Garrya
Over Garrya
Katjesstruik, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Naam, etymologie.
Garrya, is zo genoemd naar Nicholas Garry, secretaris van de Hudsons Bay Company die Douglas botanische onderzoekingen in N.W. Amerika vergemakkelijkte, 1782-1856.
Garryaceae. Vroeger stond dit gewas onder de Cornaceae.
Uit Edwards botanical register.
Bladhoudende planten van 1-5m groot.
Bladen zijn tegenoverstaand en kort gesteeld, leerachtig, donker groen, elliptische tot ovaal, 3-15cm lang.
Kleine groenachtig witte of gelige vrouwelijke bloemen, de mannelijke katjes zijn langer in katjesachtige, vaak hangende trossen, 3-20cm lang.
Donker purperen tot donkerblauw zijn de bessen die 2 zaden bevatten.
Ongeveer 13-18 soorten komen voor in N.W. Amerika tot Mexico.
Garrya elliptica, Douglas. (elliptisch, de bladeren)
Kan tot een ruime 2m komen.
Hangende, groene katjes van wel 30cm lengte in de winter, zeer opvallend en geschikt in groene tuinen.
Uit California en Oregon, is beschreven in 1828.
Wavyleaf of coast silktassel, silk tassel bush of wavyleaf silktassel, Duits Becherkatzchen.
Minder attractief, maar sterker is Garrya flavescens Watson (steeds geel) Ashy silktassel, komt uit Californië, Utah en Nieuw Mexico.
Planten.
Vermeerderen door afleggen of zaaien bij 20 graden. Hergroei is vaak slecht.
Kan tot 10 graden vorst hebben in een beschutte plaats.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl