Boehmeria

Over Boehmeria

Ramie. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.

Uit Flora de Filipinas.

Het zijn vezelplanten.

Een geslacht van 47 wijd verspreide soorten van kruiden, struiken of heesters die uit Azië stammen, 14 in Amerika.

Bladen staan afwisselend of tegenovergesteld en zijn vaak 3nervig.

Bloemen staan in dichte groepen.

Velen hebben ondergronds kruipende rhyzomen.

Urticaceae, brandnetelfamilie, maar zonder brandharen.

=Boehmeria nivea, Gaud. (sneeuwwit, de bladen) is het China gras. Dit is een eenjarig kruid van 1-1.25m hoog.

Het komt op met vele stengels.

Bladeren zijn zilverwit aan de onderkant, hartvormig en 7-15cm lang en 6-12cm breed. Het blad heeft geen brandharen.

Groene bloemen komen in september.

De echte ramie is een Chinese plant.

Een tweede type is bekend en zou uit het Maleise gebied stammen. Die heeft smallere bladeren die aan de onderkant groen zijn en beter bestand tegen tropische omstandigheden, green ramie of rhea, Duitse Grne Ramie. Dat is Boehmeria nivea Haudich, var. tenacissima, Mic.(zeer taai). Mogelijk is dit een hybride.

Rami wordt op de droge rijstvelden of koffietuinen geplant en na 55 dagen tot 3 maanden, afhankelijk waar het gewas staat, is het klaar om gesneden te worden. Uit de wortels schieten dan weer nieuwe stengels op. De stengels worden afgesneden zo gauw ze aan de onderkant bruin worden. Ze groeien weer bij zodat een 2-5 oogsten per jaar gehaald kunnen worden. De bladeren worden afgeritst en met een aangescherpt stukje klapperdop wordt de slijmerige buitenbast afgeschraapt waardoor de vezelstof bloot komt te liggen. De stengels worden nu 3 dagen in de zon gedroogd waarna de vezellinten zonder moeite van het hout worden getrokken. Met behulp van een spintolletje wordt er nu garen van gemaakt.

Naam, etymologie.

Boehmeria is zo genoemd naar Georg Rudolf Boehmer, (1723-1803) een Duits botanist. China Grass, Chinese plant of white ramie.

Het is een van de sterkste natuurlijke vezels en wordt zelfs sterker als het nat is, behoudt zijn vorm, weerstaat kreuken en geeft het een zijdeachtige glans. Het is niet zo duurzaam als andere vezels en wordt er daarom mee geweven. Verft ook niet zo goed als katoen. Het is stijf en breekbaar zodat het slecht opgevouwen kan worden. Het gewas geeft een vezel wat in fijn linnen wordt geweven. Deze weefsels worden gebruikt als grondstof voor het weefsel dat in het Duits onder Grasleinen, in Frans als batiste de Canton, het Nederlandse graslinnen en in het Engels als grasscloth bekend is, ook China grass kleed. Om die reden werd het gewas in Amerika ingevoerd en veel gekweekt.

De vezel heet in China chu of tschou-ma of yen-ma, in Japan karao, mao en osjo karao. Op Sumatra heet het kloei, caloie of keperit, op Celebes cambe. In Bengalen kankhura, in Birma guon en in Brits Indi rhea of rhia.

Ramieplant, Duitse Ramiegewaschse of Rameh, Engelse ramee, ramie of rheea grass, Frans il rami, is de witte en zijdeglanzende vaste bastvezel die tot garen versponnen wordt en waarvan men zeer duurzame en mooie stoffen maakt. Het graslinnen was wel in trek als zomerdracht en dit vanwege de hyginische kwaliteiten. Chinagras werd gebruikt voor meubelstoffen, doeken en onderkleding. De breeklengte is echter groot en de vezel is broos zodat die bij een knoop afknapt. De wijze waarop in China de stof gebruikt wordt is merkwaardig omdat de vezels niet tot draden versponnen worden. De draden ontstaan door aaneenvoegen van verschillende vezels die met hun uiteinden naast elkaar gelegd en door het rollen onder de handen verbonden worden. De vezels zijn daardoor glad en niet ineengedraaid waardoor zij de eigenaardige glans behouden.

Talloze malen heeft men geprobeerd de vezels machinaal te verwerken. In 1869 werd er zelfs 5000 pond uitgeloofd voor die machine die de vezel op een gemakkelijke manier uit de stengel kon halen. Dit bleek vergeefs. Niet het probleem van de mechanische afscheiding was het moeilijkst, maar het ontgommen van de vezels wat aan het spinnen voorafgaat.

Het gebruik van ramie is al duizenden jaren oud, zelfs komt het voor bij mummies van Egypte van 5000-3300 v. Chr. Bij de ҌazarusӠmummie zijn er drie types van kleren gevonden. De buitenste was zwaar en ruw geweven, de binnenste was de lichtste en zeer dicht geweven. Het buitenste kleed bleek ramie te zijn dat weerstand bood aan toxische invloeden en bacterin.

Uit; http://www.vasteplant.be/catalog/index.cfm?fuseaction=DETAIL&TREFNAAM=BOPLAT

Boehmeria platanifolia Franch. et Sav. (met blad als de plataan) heeft grote diep getande netelachtige licht groene bladeren.

Opvallend rode bladstelen.

Bloeit in juli-september met witte pluimen.

Wordt een meter hoog.

Komt uit Lushan, China.

Boehmeria sieboldiana Blume. (Philipp Franz von Siebold, 1796-1866, arts te Deshima, onderzoeker van Japanse flora en fauna) Is meer geelbruin van kleur.

Bloeit in juli-september.

Wordt een ruime meter hoog.

Valse netel, false nettle. Is winterhard.

Boehmeria tricuspis (Hance) Makino, Bot. Mag. (met drie punten) Blad met een lange spits toelopende punt.

Roze stengels en bladstelen.

Wordt een 70cm hoog

Bloeit in juli-september.

Uit Zuid Japan en China.

Planten.

Vermeerderen door zaaien bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl