaya wordt 50-60cm hoog. Is vermeld in 1840.

River side wind flower. Bach-Windroschen.

Uit www.alpinegardensociety.net

Anemone rupicola, Camb. (bewoner van rotsige heuvels) Lang gesteelde en diep driedelige, zijdeachtig behaarde bladeren met getande tot gelobde slippen.

Een mooie rots anemoon met opstaande en zilverachtig behaarde, 1-2bloemige stengels.

Meestal zittende driedelige omwindselbladen.

Zeer grote sneeuwwitte bloemen van 5.5-6.5 cm in doorsnede met aan de achterkant behaarde grijsblauwe tot roodachtige elliptische bloembladen en citroengele meeldraden in juni/juli.

Deze soort groeit het best in zandige grond op een zonnige plaats.

Uit de Himalaya, wordt 20-40cm hoog. ‘Wild Swan’, Alfin Swanՠen. ‘ Ruffled Swan’, zijn kruisingen met Anemone hupehensis.

Uit www.dinodia.com

Anemone tetrasepala Royle (vier meeldraden)

Grote, leerachtige en lichtgroene, handvormig gedeelde bladeren met getande en aan de achterkant zacht behaarde slippen.

Opstaande en veelbloemige stengels.

4 drielobbige omwindselbladen.

De roomwitte bloemen zijn ca. 5cm groot en hebben meestal 4 bijna ronde bloembladen in mei/juni

Gebruik en behandeling als Anemone sylvestris.

Uit W. Himalaya, wordt 40-80cm hoog. Four petal anemone.

Uit en.wikipedia.org

Anemone transsilvanica Heuff. (Hepatica transsylvanica Heuff.) (uit Transsylvanië) (Hepatica angulosa, DC.) (hoekig of kantig)

Lijkt ook veel op triloba maar de bladeren zijn 5lobbig en sterker behaard, groeit hoger met grotere donkerblauwe bloemen die meestal iets vroeger komen, februari/april.

Uit Hongarije, Transsylvanië en Karpaten, wordt 20-25cm hoog.

Hiertoe behoort de vorm atrocaerulea die de donkerste blauwe bloemen heeft.

Var. albiflora heeft witte bloemen.

7. Uit Redoute.

Anemone coronaria L. (kroon of krans) Zittende en diep ingesneden omwindselblaadjes.

Opstaande stengels met diep ingesneden drietallige bladeren Grote bloemen met 5-8 brede en omgekeerd eivormige vermiljoenrode bloembladen met in het midden een min of meer scherp afgetekende kring.

Het plantje bloeit daar als een van de eerste bloemen in januari/april. Opvallend zijn ze dan met hun heldere en gloeiende kleuren en hun overvloedig voorkomen. Hele velden worden er mee bedekt. De bloemen zijn er in verschillende kleuren, opvallend zijn de meestal zwarte meeldraden. Het zijn brutale kleuren die sterk contrasterend werken en heel wat anders zijn dan het blanke roze doorschenen schaaltjes van onze inlandse bosanemoon.

Uit Z. Europa, Balkan, Klein Azië, groeit in Israël in het wild, maar niet op gecultiveerde gronden omdat de kleine knollen niet tegen ploegen bestand zijn. Ze worden een 40-50cm. groot. Is beschreven in 1596.

Vormen.

Ca. 1870 verscheen de ‘Caen’, die van uit Frankrijk werd ingevoerd en hierna zijn ze een grote rol gaan spelen. De ‘Caen’ heeft zeer gevarieerde bloemen met magnifieke kleuren en lange stengels.

‘Mr. Fokker’, is een enkele grootbloeiende blauwe op lange stengels.

‘Granssensis;, (Naar Grasse, stad in de Alpes-Maritimes, Frankrijk) karmijn/rode bloemen met scherp afgetekende kring.

‘Lerinensis’, (naar de Lerins eilanden bij Cannes, Frankrijk) roze bloemen met spitse bloembladen

‘Mouansi’, (naar een Mouans, plaats in de Alpes-Maritimes, Frankrijk) violetblauwe bloemen.

‘Rissoanan’, (naar Risso, een Frans botanicus) wit rood gevlekte of rode wit gevlekte bloemen.

Tot de var. pleniflora met min of meer gevulde bloemen in allerlei kleuren behoren de tuinvormen, de zogenaamde chrysanthemiflora die wat op chrysanten lijken. Dat zijn de dubbele gemengde mixen, bekend onder de naam ‘St. Brigid’. Dit mengsel werd ingevoerd omstreeks 1870 door Mrs. Lawrenson. Deze heeft de buitenste bloembladen geheel plat, de volgende series zijn wat korter en zo door totdat het geheel gevuld is, de bloem is zo vrij vlak. De dubbele vormen produceren vrijwel geen zaad.

Van de dubbelen is ‘Governor’, er in rood, ‘Mount Everest’, in sneeuwwit, de ‘Admiral’, is door van Tubergen omstreeks 1927 ingevoerd, een half dubbele violette.

The ‘Bride’, werd geïntroduceerd door Krelage in 1870. Zoals een echte bruid betaamt is die maagdelijk wit.

Een dubbele helderrode is ‘Hollandia’, uit 1927, ook wel ‘His Excellency’, genoemd met zeer grote bloemen op lange stengels, prima voor de snij. ‘Lord Lieutenant’, is een halfgevulde blauwe uit 1927.

Dit is de klaproosbloeiende anemoon die wel geteeld wordt als borderplant en snijbloem.

Vroeger werd de anemoon veel gekweekt in kassen. Tegenwoordig worden de bloemen geïmporteerd uit Z. Frankrijk en Italië omdat ze daar in de winter bloeien en dus goedkoper te oogsten zijn.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Deze geslachten van kruiden voeren de naam Anemone in meest alle landen van het Christenrijk en alle die we hier in dit kapittel beschrijven moeten voor tamme soorten van Anemone gehouden worden en ze zijn van elkaar niet met eigen namen onderscheiden dan alleen met het getal, te weten in het Latijn Anemone prima, secunda, tertia, quarta, quinta, sexta en septima, in onze taal eerste Anemone, tweede, derde, vierde Anemone en zo voort door er het verschil van de kleuren van de bloemen er bij te stellen, namelijk Anemone met enkele of dubbele, rode, paarse of witte bloemen, want die kleuren zijn zo verschillend dat men voor die alle geen eigen namen zou kunnen vinden. Dan nochtans de soort met drie bladeren mag Anemone trifolia heten, dat is driebladige Anemone en die medesoort van het derde geslacht van Anemone met witte bloemen mag Anemone Pannonica, dat is Anemone van Hongarije of Oostenrijkse Anemone genoemd worden omdat ze in Oostenrijk en in Hongarije veel groeit.

De namen van de bloemen zijn Anmone, Anemne en Anemona, Phenion of ook Fremium. Omdat de bloemen gauw verwaaien noemen sommige het ook Pulsatilla en Herba venti, maar oneigenlijk.

Deze kruiden hebben hun naam Anemone gekregen en in het Grieks ap to anmou, dat is van de wind die de Grieken Άνεμος, Anemos, noemen want de bloem gaat nimmermeer open dan als de wind waait zo Plinius betuigt en daarom zijn ze van sommige ook Herba venti, dat is windkruid of kruidje van de wind genoemd geweest. Ovidius die de bloem van Adonis (Flos Adonidis) in het lang beschrijft schijnt in het tiende boek van zijn veranderingen of Metamorfoses deze onze Anemone te bewimpelen en bedekt te verstaan willen te geven en zegt er aldus van in gedicht:

‘Als Venus haar vriend Adonis aldus zag

Verslagen op het veld kwam ze bij hem daar hij lag,

En heeft hem lang beklaagd, ja heeft zijn diepe wonden

Bijna met eigen handt mistroostig verbonden:

Maar dat was al te laat, dus goot ze op het bloed dat uit zijn wonden kwam welriekend nectar zoet:

Hierdoor is dat bloed heel bobbelvormig gezwollen;

En eer een korte tijd geheel voorbij was.

Werd dat een mooie bloem, van kleur bloedig rood,

Of zulks als een granaat, van zijne schors ontbloot,

In zijn kernen toont. Dan ze is kort van leven,

Omdat ze aan de stam niet vast plag te kleven.

De wind die hier en daar de lichte dingen drijft,

Is oorzaak dat deze bloem niet lang staande blijft.’>

Dit zijn de woorden van Ovidius.

Dan Bion van Smyrna, de oude Griekse poet, verhaalt in het grafdicht van Adonis dat de bloem Anemone genoemd eerst gesproten is uit de tranen die Venus op de aarde stortte toen ze dezelfde jongeling Adonis beweende.

Anemone, komt van Griekse anemone, anemos: wind, met een vrouwelijke suffix one: literair, dochter van de wind, en mone: een plaats. Dit woord werd aan deze plant gegeven omdat de bloemen met het minste windzuchtje al bewegen. Het Latijnse animus: soul of ziel en Gotisch us-anan: uitademen, zijn vergelijkbaar.

Ovidius Metamorphoses X 737-739: ‘brevis est tamen usus in illo. Namque male haerentem et nimia levitate caducum. Excutiunt idem, qui praestant nomina, venti.’

Plinius XXI 94: ҆’os nunquam se aperit nisi vento spirante unde et nomen accepere’.

Op een anemoon past de zinsnede: ‘Brevis ets usus;, ‘haar rijk is van korte duur’, een volmaakte zinspeling op de vergankelijke schoonheid.

In de herbaristentaal, herba venti: kruid van de wind.

Omdat het plantje op winderige terreinen zou groeien.

Omdat ze door de minste windbries al bewogen wordt.

Omdat ze de bloem bij wind opent.

Omdat de bloemkroon door de wind licht ontbladerd wordt.

Vanwege de bloeitijd, met Pasen, de tijd van grote winden.

Windbloemen, vergelijk verder de Duitse naam Windroschen, de Engelse windflower en Franse 'herbe au vent, ook fleur aux dames. Tabernaemontanus noemt de plant in 1588 windroslein, soms is het bekend als windroos. Al die verklaringen zijn naar Plinius, hij vertelt dat de anemoon dan ook dat de bloem niet uit zichzelf opent, alleen als de wind waait. Mocht dit niet zo zijn, geef hem dan de schuld. Ook de pluizige zaden vliegen mee met de wind. Symbool van verlatenheid.

(b) Maar de naam mag een vergriekst woord zijn van Aramees naաman: lieveling of verheerlijking, een bijnaam voor Adonis. De Arabieren noemden de anemoon nog steeds ‘de wonden van Naaman’.

Ovidius noemde het flos adonis. Uit de tranen die Venus/Aphrodite op het graf van Adonis stortte zouden deze bloemen ontstaan zijn. Adonis behoort tot hetzelfde geslacht als de anemoon, maar met de klassieke naam Adonis werd waarschijnlijk de anemoon bedoeld.

De naam Adonis is afgeleid van het Fenitische adon: heer, verder wordt de Griekse Adonis gelijkgesteld met de Syrische Tammoez. Die laatste werd gedood door een zeug met maansikkelvormige tanden. Het bloed van Tammoez is allegorisch voor de anemoon die na de winterregens de hellingen van de Libanon rood kleurt. De geboorte van adonis uit de mirreboom, mirre was een bekend afrodisiacum, geeft het karakter van zijn riten aan, een echt vrouwenfeest.

Vondel, Salomon;

‘Mijn lijk betreuren, op 't jaarlijks offerfeest (van Adonis)

Wanneer het jaargetijde in bloed verkeert in vlieten

Die uit het cederbos van Libanon zeewaarts schieten

Een wonderteken, 't welk de Joden overtuigt

Dat elk met reden zich voor onze Godheid buigt’. Vondel brengt de rode kleur van Adonis in verband met de rode verf van de wateren.

Dodonaeus ‘In Italië noemen de landlieden het op sommige plaatsen herba dal diavolo, dat is duivelskruid omdat ze de beesten voor geen goed voer strekken en slecht om uit te roeien zijn’.

Dodonaeus (d) ‘In het Frans coquelourdes, cocles en passefleurs, welke namen nochtans andere bloemen eigen zijn bij die Fransen.’ Frans pied de coq: hanenvoet, de bladvorm.

Dodonaeus (e) Ԅe derde Anemone van Dodonaeus noemt Lobel Anemone met de knobbelachtige wortel, in het Latijn Anemone tuberosa radice die met haar volgende medesoorten meest alle uit Turkije gezonden zijn en Binizante, Binizate of Binizade heten en soms tweemaal in een jaar bloeien.

Dubbele rode Anemone met smalle bladeren, in het Latijn Anemone hortensis tenuifolia, flore pleno is in het Turks lale benzed en galipoli lal genoemd. (ook waren er blauwe en witte) Dubbele rode Anemone met smalle bladeren heet in het Latijn Anemone hortensis tenuifolia, flore pleno en in het Turks lale benzed en galipoli lale’.

(f) Tuinanemoon, Engelse garden anemoon, Franse anemone des fleuristes, Italiaans anemone.

(g) Duitse Kronen-Windroschen, Anemonroslein, Franse anemone passe-fleur.

(h) Engelse poppy windflower of klaproosbloeiende anemoon. De drie bladen van deze plant symboliseren de drie persoonlijkheden van de godheid. Vandaar ook de naam herb trinity.

Overige. Zweeds sippa, Boheems pohanեnka, Hongaars kokorcsin. Hebreeuws kalanit. Tijdens het Britse mandaat van Palestina werden de soldaten ҋalaniyotӠgenoemd vanwege hun rode baretten.

Uit L. van Houtte.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Daarboven zuiveren de soorten van Anemone alle vuile zeren en zweren en reinigen de plekken en melaatsheid, opgelegd verwekken ze de maandstonden en laten de melk in de borsten vermenigvuldigen.

Hetzelfde betuigt Dioscorides ook die zegt dat de stelen en bladeren van Anemone met gerstepap gekookt en in spijs genoten de melk vermeerdert. De geslachten van Anemone zijn veelvormig van krachten net zoals ze veelvormig van gedaante zijn, maar van allen wordt geloofd dat ze zeer heet van aard en verdrogend zijn als de soorten van hanenvoet en samen ook bekwaam om te openen en daarna tezamen te trekken, uit te trekken en alle slijmerigheden op te halen, dan vanwege hun grote scherpte gebruikt men ze meer van buiten dan van binnen, hoewel dat sommige er een water van distilleren om de gebreken van de keel te genezen, de tandpijn te verzoeten en alle zowel inwendige als uitwendige zweren en zeren te zuiveren.

Andere leggen ze op de kanker om die te zuiveren en daarna te genezen.

De groene bladeren gestoten en opgelegd genezen de gezwellen die aan de nagels komen.

Sommige koken dit hele kruid of de wortel alleen in azijn en spoelen daar de mond mee tegen tandpijn en bewaren die tegen verrotting en maken die vast als ze los zijn.

De wortel van allerhande Anemone (behalve die van de gele soort die heel verwurgend en knijpend is) gekookt in malvezij en op de ogen gestreken geneest de hete zwellingen of vurigheden ervan en verscherpt het gezicht en neemt af de plekken en littekens van de ogen of oogschellen.’

Dit kruid staat, als een ranonkelachtige, onder beheer van Mars.

Historie.

Al Dioscorides onderscheidde wilde en tamme anemonen. Deze laatste groeide in de hoven bij de Romeinen die graag wat vrolijks gebruikten. Plinius vermeldde dat ze voor kransen gebruikt werden. De anemonenkransen waren al bij de Romeinen geliefd, zo ook in Engeland ten tijde van koningin Elisabeth.

Anemone coronaria zou door Clusius zijn meegenomen. Naar andere bron zou het al door de kruisvaarders meegenomen zijn. Tijdens de kruistochten liet de bisschop van Pisa aarde van het Heilige Land naar huis brengen. Toen dit werd uitgespreid over de Italiaanse bodem bloeiden er enige tijd later anemonen op. Een wonderbaarlijke metamorfose van het bloed van de H. Martelaren.

Om­streeks 1650 werd het gewas al op vrij grote schaal gekweekt en over Europa verspreid. Vooral Franse kwekers hebben zich verdienstelijk gemaakt. Dodonaeus heeft 5 en Lobel 8 soorten getekend.

Over de verspreiding van de zogenaamde Franse anemonen wordt het volgende bericht. Een monsieur Bachelieu had in het begin van de 17de eeuw prachtige anemonen uit het verre oosten gekregen. 10 jaar lang gaf hij niets weg, niet aan vrienden, nog voor geld. Op een dag, toen de anemonen hun pluizige zaden droegen bezocht hem een listig lid van het Franse parlement, volgens anderen was het de burgemeester van Antwerpen, en die liet zijn met pelzen bezette mantel op de anemonen vallen. De dienaar van de bezoeker nam de mantel op en bracht zo de zaden mee. Op die manier verspreidde de anemoon zich over de Parijse tuinen.

In de Christelijke legende wordt verhaald dat het bloed aan de voet van het kruis veranderde in een rode anemoon. De rode kleur zou uit de bloeddruppels van Christus ontstaan zijn, vandaar de naam ‘Blood drops of Christ’. Deze kleur komt het meest voor op de Batha en braakliggende gronden. De purperen kleur komt het meest voor in Galilea en Esdralon en de witte meer rond de heuvels van Tiberias en andere kleuren noordelijker. Waarschijnlijk is de kleur afhankelijk van de toestand van de grond. Een mengsel van die kleuren is bij ons bekend onder de naam ‘The Caen’, naar de naam van de Franse stad waar ze ontstaan zijn.

Sage.

In de mythologie was Anemona een nimf uit het gevolg van de godin Flora, die door haar grote schoonheid de andere nimfen jaloers en wraakzuchtig maakte. Ze belasterden Anemona bij Flora dat haar gemaal, Zephyr, haar in het geheim zou beminnen. Flora zond de nimf dan ook naar het hof van Pomona, de godin van het ooft. Na haar vertrek bemerkte Zephyr hoe hij haar liefhad en vertrok onder een voorwendsel en verkreeg haar liefde. Ze werden echter verrast door de wantrouwige Flora die zich in een zwaluw had veranderd en voor straf werd de nimf in een bloem veranderd. Zo is de anemoon een bruid van de westenwind. Van de zachte Zephyr wordt verteld dat hij bloemen en vruchten produceert door de zoetheid van zijn adem. Sindsdien is de anemoon in de taal der bloemen geworden tot het symbool van de trouwe en zo onschuldige liefde.

Anemoon veranderde in een bloem. Zo komt het dat de anemoon steeds beweegt want dan is Zephyr bij haar. Zo af en toe komt ook Boreas, de noordenwind, bij haar. Maar die blaast met zijn koude wind de bloemblaadjes weg.

Bij de ouden was de anemoon ook het zinnebeeld van gemakkelijk weer drogende vrouwentranen, omdat het maar zo kort leeft.

De Egyptenaren beschouwden het kruid als het symbool van ziekte, mogelijk wegens zijn giftige eigenschappen.

Planten.

De meeste mensen weten niet eens precies wanneer de anemonen nu eigenlijk behoren te bloeien, men ziet ze in de tuinen op verschillende tijdstippen in bloei. Toch is dit in zuidelijke streken een van de eerst bloeiende gewassen. Als regel kunnen de boldragende anemonen bloeien op elke tijd die gewenst is, dit wordt beïnvloed door de tijd die ze uit de grond zijn. Dit kan van kort tot zeer lang zijn, anemonen kunnen een paar jaar droog bewaard worden in een droge, koele plaats.

Voor voorjaarsbloei moeten de bollen in het najaar geplant worden, met een licht dek omdat er al gauw blad gevormd wordt. Worden ze in het voorjaar geplant bloeien ze in juni/juli. Plant men later komen de bloemen ook later, zelfs tot in de herfst. Vanaf het planten tot bloeien kan, onder gunstige omstandigheden, acht weken duren. Ook kan deze anemoon behandeld worden als een vaste plant.

De var. van Anemone coronaria worden 6-7cm diep en op 12-15cm afstand in de grond geplant. De knollen zijn klein en hard, maar zwellen in de grond op tot meer dan dubbele grootte, zodat bij ondiep planten de knollen boven de grond komen te liggen. Deze vormen bezitten ondergronds een bolachtige verdikking. Het eerste jaar vormen ze vanuit zaad een mooie peervorm, de zogenaamde pitten, het volgende jaar worden de knollen door de zijvleugels onregelmatiger en heten nu knopen.

De zaden worden in februari in scherp zand voor gekiemd en los gewreven en in maart ter plaatste gezaaid, licht in harken. Begin mei komen de plantjes boven, schoonhouden van onkruid. Sommige kunnen zelfs het eerste jaar al bloeien. Na het afsterven van het loof, augustus, rooien en goed drogen. Dan heb je de pitten.

8.

=Anemone pavonina, Lam. (pauwkleurig) (Anemone pavonia)

Knolvormige wortelstok.

In groei en bloeiwijze lijkt het veel op Anemone coronaria, maar verschilt door de minder fijn ingesneden bladeren en ongeveer 5cm grote scharlakenrode bloemen die heldergeel zijn van binnen met 7-10 langwerpige/eivormige bloembladen in april/mei.

Uit Z. Europa, wordt 15-30cm hoog.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Noch voor alles moet men de volgende dubbele soorten van Anemone kennen die de toenaam Anemone Chalcedonica en Pavo plegen te voeren. Anemone van Chalcedonica is van Constantinopel hier te lande overgezonden en heet in het Latijn Anemone Chalcedonica of groene Anemone in onze taal (omdat de bloem meest groen blijft doordat ze hier te lande zelden volkomen wordt) of ook dubbele Anemone met brede bladeren. Clusius noemt ze Anemone hortensis latifolia pleno flore versicolor. In Turkije heet ze gul of gul catamer, welke naam ze alle dubbele roosachtige bloemen plegen te geven. (er waren dubbele en enkele ingevoerd) Met korte woorden, het zaad van de breedbladige Anemone geeft elk jaar nieuwe verscheidenheden zodat het zelden gebeurt dat er van een soort zaad twee bloemen voortkomen die elkaar in alles volkomen lijken. Want ten eerste, de smalheid of breedte en ook de menigte van de bladeren is in de ene bloem anders dan in de andere en ten tweede de kleur verschilt zo zeer dat het niet te beschrijven is en ten derde de grond, dat is het midden of binnenste einden der bloemen, ungues in het Latijn genoemd, zijn ook zeer verschillend van kleur, ten vierde zijn de zaadhoofdjes met hun draden en noppen ook zeer veel verschillend van elkaar. Sommige hebben twee, drie, vier, ja vijf rijen of lagen van bladeren in de bloem op die manier dat men in een bloem dertig, veertig, ja ook wel honderd en meer bladeren kan komen te tellen’.

Duitse Pau anemone, Engelse peacock wind flower, de kleuren in de bloem en bloembodem, dat naar pavo: pauw.

Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.

=Anemone x fulgens, Gay. (rood, schitterend, blinkend) uit Z. W. Frankrijk is een kruising tussen Anemone hortensis x Anemone pavonina en was oorspronkelijk scharlakenrood, zonder geel hart.

Hieruit is Anemone multipetala voortgekomen, eveneens een mooie rode, maar met betere groei en een dubbele rij bloemdekblaadjes.

Var. purpureo-violace, Boiss uit Thracië, Macedoni en Griekenland heeft grotere bloemen die variëren van purper tot violet en rood. Hiertoe behoort de St. Bavo-anemoon met zeer grote bloemen op lange stelen. Dit is een selectie van Tubergen uit 1912 uit A. x fulgens die algemeen bekend is onder de naam ‘St. Bavo’.. Het is een mengsel van vroegbloeiende anemonen in verschillende kleuren. De kleuren variëren van wit door roze heen over steenrood tot dieprood en violetblauw. De bloei houdt vol vanaf eind maart tot midden mei.

Deze vorm wordt 25cm hoog.

Engelse scarlet windflower.

Planten.

Anemone fulgens- en St. Bavo variëteiten worden in oktober geplant, 7cm diep en 10cm uit elkaar. Dit gebeurt op het eind van oktober en licht tegen de vorst gedekt. Na het afsterven van het loof, juli, worden ze gerooid en goed droog bewaard. De herplanting vindt plaats in oktober.

9. Uit botanical magazine.

Anemone hortensis, L. (van de tuin of hof)

Een mooie plant met knolvormige wortelstok.

Handvormig ingesneden bladeren met ingesneden, getande lippen.

Opstaande en behaarde stengels.

Omwindselbladen zijn weinig of niet ingesneden. 2-4cm grote roze/rode bloemen met wit oog in het midden en 12-18cm breed lancetvormige en aan de achterkant behaarde bloembladeren komen in april/juni.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘De eerste Anemone van Dodonaeus hier beschreven is van Lobel knobbelachtige Anemone met de wortel van aardnoot genoemd en van Clusius Anemone hortensis latifolia tertia, dat is derde soort van Anemone met brede bladeren en is diegene die in deze landen het meest en eerst bekend is geworden. Gewone Anemone met brede bladeren die anders steranemone of sterachtige Anemone in Nederland genoemd wordt. Deze soort heeft Clusius tussen Metz en Andernach in maart bloeiend gevonden. Dan er is diergelijke soort van Constantinopel gezonden geweest die in de hoven van Nederland gezaaid of geplant is en haar bladeren voor de winter uitgeeft, maar bloeit in de lente en soms ook wederom in de herfst. Uit Italië wordt ook een diergelijke soort overgezonden die daar in het wild groeit. Ze heeft deze namen in het Latijn, Anemone hortensis latifolia tertia bij Clusius en bij andere Anemone stellata, sine stelligera, misschien omdat de bloemen stervormig of straalvormig geschikt staan’.

Breedbladige anemoon, broad leaved garden anemone, Duitse kleine Gartenanemone is afkomstig uit Z. Europa en wordt 20-30cm hoog, is vermeld in 1597.

‘Grandiflora’, heeft veel grotere bloemen van wel 4-6cm in diameter.

Behandeling en gebruik als Anemone coronaria.

10. uit botanical register.

Anemone palmata, L .(palmachtige of op een hand gelijkende bladeren)

Knolvormige, zwarte wortelstok.

Handvormige gelobde bladeren.

Opstaande en 1-2bloemige stengels.

Zittende en diep ingesneden omwindselbladen met lancetvormige slippen, goudgele bloemen met 10-15 omgekeerd eivormige en aan de achterkant zijdeachtig behaarde bloembladen in mei/juni

Uit het M. Zeegebied, Portugal wordt 15-25cm hoog. Is vermeld in 1597.

‘Pleniflora’, heeft dubbele bloemen.

Behandeling en gebruik als coronaria.

Cyclamen leaved wind flower.

11. uit chestofbooks.com

Anemone caroliniana, Walt. (uit Carolina) (Anemone decapetala) (tien meeldraden)

Carolina wind flower heeft een knolvormige wortelstok.

Gesteelde, drietallige bladeren met brede, eivormige gesteelde slippen.

Kort gesteelde omwindselbladen met lijnvormige slippen.

Ongeveer 3cm grote blauwe bloemen met 10-20 smal langwerpige bloembladen in juni/juli.

Uit N. Amerika wordt 10-30cm hoog. Is vermeld in 1824.

Caroline anemoon.

12. Uit A. Burnett.

=Anemone sylvestris, L. (van 't bos) Lang gesteelde, handvormige gedeelde, behaarde bladeren met gezaagde slippen.

Gesteelde driedelige omwindselbladen.

Opstaande een bloemige, wit viltig behaarde stengels.

Mooie gevormde 2-4cm grote geurende, witte en wat knikkende bloemen met 5 breed eivormige en aan de achterkant behaarde stengels met goudgele meeldraden in juni.

Uit Midden en Z. Europa wordt 30-40cm hoog, is geschikt is voor ondergroei op niet te droge grond. De standplaats is op voedselrijke kalkhoudende bodems. De bloei vindt plaats in het vroege voorjaar, in maart en april, vaak voordat de bladeren zich aan de bomen ontwikkelen en kan dikke tapijten op de bosbodem vormen. Is vermeld voor 1596. Lobel: ‘Anemone met mooie grote witte bloemen. In Latijn Anemone 3 Matthiola flore albo en is de derde soort van Matthiolus.’

‘Biflora’ heeft tweebloemige stengels.

‘Macranthaռ’, heeft grote bloemen van ca. 5cm in doorsnede.

Hiertoe behoort ook ‘Spring beauty’, of de Duitse ‘Fruhlingszauber,’ met grote witte bloemen en geelachtige meeldraden. Gewonnen door Jones & Ingwersen, kwekers te Letchworth Engeland.

‘Pleniflora’, met grote witte en dubbele bloemen, ook een goede snijbloem.

‘Superba’, met grotere bloemen dan de soort en verschilt van Macrantha door de lagere groeiwijze, wordt wel eens voor baicalensis gehouden en verkocht.

Een kruising tussen deze laatste twee leverde Anemone x lesseri (Whn. Lesser, voorzitter van de Duitse Tuinbouwmaatschappij te Berlijn) op met karmozijnrode bloemen in juni.

Die wordt een 40cm hoog.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Vreemde geslachten van Anemone Leimonia of boshanenvoet. De eerste van deze zegt Clusius die Anemone Leimonia peregrina prima heet heeft een bloem die gemaakt is van acht of negen korte spitse bladeren die heel wit van binnen zijn, maar van buiten met wat mooi purperrood besproeid’.

Snowdrop anemone, wood anemone, Duitse Groe Windroschen, Windroslein en Hackelkraut.

Uit Curtis botanical magazine.

Anemone trifolia L. (driebladig) wordt 10-30cm hoog, een witte wortelstok.

Bladranden zijn niet verdeeld, wel regelmatig gezaagd, er zijn stengelbladeren en grondbladeren.

De stengel geeft minstens een bloem.

Elke bloem heeft minstens zes bloemdekbladeren en vele meeldraden met blauwwitte helmknoppen, april-juni.

Kalk minnende plant van M. Zeegebied, Frankrijk.

Dreiblatt-Weidenroschen.

Anemone apennina, L. (uit de Apennijnen)

Zwarte, knolvormige wortelstok.

De bladeren zijn dubbel drietallig, deelblaadjes gelobd en ingesneden en lang gesteeld.

De alleenstaande bloemen met 12-18 smal langwerpige bloemblaadjes meten 3-4cm in doorsnede. De bekendste en oorspronkelijke kleur is briljant azuurblauwe die bloeit onder het kale hout in maart/april.

Mooie plant voor verwildering tussen houtgewas. Vormt knolletjes.

Is afkomstig uit de Apennijnen en wordt 30cm hoog. Lijkt veel op Anemone blanda, maar verschilt daarvan doordat de oosterse anemoon geen behaarde kroonbladen heeft, de bloemsteel na de bloei knikt en de wortelbladeren geen gesteelde slippen hebben.

Verder is er ‘Alba’, ‘`purpurea’, en een dubbel bloemige ‘Plena’.

Naam, etymologie.

Apennijnse anemoon of Italiaanse anemoon, blauwe anemoon, Engels blue mountain anemone of Apennine wind flower, Duits Apennin-Windrschen, Frans Anmone bleue, Anmone des Apennins.

Lobel:’ Knobbelachtige Anemone met bladeren van kranenbek. In Latijn Anemone tuberosa Geranifolia en is de tweede Anemone van Dodonaeus en Tenuifolia Anemone tertia Clusij.

14. Uit C. Applebee.

= Anemone blanda, Schott. et Kotschy. (lieflijk) De oorspronkelijke kleur was donkerblauw, nu zijn er ook lichtblauwe, violet/roze en een witte met lila/grijze buitenkant.

De blanda lijkt veel op Anemone apennina, is sterker en heeft bredere bladslippen.

Ook is de bloei eerder, omstreeks half maart of nog eerder met mild winterweer.

De blauwe anemoon stamt uit de bergen van Griekenland en Klein Azië. Wordt een 15cm groot. Het plantje was hier al voor 1700.

De blauwe ‘Blue Pearl’, en ‘Blue Star’ met de lichter gekleurde roze en grootbloemige ‘Pink Star,’ ‘Bridesmaid’, is wit, purper is Nadar;, en zalm/roze ‘Charmer’.. Verder zijn er de witte ‘Abala, en roze ‘Rosea’.

De cv. ‘hytchinia’, is afkomstig uit N. Koerdistan in 1892 en heeft vormen met lichtblauwe en witte bloemen. ‘Blue Shades’, is blauw.

(Dodonaeus) Sommige noemen die soort licht blauwe stervormige Anemone met smalle bladeren zoals die van kervel.’

Naam, etymologie.

Oosterse anemoon, Engels winter wind flower, Grecian Windflower, Duits Balkan-Windroschen, Strahlen Anemone, Frans anmone de Grce.

Planten.

Het zijn mooie bolgewasjes en prima geschikt voor de rotstuin. Anemone apennina en blanda worden in het najaar geplant op 7cm. diepte en 10cm. uit elkaar. Plant ze in een losse humusrijke grond. De broze wortels worden horizontaal gelegd en met 6-8cm grond bedekt, ze worden het mooist als ze ongestoord kunnen blijven staan Ze zijn winterhard en kunnen jaren achtereen blijven staan. A. apennina kan ook tegen schaduw en is ook wat beter tegen zeer strenge winters bestand dan blanda. A. blanda wordt vermeerderd door zaad en A. apennina door deling van de knollen. A. blanda is ook een mooi gewasje om op te potten. Je plant de knollen in november en bedekt ze met 1cm grond in de tuin. Eind januari kan je de pot binnen halen bij een temperatuur van een 17 graden. Na 2 weken volgt de bloei.

15.

= Anemone nemorosa, L. (van open bosplaatsen)

Het plantje bezit geen rijke bladertooi, slechts drie w vormig ingesneden steunblaadjes die tezamen een soort omwindsel voor de bloem gevormd hebben.

Slechts een simpel bloempje met 6 witte en aan de achterkant wat lila gekleurde bloembladen staat op een wat gebogen steeltje. Ondanks al die bescheidenheid draagt ze de prijs der schoonheid weg van alle voorjaarsplanten. Zie de duizenden anemoontjes in stralende zonneglorie met hun hart van goud waarin de gehelmde meeldraden omgeven zijn door roomwit geaderde kelkblaadjes. Dan hebben ze een hoogtepunt van eenvoudige schoonheid bereikt. De bosanemoon geeft witte bloemen die bij ouder worden een vleugje roze meekrijgen. Soms zijn ze ook meer rood en soms met een meer licht blauwe kleur.

De bloem draait met de zon mee en neemt ‘s avonds een slaapstand aan. Het is de bloem van de maand die volgens het aloude rijmpje voor zijn nukkigheid het devies gekozen heeft: ‘ik doe wat ik wil’. Het bloeit soms al midden in maart. Deze bloeit in de winderige tijden.

De bosanemoon komt vaak in groten getale voor in het bos of op plaatsen waar vroeger ooit eens een bos heeft gestaan. Liefst op wat vochtige gronden. Komt over geheel Europa voor, noordelijk tot 68ste graad N. B.

Dit is een vrij gemakkelijke anemoon, een mooie en opvallende voorjaarsbloeier die geschikt is voor onder begroeiing en verwildering. De mieren zorgen voor de verspreiding van de zelden kiembare zaden door er mee te slepen.

Ook vermeerdert het plantje zich door middel van de bruine wortelstokken. Die zijn zo dik als een potlood en liggen waterpas in de grond. Met die wortel kruipt het gewasje steeds verder omdat die aan een kant afsterft. Wordt 15-20cm hoog.

Vormen.

In 1771 werd er al een witte vorm, de ‘Alba’, geïntroduceerd, gelijk met de charmante en wit bloeiende dubbele ‘Alboplena;,. ‘Blue Beauty’, n ‘Royal Blue’. Verder zijn ze er in alle tinten van blauw, wit en roze en zelfs een groene, de ‘Green Fingers’. De ‘Robinsoniana’, heeft lichte, Wisteria blauwe bloemen met mooie ronde bloembladen. De grote bloemen meten 3-4cm doorsnede, is een van de eerst bloeiende en houdt dit in april nog vol.

De ‘Hannah Gubbay’, stamt waarschijnlijk uit Ierland en is purper bij het open gaan, de binnenste bloembladen zijn diepblauw.

Var. robinsoniana met opaal/blauwe bloemen waarin de gouden meeldraden fijn uitkomen, genoemd naar William Robinson, ook een plantenschrijver en tuinder.. Hiertoe behoren de vormen Plenii, die iets later bloeit met lavendelblauwe bloemen en gewonnen werd door James Allen, plantenliefhebber uit Shepton Mallet in Engeland

‘Blue Bonnetռ’, is een van de laatste bloeiende met grote helderblauwe bloemen en gewonnen door Th Smith, kweker te Newry, Ierland.

‘Bowles Purple ‘met purperen bloemen is genoemd naar de plantenschrijver en hovenier E.A. Bowles.

Anemone× lipsiensis, (Leipzig) een hybride tussen Anemone nemorosa en Anemone ranunculoides, heeft lichtgele bloemen. Anemone × lipsiensis ‘Pallida’, is de bekendste hiervan.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘De vijfde soort van Anemone is van Lobel en meer andere bos hanenvoet met witte bloemen genoemd en in het Latijn Ranunculus nemorosus of Ranunculus quartus Fuchsij lacteus en ook Ranunculus candidus van Cordus en Tragus, in het Hoogduits Merzenblumen, van Clusius Silvarum Ranunculus, dan hij houdt ze voor een wilde Anemone en voor de Anemone Leimonioa van Theophrastus. Die met paarse blauwachtige en ook met witte bloemen groeit omtrent Napels en heet daar gengeno salvatico, dat is wilde gember, naar de scherpe smaak van de wortel.

Anemone maculata of Stictophyllos is geen eigen soort, maar wordt de soort van Anemone en vooral die boshanenvoet heet gegeven als de bladeren geplekt zijn zoals het soms gebeurt’.

Het windbloempje en Duitse Buschwindroschen, Echtes Windroschen en Franse fleur de vendredi saint gaat in de morgen tegen 10 uur open en tegen 5 uur weer dicht, Duitse Siebenschlaferl.

Franse pied de coq betekent hanenvoet, boschhanevoetjes, achterum kiekertjes.

Andere vergeleken de bloem met een kroon en vandaar de Zweedse kronblom.

Naar de bloeitijd in Zwitsers Merzaglockli en Osterbluemli, Duits Aprilenblume bij Bock, Aprilleblume, Marzableamla, Osterblume, de bloem van Ostara, Engelse pasque flower (paasbloem) en easter flower (zie Pulsatilla) en Franse paquette.

Kleur en standplaats, melkbloempjes, weisse Waldviolen, Engelse wood anemone, Frans anemone des bois of sylvie; bos, passe fleur komt van parce quթl passe les autres fleurs: omdat ze de andere bloemen overtreft. In Italië heet het naar de vorm van de bloembladen fiore stella.

Duits verder Busroschl, Geissblume, Hasselblaume, Kasblumchen, Kasbluml, Kuhhunger, Kronharen: kraaienvoet, Gockeler, Kuckucksblumchen, Muhlradl, Ooschen, Speckblaume, Schneeblumel, Schneekaderl, Schneekaterl Schneekathara, Schneeroserl, Schneetropferl, Vijehlchen; viooltje, Quartblume, Zegenblaume. Zwitsers Bettfeicher, Eierblueme, Geissbluemli, Geissmeie, Geisnageli, Guggechblueme, Guggucher, Milchbluemli, Schneeglocki, Waldglocki.

In Wales frithogen y goedwig en in Ierland nead coilleah.

Oude namen zijn vaak niet zo onschuldig. De plant is verbonden met meisjes, hun broeken en hemdjes, vergelijk de vele Duitse namen met Hemd als Hembepater, Hemdeklanger, Nacktenhiemdten, nackte Wiewken, Altweibergras, Zwitsers Hemd-Glanggi, Hexenblum en in Engels als ladyճ shimmy (van chemise) lady’s milkcans, petticoat, shame faced maiden, smell smock of smell naar de scherpe, wat onplezierige intrigerende geur.

In sommige landen is er een aversie tegen deze bloemen. De lucht zou er bezwangerd door raken en door die lucht ervan te inhaleren zou men ziek worden. De plant werd vroeger als schadelijk voor vee gehouden en als oorzaak van het bloedplassen van runderen aangewezen. De plant werd in Engels darn-gras genoemd, ze gaf het vee de ziekte die darn genoemd werd, zwart water, en veroorzaakt dysenterie bij het vee, een geloof zo ook in Zweden. In Duits Hackelkraut en Hackenkraut, Hexenblum. Het kruid heeft deze namen in het bijgeloof te danken aan de gif werking die het met de heksen (Hacken) samenbrengt. Ze in huis brengen is vooral voor broedende ganzen schadelijk en bewerkt dat het embryo in het ei verstikt wordt. Dat men het Bisblume en Biswurz noemt is naar de hete (oud-Hoogduits Bizen) smaak.

In de plantfolklore werd de bosanemoon in verband gebracht met de duivel. In Italië herba dal diavolo, in Z. Nederland en Belgi duyvels cruydt of duvelsbloem, ook wel duivelsbeet. Ze diende vroeger in verschillende streken als antimagisch amulet.

In Brussel heet ze rappebloem, rappe is een huidziekte en dit naar zijn giftige werking. Kwa-ogenbloem in Mechelen, Duitse Augenblume, Oogenblome, duivelsklauwen en -beet verder in België. Vandaar dat ze in de bloementaal een weigering betekent. Of zorgzaamheid naar de zorg die de westenwind aan haar besteedde. Of naar een christelijke legende. Het is Maria die om haar zoon huilt. Uit haar tranen ontspringen de bosanemonen die op Goede Vrijdag bloeien.

De fijne bloemen zouden bescherming geven aan elfen, met nat weer sluiten ze zich om hen heen.

Sage.

Ten tijde van de schepping was ieder plantje bezig een kuiltje te graven om drinkwater te bewaren. Alleen de anemoon deed niet mee en lag lui achterover. ‘Waarom zou ik meedoen? Waarom zou ik mijn witte kleedje vies maken voor zo’n kuiltje’. Later in de middag liep Adam voorbij en zag tot zijn verbazing dat de anemoon niets uitgevoerd had, terwijl alle andere planten hun kuiltje klaar hadden. ‘Waarom heb jij geen kuiltje?’ Vroeg Adam verwonderd. ‘Waarom zou ik mijn mooie witte kleed vies maken?’ Luidde het antwoord. Adam werd hierop zeer boos en zei, ‘Voortaan zul jij in de zomer geen kleed meer dragen. Dat is de straf voor je hoogmoed en luiheid’. Zo zie je de anemoon alleen maar in het voorjaar.

In sommige gebieden eten de kinderen de drie eerste windbloempjes in het voorjaar en geloven dat ze dan het gehele jaar geen koorts krijgen.

Planten.

Door de wortelstokjes te breken en 3-5cm diep te planten, horizontaal een 12 cm uit elkaar, dan heb je het volgende voorjaar een mooie bodembedekker. De bosanemoon is geschikt voor beplanting onder struiken en bomen. Jammer dat dit plantje zo weinig gekweekt wordt.

Ze kunnen niet tegen meststoffen. De wortelstok droogt zeer snel uit en is dus niet geschikt voor verpakking en verzending.

21. Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de

Anemone hupehensis var. japonica Bowles, (uit Hupeh, nu Hebei, en Japan) (Anemone japonica, Sieb. et Zucc.

Een herfstanemoon met kruipende wortelstok en opstaande, zwak behaarde, vertakte stengels.

Gesteelde, driedelige en weinig of niet behaarde bladeren met hartvormige drielobbige slippen, stengelbladen zijn kort gesteeld tot zittend, kleiner en minder diep ingesneden.

Opstaande grote bloemen met 10-30 eironde, helderrode bloembladen in augustus/september

Uit Japan en Midden-China wordt 40-60cm hoog. Is beschreven in 1844.Van de var. alba komen de witte bloemen.

Japanese wind flower.

Anemone hupehensis Hort. (uit Hupeh). De bloemen zijn wit, roze of gemengd.

De plant groeit op plaatsen in de volle zon of in de halfschaduw.

De bloeiperiode loopt van de late zomer tot de herfst.

Is tussen 1900 en 1910 in Europa ingevoerd in Nancy en is afkomstig uit de Chinese provincie Hebei. De wetenschappelijke soortnaam hupehensis is afgeleid van de oude naam van deze provincie, Hupeh. Een Italiaanse missionaris wist hier een winstgevende handel in te bedrijven.

Chinese anemoon. Herbstanemone.

22. uit G. Oeder.

Anemone multifida, Poir. (veel spleten) Lang gesteelde en behaarde vijfdelige bladeren met lijnvormige slippen.

Een sterke plant met opstaande, met 1-3 bloemige stengels.

Kort gesteelde, bladachtige omwindselbladeren, 2.5cm grote bloemen met meestal 5 geelachtig/witte bloembladen met geelachtige tot donkerpaarse achterkant in juni.

Mooi is ook het zaadpluis.

Uit N. Amerika wordt 10-30cm hoog. Is beschreven in 1824.

‘Leucantha’ heeft melkwitte bloemen.

‘Polysepalaռ’, heeft bloemen met 12-16 bloembladen.

=’Richardsoniana’, wordt 30-60cm hoog met 1-5 bloemige stengels met 2.5-3cm grote donkerrode bloemen.

‘Sanguinea’, met bloedrode bloemen.

Gebruik en behandeling als sylvestris.

Rocky wind flower. Snijbladanemoon.

24. Uit J. Seboth.

Anemone narcissiflora, L. (met narcisachtige bloemen) Heeft lang gesteelde en handvormige bladeren.

Opstaande stengels.

Zittende omwindselbladeren met diep gespleten slippen, trossen van 3-8 lang gesteelde, witte bloemen van 2-4cm met 5-6 bloembladeren in mei/juni.

Het wordt een 20-30m hoog en is duidelijk behaard.

Gebruik en behandeling als Anemone apennina.

Groeit bij voorkeur op kalkhoudende grond in gebergte van het noordelijk halfrond. In de Alpen komt de Berghunlein voor tussen 15-2500m en in de Kaukasus zelfs tot 3800m.

Is beschreven in 1773.

Naam.

De Duitse Narzissenwindroschen en Engelse Narcissus flowered anemone. De naam Berghuhnlein komt voor in geschriften uit de 16de eeuw. Een andere naam is in Silezië weisser sornikel, wat afgeleid is van sanikel, een primulanaam.

Japanse of herfstanemonen. Deze groep is afkomstig uit de bergen van Z. Azië.

Uit www.allposters.nl

Anemone tomentosa, Ubr. (viltig behaard) verschilt van vitifolia doordat de hele plant dicht wollig/ viltig behaard is.

Meestal wordt het 30-50cm hoog met drietallig blad.

Roze bloemen verschijnen in augustus/september, hierna komen de aantrekkelijk ogende vruchtpluizen.

Filzbltattrige Anemone.

Uit B. Maund.

=Anemone vitifolia, Ham. (met blad als de druif)

Lijkt in groei en bloeiwijze veel op Anemone japonica, de hele plant is echter grijs­achtige en behaard.

De 5-7lobbige bladeren zijn ondiep ingesneden.

Grote witte tot roze/witte bloemen met aan de achterkant zacht behaarde bloembladen en koperkleurige meeldraden. Bloeit ongeveer een maand voor A. japonica, juli/augustus.

Komt voor in het lagere gedeelte van de W. Himalaya en werd door Purdom in 1909 uit N. China meege­nomen, wordt 40-100cm hoog.

Weinblatttrige Anemone.

Historie.

Anemone vitifolia was een van de eerste anemonen die uit het oosten kwamen. De plant werd ingevoerd door Lady Amhurst uit Nepal naar Engeland in 1829. Is wat vorstgevoelig maar werd wel gebruikt voor kruisingen omdat die vrij vroeg bloeit, al in augustus.

Tussen 1900 en 1910 importeerde de fa. Muller uit Napels veel anemonensoorten uit China op Europese kwekerijen. Er werden vele kruisingen uitgevoerd.

Anemone japonica x Anemone vitifolia Ham. leverde de Japanse anemoon, Anemone x hybrida Paxt. op. Die werd geproduceerd in de Royal Gardens in 1848.

Dit zijn zeer mooie anemonen die in het najaar bloeien. Ze bloeien vanaf september tot aan de eerste vorst. De bloei wordt met de jaren rijker. Ze zijn ook zeer geschikt om in potten gekweekt te worden.

Verder werden op vele Europese kwekerijen kruisingen uitgevoerd. Hieruit is een mooi sortiment planten ont­staan voor de siertuin.

Lyrisch.

Het zijn anemonen met gedecideerde bladvormen. De edele anemoon zendt wijdvertakte stengels met zwierige grote bloemen in de ruimte, naar alle kanten, maar ze zijn ijl, echte anemoonbloemen en open om de zon te ontvangen, versierd met prachtige meeldraadfiguren. De stampers en knoppen zijn Japans van model, lichtelijk neergebogen tot de bloei. Ze zijn heel anders dan onze anemonen en hebben een grote toef van wit roze of rode bloemen op het scheiden van de zomer tot in de herfst. Ze hebben iets behaard en drietallig blad, drie/vijflobbig en grof gezaagd. De hoogte is ongeveer een meter, soms meer, soms minder.

Vormen.

Bekend is de enkele, maagdelijk witte ‘Honorine Jobert’, die in 1851 is ontstaan bij Jobert in Memmingen. Deze vrij grote, 120cm., bloeit lang met een rijke bloei.

‘Whirlwind’, werd in 1888 door J. Dick & Zn. gewonnen. Deze halfgevulde witte bloeit in september-oktober en wordt tot 90cm hoog.

‘Koningin Charlotte’, werd in 1898 op de kwekerij van Pfitzer gewonnen. De koningin wordt een 10cm. hoger dan de vorige en is half gevuld met roze bloemen. De bloeitijd valt vanaf halfweg september tot in oktober.

Uit Frankrijk kwam de helder roze ‘Robustissima’, in 1900. Die werd gewonnen door de bekende fa. Lemoine te Nancy. Dit is een vroegbloeiende van 100cm hoog.

‘Prins Heinrich’, in 1902 werd op de markt gebracht door Lindner. Deze lang bloeiende donkerrode is halfgevuld en wordt 70cm hoog.

Door dezelfde kweker kwam ook ‘Splendens’ in 1920 die wat hoger wordt en donkerder gekleurd is en laat bloeit, september-oktober, toch nog wat vorstgevoelig.

‘September Charm’, werd in 1932 op Bristol Nurseries gewonnen. Deze Engelse wordt 60-100 hoog met een rijke bloei aan enkele roze bloemen.

‘Praecox’, kwam van Arends in Duitsland in 1935. Zoals een praecox (vroeg) behoort te wezen bloeit die vroeg en blijft wat lager, tot 80cm, met een lange bloeitijd die gevuld is met zeer vele, enkele donkerroze bloemen.

‘Albadura’, uit 1937 is van K. Foerster. Een zeer vroege die al in juli kan bloeien en dit doorzet tot augustus. Wordt 80cm hoog met zalmroze bloemen.

‘Alice’, de bloemen, door flinke stengels gedragen, geven de indruk van een ontluikende roos, helder karmijnrood dat naar de randen in lila/roze overgaat waartegen de heldergele meeldraden goed uitkomen. Gewonnen door W. Pfitzer uit Stuttgart.

‘Buhler Kind’, goed gevulde roomwitte bloemen. Gewonnen door Uhink uit Lichtental, Duitsland

‘Crispaլ’, synoniem ‘Lady Gilmour’, heeft gekroesde bladeren en roze bloemen. Gewonnen door Fr. Gerbeaux uit Nancy.

‘Kriemhilde’, met 10cm grote schaalvormige halfgevulde roze/rode bloemen/ gewonnen door Goos & Koenemann uit Niederwalluf, Duitsland.

‘Lady Ardilaun’, met grote helderwitte bloemen met een dubbele rij bloembladen. Gewonnen door Campbell, tuinbaar van St. Anne’s Garden te Clontarf bij Dublin.

‘Mont Rose’, groeit gedrongen met grote halfgevulde lila/roze bloemen. Gewonnen door V. Lemoine uit Nancy.

‘Prinz Heinrich’, gedrongen groeiend met donker/rode bloemen. Gewonnen door L. Lindner uit Eisenach.

‘Whirlwind’, of ‘Wirbelwind’, met eigenaardig gedraaide bloembladen, halfgevuld en wit. Gewonnen door Jas Vicks Son uit Rochester, Amerika.

Planten.

Ze hebben vrijwel alleen een hekel aan vers gemeste grond.

De meeste herfstbloeiende anemonen bezitten een wortelstok waarop vele knoppen zitten. Door die wortelstok in het najaar in stukjes te snijden, ongeveer 6-8cm lang en een paar cm diep in turfmolm te planten bij 18 graden, lopen de knoppen binnen enkele weken uit. In het voorjaar kunnen ze zo, een 20cm uit elkaar, geplant worden.

Aangeraden wordt om de planten in de winter tegen vorst te beschermen. De Japanse anemoon groeit ook goed aan de noordkant, maar niet onder bomen.

Ze kunnen in de zon en halfschaduw en liefst op een wat koele plaats. Een combinatie met aster, margriet, Astilbe en varens geeft een sierlijk effect.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl