Stellaria

Over Stellaria

Muur, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Een geslacht van één- of meerjarige kruiden, meestal zijn ze bossig of zwak klimmend.

Bladeren zijn tegenoverstaand.

Bloemen meestal wit eind- of okselstandig.

Ongeveer 100 soorten komen verdeeld voor over de wereld, maar voornamelijk in de gematigde zones, 18 in Europa.

Caryophyllaceae, anjerfamilie.

=Stellaria aquatica (L.) Scop. (water beminnend) (Myosoton aquaticum, Moench.) (Cerastium aquaticum)

Lagere bladen zijn gesteeld en bovenste zittend, hartvormig en naar een punt uitlopend, aan de randen met haren bezet en zacht, wintergroen.

De stengel is 30-100cm lang, slap en liggend of op andere planten steunend, naar boven dicht klierachtig behaard.

Witte bloemen komen in juli en augustus.

Meerjarige van vochtige plaatsen van Europa en Azië.

Lijkt op Stellaria nemorum zodat velen het tot dit geslacht rekenen. Sommige reken het onder Malachium, dit van Grieks malakos: zacht, naar zijn zachte dooreen gegroeide groei.

Naam.

Myosoton, Grieks mus: muis.

Watermuur, Engelse water mouse ear chickweed. De Fransen noemen het ceraiole, céraiste aquatique, de Duitsers Dickblättrige Sternmiere, Wassermiere, Wasserdarm, Wassermiere, Hornkraut en wij vroeger hoornbloem, zie het synoniem.

Uit G. Oeder.

= Stellaria graminea, L. (grasachtig)

Bladen zijn zeer smal, glad en gewimperd.

De stengels zijn vrijwel recht, vierkant en glad.

Bloemen staan in gevorkte trossen en zijn wit in mei/juli.

Meerjarig.

Groeit op drogere gronden.

Heeft een dunnere stengel dan de holostea met veel kleinere witte bloemen waarvan de bloembladen zo diep zijn ingesneden dat ze stervormig zijn en minder kopvormig. De meeldraden zijn rood.

Wordt ongeveer 30cm hoog.

Uit Eurazië.

Naam.

Dit kruid werd onder de grassen gerekend. (Dodonaeus) (a) ‘In Brabant wordt dit kruid ooghen-troost gras genoemd, in Hoogduitsland Augentrost grasz’.

Duits Augentrostgras.

Dodonaeus (b) ‘Wij noemen het Gramen Leucanthemum in het Latijn. Vele geleerden van deze tijden hebben het Eufragia genoemd, maar kwalijk, gemerkt dat het zeer veel van de echte Eufragia verschilt. Dan het heeft enige gelijkenis met het Crataeogonon van Dioscorides wat sommige Crataeonon noemen en Theophrastus Crataeos. De wortels zijn zoet van smaak en worden daarom in vele apotheken van Engeland misbruikt in plaats van het echt kweek of Agrostis, zelfs sommige hebben dit gewas daarom eigenlijk Gramen in het Latijn en Agrostis in het Grieks genoemd. Maar Ruellius en Lacuna noemen dat Holosteum. Andere noemen het Olostreon Aeginetae, andere Holosteum caryophylleum en sommige Italianen Chamaecissus Oribasij, Matthiolus schijnt het voor het tweede Gramen floridum te houden, in het Engels heet het stichwurt, in het Hoogduits ook wel Storckblumen´.

© Grasmuur, Fries gersmier, Engelse lesser stichwort, of small star wort, Duits Gras-Miere en Keesblom.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus)Sommige zeggen (als onze Dioscorides verhaalt) dat wanneer een vrouw nadat ze haar maandstonden heeft gehad van dit zaad van Crataeogonon nuchter driemaal per dag en elke keer een 0,65 gram in twee kroezen water veertig dagen lang eer ze ontvangt inneemt en dat de man insgelijks zovele dagen voor het bekennen van zijn huisvrouw hetzelfde drinkt dat de vrouw een zoon ontvangen zal. Voorts zo plag men te geloven dat dit ogentroost gras koud en droog van naturen was, dan nu is het bevonden dat het scherp van smaak is en geen koude in heeft, maar veel meer hitte waardoor dat de bijslapen lust en macht om die te boeten vermeerderen kan, want dit zaad klein gebroken en een papje er van gemaakt verwekt tot onkuisheid en is als een wetsteen van wellustigheid.’

Uit G. Oeder.

Stellaria holostea, L. (heelbeen) De tamelijk stijve bladen zijn zittend, zeer smal tot een lange punt uitlopend, met zachte franjes en blauwachtig, 4-7cm lang en 5-7mm breed.

De stengel is ruig en kantig, dikwijls liggend en dan wortelend op de knopen, de niet bloeiende stengels opstijgend.

Flinke trossen van 2cm grote helder witte bloemen, bloembladeren zijn tot aan het midden 2spletig, kelk met afgeronde voet in april/juni Het is zeer bros zodat het onmogelijk is de plant van de wortel uit op te trekken en breekt af bij de wortel.

Meerjarige die vrij algemeen voorkomt in loofbossen op de betere gronden, dikwijls in grote plakken.

De grootbloemige muur is een mooie muursoort, geschikt voor tuingebruik. Groeit in Europa en W. Azië, wordt 20-40cm hoog.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Muur wordt in het Latijn en Grieks Alsine genoemd, men noemt ze ook Muscuta, dat is muizenoor, hoewel dat er noch een ander kruid is dat muizenoor heet en van Dioscorides elders beschreven wordt. Het onderscheid van deze twee is bekend genoeg en Galenus heeft van deze beide apart geschreven. Plinius maakt men ook onderscheidt tussen de muur en muizenoor. Dan Paulus Egineta (zo het in zijn boek te zien is in de letter M) en heeft geen onderscheid tussen deze twee gekend. Dit kruid heeft ook sommige vreemde of bastaard namen, te weten Myorthocos en Myortosplenon.

Grote muur wordt gewoonlijk Hippia major genoemd, hoewel dat ze bij vele lieden onbekend is, zelfs (dat noch meer te verwonderen is) sommige heel vlijtige beschrijvers van gewas.

Grote Muur wordt vogelkruid genoemd, in het Italiaanse Centone, Pavarina of Paparina, Pizzagallina, Gallinella, Centocchi, Budello di gallina, in het Engels great chickeweede. De naam Alsine is in de apotheken onbekend. Het komt daarvan omdat dit kruid veel in de bossen groeit’.

Grootbloemige muur, Engelse greater starwort, Duits Große Sternmiere, Echte Sternmiere of Großblütige Sternmiere.

(b) Holostea komt van het Griekse holos: geheel, en osteon: been, een naam die dateert van Dioscorides, heelbeen. Het Engels break-bones of all bone, ouder all-bones, mogelijk naar zijn brosheid, verwij­st ook naar zijn denkbeeldige krachten. De knopen van de plant zijn gezwollen als de lendenen en zo heelt het mogelijk ook de gebroken beenderen. (of naar het gemakkelijk breken van de stengels) Zie Holosteum.

(c) Franse la stellaire, Duitse Sternkraut en weiss Augentrostgras, onze ogentroost gras, zie Anagallis.

(d) Jungferngras, Brustkraut en Blumengras.

(e) Engels stichwort is een oude naam al in de 13de eeuw. Een steek uit de zijde of een plotselinge prik en pijnen kreeg men van dit soort. In het magische geloof van Angelsaksen en Kelten worden elfscheuten veroorzaakt door elven aan wie de plant toebehoorde. De pijnen worden veroorzaakt door de fijne pijlen die ze op je afvuren. Of het wordt stichwort genoemd omdat het gedronken in wijn met verpoederde eikels goed was tegen pijn of stitch in de zij.

(f) Thunder flower omdat de onrijpe capsules lucht bevatten, als hierop gedrukt wordt geeft dat een luide klap. Verder satin flower, adder’s meat, agworm flower, bird’s tongue, easter bell, may grass, miller’s star, snap stalks of tongue grass.

De Russische naam is owrotchnaia trava: toverijplant.

Folklore.

Vriendelijke schitteroogjes lonken je toe aan bosranden. De namen bossterretje en ogenklaar zijn wel typerend. Het volksgeloof verbindt de naam met iets dat angst aanjoeg. De bloemen lonken ‘s avonds en ‘s nachts onder de hagen op als witte ogen, duivelsogen vergelijk Engelse devils’s eye en in Duits Teufelsblumen. Die plant behoorde tot de duivel en slangen. Kinderen in Cornish vreesden de bloemen te plukken, als ze het deden zou de adder hen bijten. Vaak komen in het voorjaar de adders uit om zich te zonnen in de hagen van de west country die gewit zijn door dit kruid.

En dan om het duivelse te bannen, werd het met de Maagd, met Hemelvaart en ster van Bethlehem verbonden, dit naar de witte sterren, de easter bell.

Uit Fuchs.

Stellaria media, Vill. (de middelste) is een licht groen en eetbaar kruid met kleine witte sterretjes, de middelste vorm van de clan, media.

Eironde bladeren staan aan zwakke en liggende stengels. De stengels zijn bezet met kleine haartjes die ervoor zorgen dat het water naar de wortels wordt geleid, als de plant dan ook omgehakt wordt kan het zelfs met een beetje dauw weer verder groeien.

Vogelmuur of sterrenmuur is een overal voorkomend onkruid. Bloeit vrijwel het gehele jaar door met witte sterbloemen.

De bloem gaat open tegen negen uur en sluit zo gauw als het begint te regenen.

Symbool van een rendez-vous.

Een- of tweejarig en een zeer variabele soort, vormt meestal dichte en platte zoden, maar kan ook ijl opgroeien.

Naam, etymologie.

Stellaria is afgeleid van het Latijnse stella: een ster, een verwijzing naar de twee vijftallige kroonblaadjes.

(Dodonaeus) (a) ‘Het tweede en het derde geslacht (1ste is Stellaria holostea, 3de Cerastium arvense) wordt Morsus Gallinae in het Latijn of Hippa minor genoemd. Ruellius zegt dat het van de Italianen Passerina genoemd wordt als of men mussenkruid zei., in het Hoogduits Hunerbiss, in het Engels middel chickeweede en bij ons hoenderbeet of klein vogelkruid gemerkt dat deze kruiden heel mals zijn zodat de kippen en vogels die graag eten´.

Franse langue d ‘oiseaux: vogeltong, mouron des oiseaux: vogelmuur, of morsgeline is een naam die bewaard is uit de middeleeuwse botanie, morsus gallinae of hennenbeet. Vermoedelijk stammen alle namen hiervan af. Oud-Engelse chykwede, chickenweed, hen’s inheritance, onze oude gansencruyt, kippe- of vogelmuur, hoenderbeet, hoendererf of vogelkruid. Hildegard noemde het Hunesdarm of Hunsdarm, nu Huhnerdarm, Huhnerferb, Huhnerbiss bij Bock, Hennabit en Hiennedarm in midden-Hoogduits, Vogelmiere, Vogelkraut bij Bock, Ganskraut.

Dodonaeus (b) ‘Van de Fransen wordt het morgeline of du mouron (mus? )genoemd waarvan de Nederlanders de naam muur genomen hebben’.

Vogelmuur, Fries tunerf. Mier, murik, cleyne muer en zo genoemd omdat de zaden van dit onkruid met een zeef, zogenaamde mierenzeef, verwijderd werden uit andere zaden. De naam mier is waarschijnlijk afkomstig van de Duitse naam Miere, waarvan de stam ma of mei is wat klein betekent. In de 16de eeuw werd het wel Meierom of Meyer en nog eerder Myer genoemd, Mer, Meyer bij Bock, Mir, Myre, Mur, zelfs Mutterchen en Musch. De Franse naam is mouron, vandaar stamt een Engelse naam murren, volgens Dodonaeus ook onze muur. In Wallonië is het moron, Provençaals mourron, mourel of mouret, Spaans muruge, Portugees morriao en verwant met Frans museau: snavel, tong, de bladvorm of met mordre: bijten, vergelijk het synoniem morgeline dat uit mouron en geline henne stamt, omdat de kippen het graag afbijten.

Dodonaeus © ‘Omdat haar bladeren wat gelijken met de oren van muizen worden ze ook muizenoor genoemd, hoewel dat die naam met meer reden het kruid dat Pilosella in het Latijn genoemd wordt eigenlijk toekomt dan deze kruiden die we hoenderbeet noemen’.

Duits Mauseri: muisoortje, Mausegehohl, Mausefuttel, Musedarme.

(d) Sterremuur, Duits Sternmiere, Sternkraut, Sternmeier, Frans stellaire, Engels starflower.

(e) Verder, Frans bes de moineau: spitse muur. Duits Honerswarm, Honerknopkes, Honermirken, Geeskraut, Hufarbe, Huhneschwarm, Hühnerdarm, Doglaras, Hennedarm, Huhnerscherben, Huenerfattel, Zwitsers Huanardarm, Vogelschrut, Arve of Arwe, Hoonarf.

Engels craches, maruns, winterweed.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘Muur is in de hete koortsen zeer goed. Men geeft dit kruid de kinderen in het lijf wanneer ze in grote hitte zijn, want het slecht de grote warmte en belet vele symptomen zoals zijn krampen en spanningen van zenuwen en lamheid of beroerte en beroerdheid. Kleine muur en ook de middelsoort is een zeer goed kruid tegen de hete schurft van de handen als men, na dat ze met wat zouts in water gekookt zijn, de handen dikwijls daar in wast. Gekookt in olie van kamille en op de buik gelegd stilt de smart van de buik en ook van de baarmoeder. Tussen twee stenen gestampt of gewreven wordt nuttig op de spenen of aambeien gedaan. Galenus schrijft dat muur en muizenoor zeer goed zijn tegen de hete zweren en hete schurft. Tegen ontsteking van de ogen: Neem het sap van muur en druip het in de ogen. Dioscorides. Tegen spenen of aambeien en ontsteking van de schaamdelen: Neem van het kruid zo veel als nodig is, stamp het klein in een mortier en leg het papgewijs op. Fuchsius’.

Kneipp beveelt het afkooksel, 10 gram op een kwart liter water en verzoet met suiker of honing, aan tegen hoesten, verslijming, aambeien en blaasziektes. Ook is het afkooksel dat alleen of met spitse weegbree en Equisetum gemengd is, goede dienst bij omslagen met huidziektes, zweren en oogwater.

Kook een handvol muur en een handvol gedroogde rozenbladen in een kwart liter muscadine tot een vierde deel verdampt is. Voeg wat olie van schapenvoet toe en behandel een gekwetste plaats er mee en met Gods zegen is het na driemaal behandeld te zijn over.

Het is dan ook een geschikt groenvoer, ook voor kanaries. Het vriendelijk kruid bevat veel koper, is te gebruiken als een kers voor mens en dier. Het werd wel verkocht in Engelse straten om te gebruiken voor salades, te koken of in sausen of als eerste voorjaarsspinazie. Culpeper noemt het chickweed als een fijn zacht en aangenaam kruid dat onder het sterrenbeeld van de Maan staat. “It helpeth the sinews when they are shrunk by cramb or otherwise”.

Het is ook een goede indicator voor het wortelaaltje, dan ontstaan kleine samengetrokken plantjes.

Het is een goede weerprofeet. Je ziet de helder witte bloempjes altijd met mooi weer. Je kan dan rustig wandelen, is de bloem gesloten, neem dan een jas mee, half gesloten is het een teken dat het zo kan gaan regenen.

Uit wilde-planten.nl

Stellaria neglecta Weihe (veronachtzaamd of niet opgemerkt) (Stellaria media subspecie neglecta).

is forser dan vogelmuur en grotere kroonbladen met de grootste zaden, 20-80cm.

De stengel is eenzijdig behaard.

Eivormige bladeren zijn kort toegespitst, de onderste min of meer gesteeld en tot 4cm lang.

Witte bloemen meest met purperrode meeldraden in april-juli.

Zaden hebben kegelachtige wratten, 1-3-1.7mm groot.

Naam.

Heggenvogelmuur, Engels greater chickweed, Duitse Großblütige Vogel-Sternmiere, Auwald-Sternmiere.

Uit O. Thome.

=Stellaria nemorum, L. (van de open bossen) De lagere bladen zijn gesteeld en hartvormig, hogerop eivormig en zittend. Besprenkeld met kleine punten die de oppervlakte ruig maken.

De stengels zijn slap en ongeveer een 40cm hoog, donzig bovenaan en vaak glad op lagere delen De bloemtrossen zijn gevorkt, bloem is wit en diep ingesneden.

Meerjarige met bloei in mei/juli. Uit noordelijk Europa tot Kaukasus.

Naam.

Bosmuur, wilde rogge, Engels wood stitchwort, Duitse Waldmeierich, -Waldsternmeier, Hain-Miere.

Uit de.wikibooks.org

Stellaria pallida Pire (bleek) (Stellaria media subsp. pallida) is een eenjarige plant van 8-20cm hoog.

De ronde stengel heeft één rij haren.

Eivormige, toegespitste bladeren zijn niet langer dan 7mm en de onderste bladeren zijn gesteeld.

Groene bloemen van 4-5mm van maart tot mei.

Groeit op droge, matig voedselrijke grond op bouwland, bermen in Eurazië, mogelijk uit M. Zeegebied.

Naam.

Duinvogelmuur, Duits Bleiche Vogelmiere, Engels lesser chickweed, Frans stellaire pâle.

Uit G. Oeder.

Stellaria palustris, Retz. (van de moerassen)( Stellaria glauca) (zeegroen blauw) Bladen zijn zeer smal, gaafrandig en blauwachtig.

De stengel is vierkant en bijna opgaand, zonder haren en blauwachtig.

Bloemen alleenstaand aan lange voetstengels in mei/juli. Vrij grote bloemen waarvan de bloembladen diep ingesneden zijn, wit.

Meerjarige van een 40cm.

Groeit op vochtige plaatsen.

Naam.

Zeegroene muur, Engels glaucous marsh stichwort. Sumpf-Sternmiere.

Planten.

Vermeerderen door in het voorjaar te scheuren of zaaien bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl