Consolida
Over Consolida
Ridderspoor, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Consolida: verenigen. Zie Bellis en Symphytum.
De Consolida groep leeft kort en is meestal eenjarig. Dit in tegenstelling tot de langer levende Delphinium groep.
De ongeveer 40 Consolida soorten komen voor in het M. Zeegebied tot Centraal-Azi, vaak onder het graan.
Zie Delphinium.
Ranunculaceae, ranonkelfamilie.
De Rocket of aarvorm wordt gewoonlijk gevonden in de Ajacis-typen.
De Candelabrum met een aantal korte kandelaarachtige hoofdjes van verschillende hoogtes meer in het Consolida-type.
1. =Consolida ajacis, (L) Schur. (Ajax, mythologisch figuur, zie onder) (Consolida ambigua) (Delphinium ambigua) (twijfelachtig of onzeker) is de valse of tuinridderspoor.
Een rechtop gaande en vertakte plant met fijn ingesneden bladeren.
Rondom juni - augustus verschijnen de blauw tot purperen aren.
Vormen.
De hyacintbloemige riddersporen bezitten dichte trossen met gevulde bloemen en vertakken weinig. Bekend zijn de rassen ‘Hyacinthiflorum’, met dubbele bloemen, de ‘Ranunculiflorum’, de ‘Violierbloemige’ en ‘Minus’,, de dwergridderspoor van 40 cm.
‘Dwarf Hyacint Flowered’, is een gedrongen en tot 50cm hoge cv in licht en donkerroze, wit, licht en donkerblauw.
De hyacintbloemige lenigen zich bij uitstek voor drogen.
‘Frosted Skies’, is een recent gentroduceerde hoge cv. met vele enkele, lichtblauwe bloemen waarvan de randen donkerder blauw zijn. Hierdoor ontstaat een fraai contrast met het lichtblauwe hart.
Rocket larkspur. Kleiner Gartenrittersporn.
2. Uit E. Thome.
Consolida regalis, S.F. Gray. (koninklijk) (Delphinium consolida, L.) (verenigen) Heeft driedelige en zeer fijntjes ingesneden bladeren.
Een rechtop gaande en vertakte plant, wordt 15 tot 50 cm hoog met een behaarde stengel.
De 1 tot 5 cm lange bladeren zijn bestaan uit lijnvormige slippen.
Rondom juni - augustus verschijnen de blauw tot purperen aren.
Het is een plant van matig voedselrijke, kalkhoudende, vochtige, zandige klei en komt voor tussen het wintergraan. De plant komt van naturen voor in West-Azië en Europa.
De zaden zijn giftig.
Het is een mooie snijbloem met fel blauwe bloemen aan een meter lange stengel. De kroonbladen zijn achter de bloem vergroeid en vormen daar een spoor. De bloeiwijze is langer dan de ajacis.
Net als meer ranonkelachtige heeft het een bekervrucht en die droge vrucht springt aan een kant open.
De wilde ridderspoor is een sierlijke eenjarige die soms verwildert voorkomt in graanakkers. Een akkeronkruid uit Europa en Azië.
Vormen.
‘Blue Cloud’, is door zijn rijke vertakking en rijke bloei vooral geschikt voor gemengde bloemboeketten.
Een bekende groep in de eenjarige behoort tot de zogenaamde keizerriddersporen. Die vertakken zeer sterk en hebben gevulde bloemen in allerlei kleuren. Ze worden meer dan 100cm hoog.
De keizerridderspoor, ‘Imperial Blue Bell’, is sterk vertakt met gevulde blauwe bloemen. ‘Imperial’, zelf is een hoge roze.
‘Exquisite Rose’, verschijnt in licht roze en '`Pink Perfection,' is donkerroze. De halfgevulde ‘King Size’, komt in verschillende kleuren voor. Wordt meestal gemengd aangeboden. Nog lager mengsel is de ‘Early Bird Master, serie. Deze twee laatste zijn bijzonder geschikt als snijbloem.
Consolida hispanica, Greuter. & Burdet. (Spaans) (Delphinium orientale) (oosters) deze lijkt veel op de twee vorige.
Deze vorm heeft het blauw in trossen in juli/augustus. Door de grote gelijkenis worden ze veel met elkaar verwisseld. Oosterse ridderspoor.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘De Neder-Duitsers hebben dit kruid riddersporen genoemd, in het Hoogduits heten ze Ritterstigern of Ritter sporn omdat de uitstekende horentjes van deze bloem op de sporen van de ridders zo die in oude tijden waren enigszins lijken en daarom noemen de Italianen het ook sperone de cavaliero De Latijnse naam is Flos equestris of gewoonlijk Flos regius.’
C. Bauhin noemt het een koninklijke plant omdat de kelk naar achteren is gekeerd als de helm van een edelman. De naam Rittersporn als plantennaam verschijnt als overzetting van de botanisch ondoorzichtige naam Flaura in glossularia. Sinonoma Bartholomei, 14de eeuw, duidt flaura aan als Planta leonis. In Hortis sanitatis is Rittersporn duidelijk de naam die op de eigenaardige bloembouw berust, verder komt de naam voor in Ulm, 1487, en Nurnberg in 1516. Wilde ridderspoor of veld ridderspoor, Duits Feldrittersporn, naar het spoorachtig aanhangsel, der Rittersporn, Frans eperon de chevalier, Engels knightճ spur en Italiaans di cavaliere, ook speronella, Spaans sperone di cavaliero en espuela de caballero.
Dodonaeus (b) ‘Maar de tamme soort heet eigenlijk riddersporen, de wilde Flos regius silvestris of wilde riddersporen, de Fransen noemen ze alle beide pied dՍ alouette, dat is leeuwerikvoet of zo de Engelse het noemen larkes claw.’
Ook is de plant naar de leeuwerik genoemd, Engelse branching of field larkspur, Frans pied d'alouette of eperon d'alouette, Duitse Lerchenklaue en een oude naam is Lerchenfus.
Frans la dauphinelle, van dauphin: dolfijn.
Dodonaeus ‘Bij sommige wordt het Consolida regalis genoemd of Consolida Regia die dit gewas onder de soorten van Consolida of wondkruiden rekenen. De wilde heten bij Lobel in het Latijn Segetum Consolida regia, strigofior tota, in het Engels wilde lorkes spurre.’
Wegens zijn vermeende kracht wordt de plant Consolida regalis genoemd, het was een van de consolida's. De middeleeuwse naam Consolida betekent verenigen of wond helend en werd vroeger als geneesmiddel gebruikt. Engelse kings consound of lark-heel is zo genoemd naar het consolida: toe helen, Frans dauphinelle consoude. Bij Fuchs is het der rode kamille.
Dodonaeus (d) ‘De riddersporen worden in het Latijn genoemd Calcaris flos, Equitis Calcar, Valerius Cordus noemt het Calcatrippa, Valerius Cordus houdt ze voor de Calcitrapa candida, Joannes Ruellius rekent de Calcatrepa of chaucetrepe onder het getal van de doornachtige kruiden.’ Kalketrip.
Dodonaeus (e) ‘Fuchsius noemt ze te onrecht Chamaemelum Eranthemum of immers de Consolida regia Fuchsij is het Eranthemum Gesneri.’
(f) Oude Duitse namen zijn Addersporen, wel van akker, Adebarssnibben: ooievaarsbekken of Kappelkraut.
(g) Lustig blauw geverfde bloemen zodat die het gezicht vreugde geven. Daardoor versterken en bekrachtigen ze het gezicht. Daarom houden de geleerden de ridderspoor als een bloem die je voor je ogen moet gebruiken en hangen ze die op de plaats waar ze studeren zodat ze de planten steeds in gezicht hebben. Studerende plachten een bundel bloeiende planten als ogen versterkend middel in de werkkamer op te hangen.
(86, 164, 311, 309) ‘D҄e meesters zeggen dat deze bloemen vele deugden in zich hebben. Item deze bloemen tot poeder gestoten en daar onder gemengd rozenwater dit dient goed voor de ogen daar om gestreken. En het beneemt de roodheid der ogen. Item drie ridderbloemen in maagden was gewrocht en aan den hals gehangen e daarmee Sinte Otilien een mis gedaan of geofferd of drie aalmoezen voor haar gegeven of drie paternosters met devotie gelezen. Als alle deze drie godsdiensten gedaan worden dan blijven die mens zijn ogen gezond zo lang hij leeft. En als u denkt dat uw ogen weer gebrekkig worden dan zal ge deze was drie dagen bij u houden met de voor vermelde boete. En degene die deze bloemen alle dagen aanziet komen geen pijnen in zijn ogen. En sommige doen deze bloemen in een busje en hangen ze boven de deur van de stoven of de kamer dat ze daar gezien mogen worden. Deze bloemen heeft Sancta Otilia bijzonder in eren gehad en heeft daardoor zo'n gratie verkregen.’
Het is het St. Ottilienkraut. De plant was gewijd aan de heilige Ottilie, beschermster van alle lijders aan oogkwalen. Haar beeld heeft 2 ogen op een boek die ze vanwege haar vader uitgehuild heeft. Ze was de dochter van de graaf van Hohenburg en kwam blind ter wereld, maar kreeg het zicht op haar 14de levensjaar. Ze wil van een aardse bruidegom niets weten en wordt zo door haar vader vervloekt. Ze verlaat het slot, als de vader en de bruidegom naderen en zinkt ze in de aarde. Op die plaats ontstaat een bron. Balletjes werden van de bloemen gemaakt die om de hals gedragen als een voorbehoedmiddel tegen oogziektes dienden.
Dodonaeus (h) ‘Sommige geven de naam Delphinium of Delphinium buccinum niet deze riddersporen, maar een ander gewas wat we onder de wilde soorten van wederik of Lysimachia beschreven hebben, dan de riddersporen mogen zo heten naar de gedaante van een trompet die Buccinum heet, andere geven de akeleien die naam.
Dan het schijnt dat deze bloem met goede reden Delphinium genoemd mag wezen wiens beschrijving staat in het 3de boek van Dioscorides waarmee ze ook wel overeen zou mogen komen waar het zaak dat het woord Delphinodes waar hij van spreekt niet van de bladeren, maar van de bloemen verstaan werd. En naar die mijn mening bedenk ik me dat ik begrepen heb dat geschreven staat in een oud boek van Dioscorides in het Grieks wat van de edele heer Geeraerdt van Veltwijck, ambassadeur bij de Turkse keizer voor onze keizer Karel de vijfde te Constantinopel in een oud boekkamer of bibliotheek gevonden is, te weten dat het Delphinium niet van bladeren, maar van bloemen op de dolfijnen lijken. Welke woorden, indien ze goed geschreven zijn zoals het behoort (zoals ik meen dat het zo is) dan is het duidelijk genoeg dat onze riddersporen geen ander kruid zijn dan het Delphinium van Dioscorides want de bloemen van onze riddersporen en vooral eer dat ze volkomen of volwassen zijn hebben enige gedaante of gelijkenis met de dolfijnen, dat is een geslacht van vissen die men in de oude schilderijen ziet met kromme en omgebogen staarten en in oude wapens of schilden van sommige edelen van deze en andere landen met welke afbeelding de dolfijn onder de tekens van de hemel ook geschilderd staat. Voorts zo zijn er noch sommige namen die het Delphinium van Dioscorides toekomen waarvan nochtans het meeste deel voor bastaardnamen gehouden worden als zijn deze Griekse, Diachysis, Diachytos, Paralysis, Camaros, Hyacinthos, Nerion, Neriadeion, Sofandron en Cronion en deze Latijnse, Bucinus of Bucinum en Bucinus minor.’
Dodonaeus (h)’Maar om tot onze riddersporen wederom te keren zo is het te weten dat sommige die voor de tweede soort van wilde komijn van Dioscorides houden van welke mening Matthiolus ook is en naar mijn goed dunken komt het met de waarheid niet slecht overeen, want de riddersporen hebben met de beschrijving van het tweede wilde komijn zoծ grote gelijkenis als enig kruid er mee zou mogen hebben.’
Duits Hornkummel,
Dodonaeus (i) ‘Dan aangaande deze onze riddersporen zo is het te weten dat ze van sommige Hyacinthus Potarum genoemd zijn want de grote riddersporen hebben dat eigens zoals de wijdvermaarde Cesalpinus opgemerkt heeft en vooral die met purperen bloemen, te weten dat het blaadje wat aan het horentje of spoortje vast is open gedaan wordt er sommige tekens die op de navolgende letters AIAIA gelijken vertoont en daarom heeft dezelfde Andreas Cesalpinus geloofd dat dit gewas de hyacint van de poten zou mogen wezen in wiens bloemen, zo de poten schrijven, de woorden AIAI gedrukt of geschreven schijnen te staan. En voorwaar het is geloofwaardig dat de poten deze letters in deze bloem zagen hun fabels van de jongeling Hyacinthus met Apollo en van Ajax versierd hebben. Want hetgeen dat sommige poten schrijven dat de Hyacinthus de lelie gelijk is, daar is niet veel op te letten want de poten hebben nooit zeer nauw op de gedaante en gelijkenis van de bloemen gelet Maar dat laten we iedereen noch vrij om te overwegen en de waarheid te onderzoeken.’
Consolida ajacis L. zou ontstaan zijn op de plaats waar Ajax (Aiax) ter aarde stortte. Ajax, de zoon van Telamon en Salamis, was een van de helden die meedongen naar de wapens van de verslagen Achilles. Die wapens zouden naar de dapperste Griek gaan. Uiteindelijk gingen ze naar Odysseus. Hij werd woedend om die schande hem aangedaan en ging als een bezetene te keer en doodde al het buitgemaakte vee van de Trojanen. Toen benam hij zichzelf van het leven. Hij stak zijn zwaard in de grond en wierp zich erop, het zwaard verafschuwde de daad die het moest doen en boog door zodat zijn poging op niets uitliep. Uiteindelijk slaagde hij erin door de punt van zijn zwaard in zijn borst te boren en uit zijn bloed ontstond de ridderspoor, op wiens bloembladen sommigen het woord aia (aiax) menen te kunnen lezen. D. ajacis kan zo naar Ajax genoemd zijn vanwege zijn hoedvorm. Of naar de merktekens die gevonden worden op sommige bloembladen die het woord AI AI vormen, het Grieks voor treuren. Zo zijn de letters ai en aia ook de beginletters van de andere Ajax, de koning van Salamis. Deze Delphinium heet naar beide dappere Trojaanse helden en op de middenlip van het honigblad staan die beroemde tekens te lezen.
Zie Ovidius, vert. van Vondel:
‘Aldus sloot Ajax ‘t pleit, en duwde ‘t zwaert op ‘t lest
Door d’ onversaeghde borst in ‘t hart tot aen ‘t gevest
Zijn handen konden ‘t zwaert niet uit den boezem haelen
Een bloetstroom dreef het uit met borrelende straelen
En dաerde, root geverft teelde eenen purpren gloet
Een bloem gelijck voorheene uit Hiacintus bloet
Een bloem quam spruiten; en de blaen van beide mellen
De letters, die de klaght des eenen konnen spellen
Den naem des anderen, ten oorlogh streng en fier.’
Caesalpinus, Plinius en de poten zeggen dat dit de echte hyacint is omdat het zijn bloem, dat is Alpha A met de Jota J (AJ) boven zich geplaatst heeft. Men zegt dat Ovidius zijn klaagliederen op hetzelfde blad heeft geschreven. Men heeft bij deze plant opgemerkt, dat, wanneer het blad omgekruld is er letters in het wit verborgen zijn. Zie Hyacint en Gladiolus.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘Men legt dat kruid ook op de verse wonden en oude zeren. Hetzelfde kruid pleistervormig met honing vermengt en op de gezwellen gelegd ontdoet die en laat ze vergaan of verdwijnen.
Tegen geelzucht, druppelplas, nierstenen en verse wonden: Maak een afkooksel van dit kruid, maak het zoet met suiker en laat hiervan drinken. C. Durantus.
Voor buikpijn van jonge kinderen: Geef hen wat van de konserf van de bloemen in. Joh. Schroderus.
Voor een zure maag: Gebruik hiertegen een boon groot van de konserf. Joh. Schroderus.
Voor zware arbeid van de barende vrouwen: Geef van het water dat van de bloemen gedistilleerd is drie ons in een keer in. Joh. Stocker.’
Als meer leden van deze familie is het gewas giftig en zelfs de honig die bijen van deze plant verzamelen is giftig.
Bloemen werden wel gebruikt om er een groene kleurstof uit te bereiden en met aluin kleurde dit blauw, dit werd gebruikt voor suikergoed.
Symbolen.
Delphinium bloem, Symbool van ridderlijkheid.
De ridderspoor is een koninklijke plant omdat de kelk naar achteren is gekeerd als een helm van een edelman. Door die bloemvorm heeft ze haar ridderlijke symbool gekregen.
De ridderspoor is een plant van een opvallende schoonheid, ze tonen hun kleuren in allerlei zeldzame nuances van blauw. De ridderspoor is bekend vanwege de intens blauwe kleur, ze zijn geladen als elektrische blauwe bloemen. Symbool van lichtheid,.
Van de eenjarige roze vormen zijn de bloemen wat verfrommeld, symbool van grilligheid.
De dubbele vormen zijn vol en beladen met bloemen, symbool van wuftheid.
De purperen, symbool van hooghartigheid.
Planten.
De eenjarige worden gezaaid die zeer langzaam opkomen. Ze kunnen moeilijk verplant worden, zaaien ter plaatse of in een pot. In ieder geval koel zaaien en het zaad bedekken. Ze kunnen voor de winter gezaaid worden, maar meestal in het voorjaar, omstreeks half april. Van zaaidatum tot volle bloei duurt 8 weken. Deze planten hebben een penwortel zodat ze het beste ter plaatse uitgezaaid kunnen worden.
Ze geven een mooi verticaal effect.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl