Epilobium

Over Epilobium

Basterdwederik, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit flore des serres et des jardins.

Planten met wilgachtige bladeren en trossen van kleine purper, roze rood of wit, zelfs gele bloemen. Ze bloeien in juni tot augustus.

Kruiden of halfheesters, soms eenjarig, opgaand, spreidend of kruipend.

Bladen staan afwisselend of tegenovergesteld, vaak eirond-lancetvormig.

Veel basterdwederiken hebben wortelstokken, die vaak in de zomer en najaar knoppen vormen om te overwinteren.

Het zaad bevindt zich in langwerpige doosvruchten, die bij het opengaan in vieren splijt.

Het zaad dat is uitgerust met vruchtpluis kan ontsnappen en meegevoerd worden door de wind.

Een 200 soorten of meer komen in vele delen van de wereld voor en het meest in de gematigde gebieden, vooral N. Amerika en Midden Europa.

Onagraceae.

Epilobium angustifolium L. wordt soms ook tot dit geslacht gerekend, zie Chamerion.

=Epilobium canum Raven (vlechtmandje) (Zauschneria california, Presl.) ( uit Californi) Zittende bladeren zijn lancetvormig en 1.5-4cm lang, 2-6mm breed en gaafrandig tot zwak getand, wat behaard, onderste bladeren meestal tegenoverstaand en de bovenste verspreid.

Opgerichte stengels met houtachtig voet zijn vertakt en behaard.

Bloemen staan in een bebladerde tros, horizontaal afstaand en 2-3cm lang, scharlaken/rood met 2lobbige bloembladeren en opstaande kelkbladeren die aanliggen en scharlaken/rood zijn in juli/oktober.

Var. villosa verschilt door de grijsachtig behaarde bladeren.

Een wat winterharde plant, de jonge planten zullen vrijwel zeker bevriezen en soms ook oudere.

Een meerderjarige plant met de bloemen van een Fuchsia en de wollige vruchten van Epilobium die rood of vermiljoen zijn.

Uit Californië tot New Mexico wordt 30-75cm hoog. Is beschreven in 1847. Er zijn 3 subspecies.

Naam, etymologie.

Zauschneria is zo genoemd naar Johann Baptista Joseph Zauschner, Oostenrijke natuurhistoricus en professor te Praag (1737-1799).

Het is de Californië Fuchsia, de humming bird’s trumpet of balsamea. Duitse Kolibrietrompete.

uit the botanical magazine.

=Epilobium canum subsp. latifolium (brede bladeren) (Zauschneria latifolia, Greene) Grijsachtig behaarde plant, soms wat klierachtig

Zittende bladeren zijn meestal tegenoverstaand en eivormig, 2.5-4cm lang en 6-17mm breed, min of meer getand.

Dunne stengels.

Donker scharlaken/rode bloemen in juli/oktober.

Uit Californië tot Nevada en Oregon, wordt 20-40cm hoog.

Var. arizonica verschilt door elliptische, bleek/groen en weinig behaarde bladeren.

Uit; http://www.arthurleej.com/a-dwarffireweed.html

Epilobium ciliatum, Raf. (met wimpers of haren) eenjarige of overblijvende plant met wortelstokken.

Rechtopstaande stengels met boven veel klierharen.

Eironde tot lancetvormige bladeren staan meestal tegenover elkaar en zijn onregelmatig getand.

Bloeit in juni-augustus met kleine roze bloempjes.

Zaad met haarkuid.

Wordt 30-90cm hoog.

Komt uit noord Amerika en nu overal.

Beklierde basterdwederik, Fries kleverige tieneblom, Drusiges Weidenroschen, American willowherb, dwarf fireweed of fringed willowherb, epilobe cilee.

Uit L. Watson.

Epilobium dodonaei, Vill. (Chamerion dodonaei) (Dodonaeus of Rembertus Dodoens, Vlaamse arts en botanicus, 1617-1585)

Alle bladeren staan verspreid en zijn lijnvormig, grijsachtig/groen en bijna gaafrandig, kaal tot zwak behaard, zittend tot kort gesteeld en 2-6cm lang.

Opgaande stengels zijn rond en bovenaan wat behaard.

Opstaande, korte trossen met mooie purper/roze bloemen waarvan de meeldraden naar beneden zijn gebogen in juli/augustus.

Vormt onderaards dikke en vlezige roodachtige uitlopers.

Uit de Alpen, Karpaten, Balkan en Klein Azi is een meerjarige die nauwelijks een meter haalt. Is beschreven in 1700.

Naam.

Dodoens willow herb, rozemarijn wilgenroosje. Rosmarin-Weidenroschen.

Is nu hetzelfde als de volgende.

Uit en.wikipedia.org

Epilobium fleischeri, Hochst. (Johann Gottlieb Fleischer, Z. Duitse apotheker en botanist die deze plant het eerst heeft gevonden, 1797-1838)

Vormt ondergronds vlezige, roodachtige uitlopers.

Verspreid staande bladeren zijn dik en heldergroen, zittend, 2-3cm lang en 2-4mm breed.

Opstijgende stengels die onderaan houtachtig zijn en bovenaan meestal wat behaard.

Korte trossen van purper/roze bloemen met naar beneden gebogen meeldraden in juli/augustus

Uit de Alpen wordt 20-40cm hoog.

Fleischers Weidenroschen, in Oostenrijk Bergbach-Weidenroschen of Kies-Weidenroschen.

Uit Fuchs.

=Epilobium hirsutum, L (ruig of harig)

Sterk groeiende inheemse plant met ondergrondse uitlopers.

De bladen staan meestal tegenovergesteld, de bovenste verspreid en zijn ovaal/lancetvormig met vele scherpe tandjes, harig aan beide zijden en omvatten gedeeltelijk de stengel, grijsgroen.

Stengels zijn stevig en donzig, veel vertakt, lijken daardoor wel struikachtig.

Trossen van ca. 2.5cm grote purper/roze bloemen met opstaande meeldraden in juli/augustus

Het harige wilgenroosje uit Europa en Klein Azië kan wel een ruime meter halen.

Var. albiflorum heeft helder witte bloemen.

Een goede bijenplant. Bevat ook veel vitamine C, 100 gram plantenstof bevat ongeveer 140mg vitamine C.

Een liefhebber van kalkrijke gronden die het liefst op wat vochtige gronden groeit.

Een onkruid dat wel eens lastig kan zijn in pottenteelt.

Naam, etymologie.

Harig wilgenroosje, de wilgachtige bladeren, Duitse Rauhaariges Weidenroschen of Zottiges Weidenroschen, Schosskraut, braun Weiderich.

Engelse graet hairy willow herb, fiddle grass, apple pie, cherry pie, codlins and creams, custard cups of goosberry pie.

Het landvolk verhaalt dat gekneusde bladeren de geur hebben van een apple-pie, vandaar de Engelse namen codlings and cream (codling is een appelsoort) en apple-pie. De jonge zachte scheuten kunnen gekookt gegeten worden of als salade gebruikt. Ook in knop kunnen de stengels zo rauw gegeten of gekookt worden. De gedroogde bladeren kunnen voor een thee gebruikt worden. Het katoen van de zaadpeulen werd gebruikt voor brandpitten en kampvuren.

Het was ook de milner flower die groeide bij zijn mill, de plant is zacht en harig als de molenaar zelf.

Bliksemkroet of dondertoren, gebruikt in de kroetwusj tegen bliksem.

Uit L. Watson.

Epilobium lanceolatum, Seb. et Mauri. (lancetvormig)

Bladen zijn gesteeld, lancetvormig en onregelmatig getand.

Purperen bloemen in juli.

Meerjarige met vezelachtige wortels.

Uit Italië, is in 1810 beschreven.

Naam.

Lancetbladige basterdwederik, Engelse spear leaved willow herb, Duits Lanzett-Weidenrschen.

Uit G. Oeder.

Epilobium montanum, L. (van de bergen)

Bladen zijn eivormig en toegespitst, glad en getand, de lagere kort gesteeld.

Ronde stengels zijn licht donzig.

Een kleine en onattractieve plant, de kleine bloemen zijn zelden geheel geopend. Ze zijn van een purperroze kleur in juni/juli.

Meerjarige met vezelige wortels.

Groeit meestal op droge plaatsen.

Is inlands en verder tot Japan.

Naam.

Bergbasterdwederik, Engelse broad smooth leaved willow herb, Duits Brandgras, Berg-Weidenrschen.

Uit Curtis botanical magazine.

Epilobium obcordatum, Gray. (omgekeerd hartvormig) Heldergroene en breed eivormige bladeren zijn fijn getand, zittend en 8-15mm lang.

Liggende en dunne stengels zijn meestal wat behaard.

Talrijke zacht roze bloemen met omgekeerd hartvormige bloemblaadjes in juli/augustus.

In de winter liefst wat droge plaats.

Uit Oregon tot Californië wordt 10cm hoog.

Is beschreven in 1885.

Dwarf Californian willow herb, rockfringe willowherb

Uit Hortus Romanus juxta.

=Epilobium palustre, L. (van het moeras) Bladen zijn smal lancetvormig en gaaf of getand.

Ronde stengels die opgaand en vrijwel glad zijn, twee lijnen tegenover elkaar staand, 60cm.

Roze kleurige bloemen in juli en augustus.

Groeit in vochtige moerassen met dunne worteluitlopers.

Daar draagt een brede massa van dichte bladen een tuil van roze/rode bloemen. Dan mengt het kruid zijn diep ros kleur met de crme massa van de moerasspirea. Uit Midden Europa.

Naam, etymologie.

Epilobium is zo genoemd door Gessner. Het woord is afgeleid van de Griekse epi: op, en lobos: een peul, het is een verwijzing naar de vorm van de bloem die op de zaadpeul zit, vergelijk de Duitse naam Schotenweiderich Of van epi-lob-ion, epi: op, lobos: een peul, en ion: een viooltje. De bij een viooltje vergeleken bloemkroon van Chamerion angustifolium staat op de top van een hauwvormig vruchtbeginsel. Duitse Wasserviolen.

(Dodonaeus) 'Deze tweede soort noem ik in het Latijn Pseudolysimachium purpureum minus en om dat in het Diets te noemen en van het ander te onderscheiden moet men meer woorden gebruiken en noem dat de kleine eerste soort van bastaardwederik met purperen bloemen. Het is niet door de ouders beschreven.'

Basterdwederik of moerasbasterdwederik, dus niet de echte wederik, zie Lysimachia.

Duitse Bachrosle, Sumpf -Weidenrschen, de groeiplaats, naar de wilgachtige bladeren, Weiderich en Engelse narrow leaved of marsh willow herb. Frans lեpilobe des marais.

Wordt ook wel slangenbloem genoemd omdat slangen doorgaans bij deze plant te vinden zijn, of omdat de stamper gespleten is.

Symbool van dapperheid en menselijkheid.

Uit G. Oeder.

=Epilobium parviflorum, Schreb. (klein bloemig)

Bladen zittend en lancetvormig, donzig en getand.

Stengels zijn vrijwel onvertakt en meestal donzig

Heeft kleine bloemen en is ook kleiner dan het harig wilgenroosje. Bloeit in juni/juli met purperrode bloemen.

De wortels zijn vezelachtig.

Meerjarig, wordt meestal een 30-5-cm hoog. Europa tot Azië.

Naam.

Kleinbloemige of viltige basterdwederik, Engelse smalle flowered hairy willow herb, Duits Bach- Weidenrschen, Kleinbltige Weidenrschen.

Uit www.nzpcn.org.nz

Epilobium purpuratum, Hook. (purperachtig)

Dikke en eivormige tot eironde bladeren die bruin/rood zijn gekleurd, 8mm lang en 6mm breed.

Sterk groeiende, zodenvormende plant met liggende, kantige stengels die wortelen, opgerichte toppen.

Talrijke zeer kleine roze/witte bloempjes in juni/augustus.

Mooie bodembedekker die zich goed uitzaait.

Uit N. Zeeland, wordt 3-5cm hoog.

Epilobium roseum, Schreb. (roze)

Bladen aan stengels zijn lancet- of eivormig, glad en fijn getand.

Stengels zijn opgaand en wat vierkantig.

Kleine roze kleurige bloemen in juli en augustus.

Meerjarige met vezelachtige wortels.

Groeit in vochtige plaatsen.

Naam.

Bleke basterdwederik, Engels pale willowherb, Duits Rosarotes Weidenrschen.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Epilobium tetragonum L.(vierkant of vier hoeken) (Epilobium adnatum, Griseb (aangegroeid) Bladen zijn lancetvormig, zittend en licht getand.

Stengels met twee, drie of vier hoeken.

De kleine roze kleurige bloemen komen in juli en augustus en vallen niet op, na de bloei valt ze meer op door de lange peulachtige zaden.

Het is een plant van ruime halve meter hoogte die van vochtige plaatsen houdt. Europa, N. Azië.

Kantige basterdwederik, square stalked willow herb, Duitse Vierkantiges Weidenrschen. Er zijn twee subspecies bekend: Gewohnliche Vierkantige Weidenrschen, Epilobium tetragonum subspecie tetragonum L) en Graugrne Weidenrschen (Epilobium tetragonum subspecie lamyi (F. W. Schultz) Nyman. (Franse botanist Pierre Marie Edouard Lamy de la Chapelle, 1804-1886)

Planten.

Het zijn wat dunne planten die dus dicht bij elkaar moeten staan voor effect en getopt moeten worden. Planten in zandige grond op beschutte en vrij droge, zonnige plaatsen. In de winter goed bedekken In lichte grond wortelen ze ondergronds als Epilobium.

Vermeerderen door zaaien, afleggen en stekken in augustus/september met 0.5% ibz.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl