Lithodora
Over Lithodora
Steenzaad, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Naam, etymologie.
Lithodora, Grieks lithos; steen, doma; gift.
Nauw verwant aan Lithospermum. 7 soorten die vrijwel allemaal in Europa, Noord-Afrika en Turkije voorkomen.
=Lithodora diffusa (Lag.) I. M. Johnst. (ongelijk gevormd, los verspreidt) (Lithospermum prostrata (Lithospermum diffusum, Lag. Lithospermum fruticosum, L.) (struikachtig)
Zittende bladeren zijn lang lijnvormig tot lancetvormig en helder groen, de randen wat omgekruld tot vlak, aan beide kanten behaard, van onderen grijsachtig viltig.
Groenblijvende plant met liggende, ruwe stengels die onder aan wat houtachtig zijn.
Talrijke hemelsblauwe bloemen zijn aan de buitenkant wat behaard, roodachtige bloembuis die ongeveer drie maal zo lang is als de kelk in mei/augustus.
Uit de Pyreneeën en W. Frankrijk wordt 5-15cm hoog Is beschreven in 1683.
Var. albiflorum heeft witte bloemen.
Var. erectum heeft opstijgende stengels.
Var. grandiflorum verschilt door de sterkere groeiwijze en grotere, dieper blauwe bloemen.
Var. roseiflorum heeft lila/roze bloemen.
Houdt van zon. In de winter is het goed de plant te bedekken.
Vermeerderen door zomerstek.
‘Heavenly Blue,’ met grote hemelblauwe bloemen is vorstgevoelig.
Naam.
(Dodonaeus) Լ/span>Dit kruid groeit veel bij Wenen in Oostenrijk als Clusius verhaalt en noemt dat in het Latijn Lithospermum virgatumծ
Twijgachtig parelkruid, steenzaad, Engelse shrubby gromwell, Frans grimel ligneux.
Planten.
Vermeerderen door scheuren in mei/juni, of zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl