Valerianella
Over Valerianella
Veldsla, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,
Een geslacht van eenjarige en vertakte kruiden, het zijn meestal voorjaarsplanten.
Ongeveer 80 soorten komen voor in Europa, N. Afrika, W. Azië en N. Amerika. De meeste echter in het M. Zeegebied. Valerianaceae, Valeriaanfamilie, nu Caprifoliaceae.
=Valerianella carinata, Loisl. (kielvormig)
Wortelbladen versmallend aan de basis, de stengelbladen zijn ovaal.
Bloemen staan in dichte trossen en zijn licht blauw in april tot juni.
Vruchten zijn ovaal en bootvormig, gekroond met een rechte tand.
Eenjarige uit midden en zuid Europa, N. Afrika, Kaukasus.
Naam.
Gegroefde veldsla, Engelse carinated of keelede corn salad. Gekielte Feldsalat.
Uit J. Kops, www.BioLib.de
=Valerianella dentata, Poll. (getand)
Bloemen zijn van een lichte vleeskleur en staan meestal in trossen met een enkele bloem die in de gevorkte stengels zit in juni en juli.
Doosvrucht is eivormig en wat plat, twee ribbig aan de voorkant en scherp gepunt, gekroond met een ongelijk en getand vruchtbeginsel.
Verschijnt in korenvelden en hagen van Eurazië. De vrucht is kaal, Valerianella dentata var. dentata, tot hakig, Valerianella dentata var. eriosperma.(wollige zaden)
Naam.
Getande veldsla, Engelse smooth narrow fruited corn salad. Gezähnte Feldsalat.
Valerianella eriocarpa Desv.(wollige zaden) eenjarige van 30-40cm hoog.
Dicht behaarde stengels.
Grof getande bladeren.
Licht blauwe tot lila bloemen in mei-juli.
Scheve veldsla of wolvruchtveldsla, hairy fruited cornsalad, Italain corn salad, Wollfruchtiger Feldsalat, valerinelle a fruits velus.
Groeit in west Europa op ruigtes.
=Valerianella locusta, Laterrade. (sprinkhaan) (Valerianella olitoria, (L.) Poll.) (met langwerpige zaadbol) Langwerpige, spatelvormige bladeren.
De stengel vertakt zich regelmatig in tweeën.
Kleine witte, met wat blauw/lila getinte bloemen staan in bladige bloemhoofdjes in mei.
Veldsla is een één- of tweejarig laagblijvend plantje van 10cm. hoog.
Is afkomstig uit het M. Zeegebied. Oorspronkelijk komt het voor op Sardinië en groeit nu in een groot deel van Europa. Rond 1560 begon men het te telen en tot voor de oorlog van 1940 werd het bij ons veel gekweekt. De veel grotere bladen van de gewone sla verdrongen het gebruik. Het is wel een van de vroegst komende saladeplanten. ‘Grote Noordhollandse’ heeft 10 tot 13 cm grote, langwerpige, midden- tot donkergroene bladeren, is vatbaar voor valse meeldauw. ‘Elan’ met grootbladige, ronde, donkergroene bladeren, tolerant tegen valse meeldauw.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De Nederlanders noemen dit kruidje wit moes en soms ook veldtkrop en soms kleer-ooghe, anders heeft het geen namen die me bekend zijn en daarnaar zal men het in het Latijn Album olus (witte groente) en in het Grieks Leucolachanon mogen noemen. Dit kruid wordt veldt-kroppen genoemd omdat zijn bladeren als die net uitspruiten op die van de jonge sla of andijvie lijken en goed zijn om in salade gegeten te worden en daarom noemt men het in het Waalse land sallade de chanoine, zegt Lobel.’
Kleeroogen. Groeiplaats en gebruik, veldsla of veldkrop, korensla, walsla, witmoes, Duitse Ackerlattich, Acker, - Feld, - of gruner Salat, Dorersalat, Feldkropp, Katterlesalat, Mausohrsalat, Vogerlsalat, Rebkresla, Wingertsalat, Kornsalat, Engelse corn salad, groeiplaats, white pot herb, milk grass, Franse laitue de brebis: kindersalade, salade de pretre: priestersalade of salade de chanoine: kanunniksalade, salade royal, vergelijk Engelse salade royal, dus vroeger veel gekweekt voor de kastelen en kloosters, Franse mache: van macher, kauwen, vergelijk Lammerlatich en doucette, van doux, zoet of mild. De bladeren waren als wintersalade geliefd.
Dodonaeus (b) ‘Lobel noemt het in het Latijn Phu minimum alterum en houdt het voor een allerkleinste medesoort van valeriaan’.
Valerianella, Latijnse afleiding van Valeriana. Franse valerinaella.
Dodonaeus (b) “ Diergelijk salade is hetgeen dat in Vlaanderen en Holland vettecoes, vette of veldt-salaedt genoemd wordt’.
Vet, vettik, vette koes, vettiksla, de naam vetzaad is bij tuinders en zaadhandelaars in gebruik, in Zeeland vetkous, Duits Fetnisjen, Fettkes.
Dodonaeus © ‘In Duitsland groeit het ook veel in het wild en heet daar Schaffmauler en Weiss moosz’.
Mogelijk omdat het graag door schapen gegeten werd, Schafmaulchen waarschijnlijk naar de vorm van de bladeren, Lammersalat, Lemkuntunge, Lammlezinke of Lammerlattich, Engels lambs lettuce een vertaling van het 16deeeuwse Lactuca agnina. Mausohrchen. In Amsterdam ezelsoren, langoorde, van lamsoor of lammersalade?
Dodonaeus (d) Frans boursette: klein tasje, de opgeblazen vruchten.
(e) Door de ouden werd beweerd dat het de locust: sprinkhaan, van Johannis de Doper zou zijn geweest die hij in de woestijn had gegeten, het sprinkhanenkruid. De zaadhuisjes lijken op een sprinkhaan.
(f) Duits Rapunchen, van middeleeuws Rapontica: uit rapa, wortelvorm, Rabunsch, Rabintzlen in midden-Hoogduits, Rapunzchen, Rapunze, Rebkressen en Winterrapunzeln, Rabunsch, Rawinschen.
(g) Sonewirbel of Sonnenwurbel bij Hildegard, Sunawirbeli, , Sonnenwirbel„ Sunnewirbili, Cikoriesalat.
(h) Verder in Duits Schmalzmaulchen, Schmalzkraut, Rewinzlein, Ritscher, Poperl, Ritscherle, Niesslekraut, Lämmli, of Nüsslisalat, Zwitsers Nusslisalat.
Verder Engels; rapunzel, Lewiston cornsalad, fetticus, mache, mâche, doucette, rampon, rampien, lamb’s lettuce, field salad, nüssli, nüsslisalat.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Dit kruidje is wat verkoelend en daartoe vochtig makend van aard en in al zijn werkingen en eigenschappen de tamme sla vrij gelijk en in gebreke van die wordt het in de winterse maanden en in het begin van de lente op tafel gebracht en met azijn, olie en zout van vele met goede smaak gegeten zoals ander salade en voorwaar het wordt geenszins voor het slechtste saladekruid gehouden. In de winter en noch wat na den winter blijft dit kruidje in de velden groen en dan wordt het verzameld en op tafel gebracht’.
De bladeren bevatten veel vitamine A en zijn geschikt voor mensen met een zoutarm dieet. Veldsla kan het best gegeten worden met een mix van andere kruiden als sla en waterkers. Cornsalad werd het genoemd omdat de plant spontaan in de korenvelden zou voorkomen.
Uit J. Kops, www.BioLib.de
=Valerianella rimosa, Bast. (vol spleten) (Valerianella auricula) (geoord)
Bloeit in juli tot augustus op bouwland, roze bloemen.
Vrucht is rond en gekroond met een enkele of drietandig vruchtbeginsel.
Eenjarige van 30cm hoog uit midden en zuid Europa.
Lijkt op de carinata, maar verschilt vanwege de vrucht.
Naam.
Geoorde veldsla, Engelse scarp fruited corn salad, Duits Oehrchen-Feldsalat, Gefurchter Feldsalat. Frans Valerianelle a oreilettes.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl