Purshia
Over Purshia
Antelope brush, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit F. Pursh.
Naam, etymologie.
Purshia is zo genoemd naar T.F. Pursh, of Pursch zoals de originele spelling is van zijn naam, 1774-1820, geboren te Groesenhain, Saksen, hij reisde in Amerika en schreef een flora van N. Amerika.
Bladhoudende of bladverliezende struiken met kleine, 1-3cm, en dicht bijeen staande verspreid staande enkelvoudige of 3lobbige bladeren met spoedig afvallende steunblaadjes, 30-500cm.
Bloemen zijn tweeslachtig en staan meestal alleen aan de zeer korte zijtakjes, 5 kelk en 5 kroonbladen, de laatste is helemaal wit, ongeveer 25 meeldraden en 1, zelden 2, stampers, 1-2cm. Vrucht is droog, 2-6cm.
Van dit geslacht zijn 5-8 soorten bekend die uit N. Amerika stammen.
Rosaceae.
Purshia tridentata, DC. (drietandig) Kleine spitse en iets behaarde knoppen.
Zeer kleine, soms omgekeerd eivormige blaadjes van 5-30mm lang en 4-26mm breed die naar de bladsteel smal af loopt, top is stomp of kort afgerond, meestal aan de top wat drielobbig of bijna veerspletig gelobd, donkergroen en van onderen zeer kort wit viltig.
Een dicht vertakt en opgaand groeiende struik met eerst dicht grijs viltige en later geheel kale rood/bruine twijgen.
Bloeit in juni met zeer kleine en onaanzienlijke bloemen die zeer kort gesteeld zijn, kelk is aan de buitenkant iets klierachtig viltig behaard, kroonbladen zijn smal en raken elkaar niet.
Vrucht is 1cm lang en gedeeltelijk door een kelkbuis omsloten, 1 zadig.
Uit N. Mexico en Californië wordt 3m hoog. Is beschreven in 1826.
Antelope brush, antelope bitterbrush, buckbrush, quinine brush, deerbrush, blackbrush, greasewood, cliff brush.
Planten.
Vermeerderen door zaad, zomerstek of afleggen.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl