Bryonia
Over Bryonia
Heggenrank. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Een geslacht van snel groeiende kruidachtige en meerjarige klimmers die 4m hoog kunnen klimmen.
De ranken bezitten melksap en sterven in de herfst af. Wortels zijn knolvormig.
Onaanzienlijke bloemen komen van juni tot september, vrouwelijke in kleine bosjes en de mannelijk in lang stelige trossen.
De rode of zwarte bessen zijn zeer giftig. Al 15 kunnen dodelijk zijn voor een kind. Ook andere delen zijn giftig. Wrijven van de plant over de huid geeft irritatie en blaasvorming.
12 soorten komen voor in Europa en W. Azi.
Ze zijn kruidachtig maar komen voort uit een bolachtige wortel. Ze zijn allen tweehuizig, behalve Bryonia alba waar alle twee bloemen op een plant voorkomen.
Cucurbitaceae, komkommerfamilie.
=Bryonia dioica, Jacq. (tweehuizig) (Bryonia alba, Lam. niet L.)(wit)
De blauwachtige en druifvormige bladeren zijn 3‑5 lobbig met langwerpige, spitse en getande, ruw behaarde slippen en bedekt met stevige en prikkelende haren. Aantrekkelijk is de plant in het voorjaar als zijn half geopende bladeren van een zachte groene tint zijn en zijn scheuten grijs kleuren met lange en zilverachtige haren.
De heggenrank is een eenjarige klimplant die zich 3m en meer kan uitstrekken met dunne stengels.
De plant houdt zich vast met ranken, die vlak bij de bladeren ontspringen, aan takken en twijgen. Die ranken zijn als een horlogeveer en kurkentrekker vorming, vaak in twee verschillende richtingen opgerold. Ze zijn zeer gevoelig en als je ze aanraakt, buigen ze dadelijk naar die plek toe en strekken zich rechtuit en slingeren langzaam rond tot ze iets gevonden hebben om er zich aan vast te hechten en trekken zich dan als een kurkentrekker samen.
Klokvormige en groen gestreepte bloemen van een geelwitte kleur staan in trosjes van mei tot september.
De bessen zijn eerst groen, dan geel en vervolgens oranje en op het eind helder rood. De rode bessen lijken op schaapskeutels en worden ook zo genoemd. Bessen van die al die kleuren kunnen gelijker tijd gevonden worden als de plant sterft en de bessen rijpen. Rijen bessen hangen naast elkaar wat op een bruinoranje lijn lijkt. Zijn bessen hebben de ergste geur als ze overrijp zijn.
Meerjarig die verstrooid voor komt in hagen, oeverbosjes.
Uit W. Woodville.
=Bryonia alba L (wit), (Bryonia nigra Gilib., Vitis nigra.) (zwart) een snel groeiende, kruidachtige en 3-5m hoge klimplant met knolachtige verdikte wortel.
De wortels kunnen zo groot als een suikerbiet worden en tot 2,5kg zwaar.
De ruw behaarde stengel heeft afwisselend geplaatste, handvormige, scherp getande vijfbladige bladeren en kurkachtige gewonden ranken.
In de bladoksels ontspringen trossen met mm kleine geelgroene bloempjes die van juni tot juli bloeien. In tegenstelling tot de B. Dioica komen er bloemen van beide geslachten voor op 1 plant.
Van augustus tot september verschijnen ronde zwarte besvruchten die de grootte van erwten hebben.
Groeit daar waar de witte niet groeit.
Komt uit Z. Europa tot Iran, maar komt vaak voor in N. Duitsland bij woningen en wel omdat ze als medische plant gebruikt is.
Naam.
Witte heggenrank, Weie Zaunrbe, Schwarzbeerige Zaunrbe, Schwarzfrchtige Zaunrbe, Gichtrbe of Teufelsrbe, Engels European white bryony of white bryony, Cretan bryony.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) 'De eerste van deze twee heet hier te lande witte bryonie naar de Latijnse naam Bryonia alba. De Neder-Duitsers noemen het bryonie naar de gewone naam van de apothekers Bryonia Bryonia dicoccos is een soort van Bryonia die in Kreta groeit en twee bessen bijeen draagt, in het Spaans anorca, neuze blanca.'
Bryonia is afgeleid van Grieks bryo: uitspruiten, het is een verwijzing naar de stengels die elk voorjaar weer uit de knollen tevoorschijn komen. Of van bryein: weelderig groeien. H. Hildegard von Bingen noemt het gewas Brionia, Duitse wiesse Bryonia, Engels red of white bryony, Frans bryone, la bryone dioque, brionaia van de Italianen en de Portugezen noemen het norca bianca.
Dodonaeus (b) 'Het heet in het Grieks Ampelos leuce, op het Latijns Vitis alba, als of men witte wijngaard zei, de naam Ampelos, dat is wijngaard, voert ze omdat ze niet alleen van bladeren op de wijngaard lijkt, maar ook omdat ze bessen voortbrengt die als kleine trosjes druiven bijeen staan en wel zo dicht of veel tezamen als aan de wijngaard, in Itali heet het vite bianca, in Frankrijk vigne blanche, in Engeland wilde vijne en ook wilde hoppes.'
Bij Hippocrates heette het gewas Ampelos agria: akkerwingerd, Ampelos leuke: witte druif. Een klimmer met blad die wat op de druif lijkt, maar wit is, daarom komt in middeleeuws Latijn ook de naam Vitis alba voor, onze wilden wijngaerd of heggenrank, Franse vigne blanche en Duits wilder Wein, Engelse white wild vine of wood vine en wild hop.
Dodonaeus 'De Hoogduitsers noemen het Stichwurtz en Scheiszwurtzծ In Frankrijk heet het feu ardant.'
Bij H. Hildegard heet ze Stichwurz. Mogelijk werd het als middel tegen zijdesteken gebruikt of voor heling gestoken als klister, het kan ook van Schitwurz. Ze schrijft het een helende werking bij voetzweren toe wat ook in de Gart der Gesuntheit in 1485 terug komt, waar ook voorkomt dat het slangen en padden uit (ingewandswormen) het lichaam drijft. Stickwurz omdat ze diegene helpt die hoesten, vergelijk het Duitse Ersticken, maar het kan ook een leesfout zijn en moet het Scit-, Scheisswurz zijn, Schytwort, Scheissruben, de afvoerende werking, de giftige wortel zorgt voor diarree. In Vlaanderen heet het schijtraap, de laxerende wortel werd door mens en dier gebruikt, wel een Schmarwurz of Schmerzwurz, Gichtruben of Gichtwurz, gebruik.
Dodonaeus (d) ԉn Brabant heet het alffpae (zie Solanum dulcemara). De Hoogduitsers noemen het ook Hundskurbs, Hundsraben, Teuffelkurbs en Teuffels kirsen, de Italianen zucca salvatica, de Spanjaarden nueza blanca en norca blanca.'
Hundeskurbs bij Bock, Hundesruben bij Kilan (hond betekent minderwaardig. Frans) Onze alfpae of duivelskers, duivelsknol in Vlaanderen, Duits Teuffelskirsen bij Bock, Engelse devilճ turnip, Franse navet de diable: duivelsraap, vigne au diable, raisin du diable, navet du diable en verjus au diable. Die namen zijn eraan gegeven om de kinderen af te schrikken zodat zij niet van de vergiftigde plant zullen eten.
Dodonaeus (e)'HԈet heet in het Latijn Carcinothron, Ampeloleuce, Colubrina en andere. Om de slangen en ratten te verdrijven braden sommige deze wortel en snijden ze alzo warm in stukken en dan geeft ze van zich een damp of reuk zo sterk dat welke slang of rat deze rook ruikt, die sterft er terstond van. (Nochtans zeggen sommige dat ze colubrine in het Frans en Ophiostaphyle in het Grieks heet omdat de slangen veeltijds omtrent deze wortel nestelen). Sommige noemen het tot verschil van de zwarte in het Frans couleure blancheծ In Italie heet het ook colubrina, de Fransen colubrine en couleure.
Franse couleuvree komt van couleuvre: adder, naar de vertakkende twijgen, rave de serpent: slangenraap, is giftig en groeit slangvormig.
Dodonaeus (f) "Men noemt ze ook in het Grieks Bryonia leuce, Ophiosptaphylon, Chelidonion, Melothron, Psilothron, Archezostis, Agrostis en Cedrostis. Plinius noemt ze ook Madon en de Arabieren Alphesera; Mattheus Sylvativus Viticella en in het boek Thesaurus pauperum heet ze Rorastrum, bij Apuleius Apiastellum, Uva Taminia, Agrifolium en Dentaria.
Culpeper noemt de briony ook wel tamus of ladies seal (zie Tamus).
Hij vermeldt dat de wortel de huid wonderbaarlijk opschoont van alle zwarte en blauwe vlekken, wratten, zweren of iets dergelijks. Vergelijk het Franse herbe aux femmes battues: kruid van geslagen vrouwen. Men legde wortelstukken op de blauw geslagen builen om die te genezen. Het werkt goed tegen een soort huidziekte die tetter genoemd wordt in het Engels, vandaar dat de bessen tetter berries genoemd werden. Een plant van Mars. Verder, grape wort naar de vruchtvorm, isle of Wight vine, mandrake, murrain berries en wild hop. Duitse Zaunrube, groeiplaats, de haag, met rube achtige wortels, wild ruben, onze heggerank.
Dodonaeus (g) 'Bryonia is een algemeen en alleszins zeer goed bekend kruid. Dan de witte soort is hier te lande wel de gewoonste en heeft deze namen, stick-wortel, raesel-wortel of ros-worte, in Hoogduitsland Raswurtz of Schmartz wurtz.'
In Duits heet de raaswortel Rasrube, Raselwurz, Rasswurtel of Rosswurzel.
(h) In Friesland heet het schaep-entel of schaepkeutel naar de gedaante van de bessen, in Holland quartel bezien of quaertels beyen omdat de kwartels of kwakkels deze bessen niet graag etenծ Kwartelbessen bij van Beverwijck.
Dodonaeus (i) 'In Hoogduitsland heet het ook wel Wilder Zitwen.
Later werd het ook wel wilde zedewaer en in het Duits Wilder Zitwer genoemd omdat de plant gebruikt werd als vervanger van de dure zedoar wortel (Curcuma zedoaria).
Dodonaeus (j) 'Het heet ook wel Zaunruben of Romische Ruben.' De plant die in hagen groeit met ruben, raapachtige wortel.
Oude Duitse namen zijn; Wilder Kurbis, een komkommerachtige, Faulruben. Zaunrben.
(k) Verder heilige Byrn, Hilgebeeren, Heiligenbyren, hilg Rauw; helige ruben, een Todenwurzel, Scholmwurz, Hramca, weisser Enzian, weisser Entwin, Spansche Rowe, Korfgeswurzel, zie onder, Hanichkraut, saumwurz of sauwurz in Holland, trostrube in Holland, tunranken, schwengeswurzel en faselwurz in Hollands.
Dodonaeus (l) 'De tweede mag men in onze taal zwarte bryonie noemen, in het Hoogduits Schwartz Stichwurtz, in het Frans couleure noire, in het Latijn Bryonia nigra en Vitis nigra, dat is zwarte wijngaard en in het Grieks Ampelos melaena of Bryonia melaena en van sommige Chironios ampelos en Bucranion. Galenus zegt dat deze soort eigenlijk Bryonia heet en hetzelfde verzekert Plinius ook die er noch bij voegt dat het van sommige Chironia, Gynecanthe en Apronia genoemd wordt. De naam Chironia heeft ze gekregen naar de Centaur Chiron die haar eerst gevonden of in gebruik gebracht heeft. Ampelos die Chironia toegenoemd wordt, zegt dezelfde Plinius, is van Chiron gevonden en eerst getoond.'
(m) De Wells noemen deze magische plant, eirin Gwion: de pluimen van Gwion, de tovenaar die herboren werd als Taliesin.
(187A, 411) De dikke en vlezige lange bolachtige verdikkingen van de wortels zijn vaak vertakt en worden zo dubbel. Ze lijken zo in voorkomen op een mensengestalte en worden mandrakes, in Duits Alraunwortel genoemd, Engels Mandrake. Deze wortels waren de vervangers van de dure mandraak, zie Mandragora. Boch schreef al dat de landslieden er Monstra uitsneden en ze voor alruin verkochten.
Men droeg de wortels om de hals en geen heks durfde het te wagen de drager te betoveren. De medicantibus herbarum 6de (?) eeuw schreef over de bryonie ғi in capite vel in cinctu eam tecum portaveris, nulla mala te contingent,' "indien gij het om het hoofd of in de gordel met u draagt, kan u geen onheil treffen.'
Ze heet in Z. Russisch perestup, perestupenj: de opklimmende, adamowa golowa: adamshoofd, zmijena jagoda: slangenbes.
Gebruik.
Een vurige martelplant. Het melksap veroorzaakt op de huid blaren. De witte en vuistdikke penwortels smaken scherp bitter en ruiken naar vers gebakken brood, maar werken drastisch afvoerend en in grote dosis braak verwekkend, zelfs dodelijk. De bessen en de knolvormige wortelstok zijn het meest giftig. Na drogen wordt het minder scherp. Het gewoon al aanwezig zijn in de tuin of akker brengt al geluk voor het huis en de hele familie. Daarom is de plant dan ook zo geliefd en als je die ergens vindt zet je er zorgvuldig een hek omheen zodat ze onaangetast kan groeien. Je moet ze voorzichtig en met zekere regels behandelen en verzorgen anders heb je de kans, in plaats van geluk, ongeluk en rampspoed te krijgen. Als je bij het graven op de wortels stoot moet je je onmiddellijk stoppen zodat je de wortel niet snijdt, je hebt anders kans dat je het geluk ten gronde snijdt. Je kan ook ter plaatse verlamd of waanzinnig worden. Om die reden kan je de wortel er ook niet zonder voorzorgsmaatregelen er zo maar uithalen. In de meeste plaatsen zijn er maar enkele mensen die de toverachtige eigenschappen van de plant volledig kennen. Meestal zijn dit wat ervaren mensen, die gewoonlijk als tovenaars en heksen gelden, die dit werk kunnen ondernemen. Daarvoor moeten ze, voordat ze de plant of een deel ervan uit de bodem halen, 3 geldstukken en een brood op de aarde leggen (een soort offer omdat je iets uit het aardrijk ontrukt) en dan met de operatie zeer voorzichtig beginnen en afmaken. De wortel baad je vervolgens in melk en droog je behoorlijk en wikkel je die in doeken waarna die als een werkelijk daadkrachtige en invloedrijke fetisj in een doosje in huis bewaard en verzorgd wordt. Die brengt het huis geluk en rijkdom, ontdekt dieven en dergelijke. Zo wordt verteld dat uit een wortel die zeven jaar ononderbroken op zijn plaats groeide, na zeven jaar een naakt kind ontstond die de huisvrouw steeds na liep of het werd naar de wortel een mensachtig wezen dat rijkdom en geluk brengt waar het gegroeid is. Als het uitgegroeid is roept het de mens met chrztu, chrtzu (dopen, dopen) toe. Uit de wortel heet het in Bohemen ontstaat er daarna een Hospodaricek: huisvadertje die geld en voedsel brengt. Een oude vrouw had zijn demon in Peklo en als er bij iemand wat was verdwenen dan haalde ze het gestolen de volgende dag. In die zeven jaar kan ze zich van hem los maken, na die tijd niet meer en de demon neemt na zijn dood de ziel over van de huisheer. In sommige streken ging het zo ver dat men het onkruid niet uit wilde roeien omdat het ongeluk zou bijbrengen. In ieder geval moet de toverkracht al oud zijn, het toverboek van de Kyraniden dat voor de 5de eeuw v. Chr. ontstaan is noemt het een Gods geschenk (Theodorika) en een zeer heilig en bewonderenswaardig kruid. Ongeveer hetzelfde zie je bij de mandraak, Mandragora.
Uit Blankaart.
Het gebruik was vroeger zo. (14, 164, 309, 311) 'De jonge scheutjes van witte Bryonia die allereerst uitspruiten gekookt en gegeten maken de buik week en laten de plas gemakkelijk voortkomen en lossen schrijft Dioscorides en Galenus zegt dat ze van vele mensen in de lente of voorjaar gegeten plegen te worden en de maag een aangename spijs zijn vanwege haar tezamen trekking wat in de scheutjes van de wilde wijngaard of Tamus plaats grijpt en waar is, maar geenszins van de scheutjes van onze Bryonia verstaan mag worden. Want de scheutjes of eerste uitspruitsels van de witte Bryonia zijn geenszins tezamen trekkend van aard, maar beroeren de buik meer dan het nodig is en zijn bovendien de maag moeilijk en zeer lastig.
Het sap van de wortel van Bryonia, zegt Dioscorides, wordt in de lente eer het zaad rijp is uitgeduwd en met honingwater gedronken en maakt sterke kamergang en jaagt de taaie fluimen of slijmerigheden af. Dan niet alleen het sap van deze wortel, maar ook het water daar die in gekookt is jaagt de slijmerige en de galachtige en ook de waterige weiachtige overvloedigheden uit het lijf en dat met zeer groot geweld en moeilijkheid op die manier dat het soms de maag op dezelfde tijd zo beroert en omkeert dat ze de voor vermelde overvloedigheden door het braken uitwerpt en overgeeft. Zodanige geweldige purgatief of beroering van de buik die door deze wortel van Bryonia gebeurt wordt van sommige gehoopt goed te wezen voor diegene die waterzuchtig zijn, doch al hun krachten noch niet verloren hebben en in diegene die met de vallende ziekte gekweld zijn of langdurige hoofdpijn of slecht geneesbare bezwijming en draaiingen hebben. Nochtans moet men ze, naar de lering van Dioscorides, niet alle dagen ingeven worden, te weten in de vallende ziekte, want het gebruik er van valt de zieke moeilijk genoeg al is het zaak dat hij ze maar soms, ja zeer zelden inneemt, want dit is een zo'n krachtig en zuur gewas dat het de mensen door zijn groot geweld dikwijls krenkt, te onder brengt of tenminste krachteloos maakt.
Een pessarium van de wortel van Bryonia gemaakt en van onder ingezet jaagt de levende en dode vrucht en nageboorte uit het lijf. Hetzelfde doet een badstoof die bereid is van dezelfde wortels die in water gekookt zijn. Bryonia (vooral de witte die veel krachtiger is dan de zwarte) is met bladeren, vruchten, stelen en wortels in ander manieren zeer kwaad de bevruchte vrouwen, hetzij bereid of onbereid, hetzij in enige medicijn vermengt. Ze doodt de vrucht een half lood zwaar ingenomen en beroert het verstand soms, zelfs een bad er van laat van kind misvallen. Plinius verhaalt dat die bessen met tarwe gekookt en gegeten zeer goed zijn om de vrouwen overvloed van melk te laten krijgen. Nochtans, naar onze mening, schijnen ze de vermenigvuldiging van het melk eerder te beletten en te verhinderen.
Die wortel en vrucht reinigt ook de huid en laat de rimpels en fronzen vergaan en verdrijft de sproeten en plekken en littekens en allerhande vlekken en mazelen met meel van erwten, Terra China en fenegriek vermengt en tezamen gestoten er op gestreken. Deze wortel met wijn gestoten of anders gebruikt verdrijft en geneest alle blauw geslagen en gestoten plekken en laat scheiden het gestolde bloed en is goed met wijn of vijgen op de kwade zwerende nagels gelegd en laat weer sluiten het vel dat omtrent de nagels afgeworpen is en belet de voortgang van de fijtnagels, insgelijks laat ze zinken, slinken en vergaan de verse gezwellen met wijn er op gelegd en brengt de oude tot rijpheid en laat die uitbreken. Het sap van deze wortel alleen of met meel van erwten gemengd op de huid gestreken maakt een mooie kleur en een dunne heldere huid. De wortel met vijgen gestoten neemt de rimpels weg als men terstond nadat ze er op geleid zijn een vierendeel mijl er mee wandelt, anderszins brandt ze tenzij dat met koud water afgewassen wordt.
Ze trekt ook alle splinters en gebroken beenderen uit de wonden, gestoten en er op gelegd.
Men voegt deze wortel ook bekwaam bij de bijtende of knagende poeders die het kwaad vlees af eten en bij andere geneesmengsels die tot dat doel bereid worden. Al die krachten zijn van Dioscorides beschreven en verhaald.
De wortel van witte Bryonia wat veel ingenomen zuivert de zinnen, zegt Plinius; dan teveel genomen beroert het die.
En geen venijnige dieren blijven op hun plaats als ze die reuk gewaar worden. Dan die rook doet de mensen ook wee in het hoofd, maar ze zullen daarom tevoren wijnruit eten. In het kort gezegd, allerhande vergif verliest zijn kracht als er rook van dit kruid of wortel bijkomt en een half lood zwaar er van ingenomen geneest de beten of steken van de natter en andere slangen.
Galenus schrijft dat de bessen van Bryonia goed zijn om de vellen of huiden daarmee te bereiden wat dat Dioscorides ook betuigt en zegt dat ze geschikt zijn om de vachten daarmee te bloten en het haar er van uit te laten vallen.
De heidenen hielden heel veel van deze Bryonia om hun tegen de bliksem te bewaren, want men zegt dat ze nimmermeer van den bliksem geslagen wordt.
Als volksmiddel werd de gedroogde wortel in poedervorm, 1 tot 4 gram, gebruikt tegen epilepsie, verlammingen, waterzucht, jicht en verstoppingen. Uiterlijk als breiomslag of afkooksel bij reumatische zwellen.
Een aftreksel van de verse wortel is een uitstekend geneesmiddel voor gehoornde dieren. Het is een normaal gebruik in Norfolk om kleine stukjes van deze wortel met koren te mengen zodat hun vachten glanzen en mooi blijven.
Als de Bryonia als liefdesmiddel in liefdesgetover een zekere rol speelt, dan kan vast gesteld worden dat ze zeker een zekere werking op de seksuele organen uitoefent (Marzell) Te Nierderrhein leggen meisjes die te dansen gaan schijven van de Korfscheswurzel in de schoen en spraken daarbij: Korfscheswurzel in meinem Schuh, Ihr Junggesellen, lauft mir zu! An zou er bij da dans niets fout gaan. Op een dergelijk bijgeloof wijst de spreuk, Korfgeswurzel en den Schohn Hat et manchem angedohn. Als iemand wil dat een zeker meisje op hem verliefd wordt dan neemt hij een stengel van Korneakraut (Bryonia alba) naait die bij het betreffende meisje heimelijk in de kleren en ze zal daarna verliefd op hem worden.
Historie.
(411) 'In de oude schriften wordt ze vanwege haar ranken, dezelfde bladeren en vruchten als wilde (dat wil zeggen witte of zwarte) druif gerekend in Grieks άμελος, ampelos, en in Latijn vitis genoemd. De beide soorten zijn de rode Bryonia dioica en de Cretische Bryonia cretica.
Hippocrates gebruikte het als gynaecologisch middel, Theophrastus noemt de wortel van de wilde druif άμελος άγρία (mogelijk kan ook onder deze namen het smeerkruid Tamus communis bedoeld zijn) scherp en verwarmend. Ze is een bestanddeel van een middel dat de huid glad maakt als ontharingsmiddel en verdrijft de zomersproeten. Men heeft inderdaad opgemerkt dat het op de huidepidermis werkt. Dioscorides onderscheidt een witte en zwarte soort en geeft als synoniem βρνωνία, bryonia, op. Dat kan Bryonia cretica zijn en deze Bryonia diocea. De vrucht van de witte vorm diende om de huid te ontharen. De witte is onder andere een middel tegen epilepsie en duizeligheid en zou het een abortief zijn. De zwarte heeft over het algemeen dezelfde kracht als de witte, maar is niet zo werkzaam. Plinius zegt ongeveer hetzelfde over de vitis alba en nigra. Hij vermeldt ook de volksmening dat een landgoed dat met deze plant omplant is van haviken bevrijdt blijft en dat de huisvogels zeker zijn. Columella schrijft dat de om het huis geplante witte wijngaard de bliksem weg houdt, 'atque Jovis magni prohiberet fulmina Tarchon Sepe suas sedes praecinxit vitibus albis,' daarmee is te vergelijken dat de Slowenen de Bryonia nog tegen onweer beschut. In de middeleeuwen is ze zeker veel gebruikt wat haar talrijke namen bewijzen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl