Agrostis

Over Agrostis

Struisgras, vorm, grassen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Agrostis.html

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Agrostis, van Grieks agros: veld. Dit was bij de Grieken een naam wat zoveel betekent als een wild kruid dat onbezaaid in de velden groeit of ook niet gezaaid wordt omdat het overal in de velden op alle tijden van het jaar en met elk weer op alle plaatsen en met alle invloeden van de hemel overvloedig vanzelf groeit. Mogelijk doelde men op Cynodon dactylon.

Poaceae, Grassen, Agrostidaea klasse.

Een geslacht van een- of meerjarige grassen met opgaande of kruipende stengels.

100 soorten die verspreid voorkomen over de gehele wereld, vooral in de noordelijke gematigde zone.

Verschillende zijn voer- en gazongrassen en een paar zijn siergrassen, geschikt voor golfvelden en greens. Het kan zonder schade heel kort gemaaid worden, kan tegen veel voetdruk en heeft een verspreidt wortelsysteem dat dik en dicht is wat het gemakkelijk laat groeien en een diepgroene kleur geeft.

= Agrostis canina, L. (hond) (Agrostis alba var. vulgaris) (vulgair of gewoon).

Bladeren zijn borstelvormig samengerold en ruig.

Heeft de fijnste bladtextuur van al deze soorten, kan zeer kort gesneden worden.

De glanzende stengel kruipt aan de onderkant en gaat dan omhoog.

Het bloeit in juli/juni. Dan draagt het luchtige trossen die gevormd zijn uit vele kleine aartjes op draadachtige vertakkingen. Ze variëren in kleur, van licht geelgroen tot elke purperen kleur,

Een plant voor veenachtige weiden en droge gronden. Het is ook te gebruiken als gazongras en heeft een kruipende en dichte zode.

Mager meerjarige en gaat op tot een halve meter hoog. Groeit op vochtige weiden en moerassen. Een van de grassen die het kort af te snijden zijn en dan toch zijn satijnen glans behoudt, wel wat lichter van kleur dan de kruipende en gewone, geschikt voor golfvelden.

(Dodonaeus) ‘Van dit geslacht (kweek) wordt noch een andere medesoort gevonden dat knoopgras heet wat van halmen en bladeren op de voorgaande lijkt en ook geen aar, maar een rietpluim voortbrengt, hoewel dat die niet zo dicht uitgespreid is, maar ijler en lijkt beter op die van haver, doch verschilt er nochtans wat van. De wortels zijn zeer knoopachtig die met vele dikke grote knobbels herwaarts en derwaarts vlindert of kruipt’.

Naam, etymologie.

Dodonaeus: (a) ‘De ander soort (eerste is Elytrigia repens) heet knoopgras naar de menigte van de knopen en leden die de wortels daarvan hebben, in het Latijn Gramen nodosum. De oude schrijver Marcellus vermaant van dit kruid in zijn 26ste kapittel en noemt dat eigenlijk Gramen met zevenentwintig knopen, uit wiens woorden genoeg blijken kan dat dit knoopgras van de oude schrijvers voor het echt Gramen en Agrostis gehouden en gebruikt is geweest.

Liggend peyen gras, in het Latijn Gramen Caninum supinum. Dit gras heet hondsgras, zegt men, omdat de honden dat eten en daarmee genezen’.

(b) Elymus komt van Grieks elumos: omhullen, de bladeren werden als vlechtwerk gebruikt, vergelijk Duits Hullgras. Bij Dioscorides was het de naam voor een soort gierst, Panicum italicum. Of van het Griekse elyo: ik bedek, maar wat ook winden en krommen betekent. In deze betekenis past het goed op het huidige geslacht omdat zijn bladeren zich met droog weer winden, krommen en inrollen.

Vandaar stamt het Franse woord elyme en Engelse lyme grass. Duits Haargras vanwege de harige aren, Hullgras, Strandhafer.

Kruipend struisgras, moeras struisgras, Sumpf-Duits Strausgras, werd in strause gebonden of als bandmiddel gebruikt.

Engelse brown bent grass: bind gras (zie Juncus) Rhode Island bent, velvet bent grass, black quitch grass: zwart kweekgras, herdճ grass of monkeyճ grass.

Uit C. Lindman.

Agrostis capillaris, L (haarachtig) (Agrostis tenuis Sibth.) (tenger, dun, fijn)

Bloeipluim spreidend en de takjes zijn vrijwel glad.

De dunne stengel is een 50cm hoog en draagt in juni/juli groepjes van vele purperachtige aartjes die zo zocht en aan zulke dunne takjes zitten, zo haarachtig, dat ze in elke bries trillen

Wortel is kruipend en meerjarig.

Komt algemeen voor in vochtige plaatsen, weiden en wegbermen, heide en vaak in grote hoeveelheden voor, Europa en W. Azië.

Geeft weinig voer wat het beste en meeste is in april.

Naam.

Gewoon struisgras, Engels fine bent grass, common bent of black quitch, browntop, Duits Rote Straugras of Rot-Straugras, Fries strskegers.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Agrostis gigantea, Roth (zeer groot, gigantisch) is een zodevormende vaste plant (Agrostis alba) (wit)

Wordt 40-120cm hoog en vormt wortelstokken met lichtbruine 5-7mm brede schubben.

De zeer ruwe bladeren zijn tot 8mm breed en 20cm lang.

Bloeit in juni-augustus met 8-25 cm lange pluimen die ook na de bloei wijd blijven openstaan.

Komt voor op vochtige en voedselrijke gronden, bermen en langs greppels.

Naam.

Hoog struisgras, Engels black bent, redtop of redtop grass. Duits: Weisses straussgras, Riesenstraussgras, Frans agrostide blanche, agrostis gant.

Kenmerken.

Zodevormende, overblijvende grassoort.

De ondergrondse uitlopers liggen vlak onder het grondoppervlak, in tegenstelling tot de uitlopers van kweek.

Op de bovenzijde van het blad zijn er enkele haren.

Bladschede en halmen zijn vaak wat purper getint.

Bloeiwijze is ijl vertakt en bloeit later dan de vorige vorm.

Bloempakjes met 1 bloem, geen kafnaalden.

Tongetje stomp en van variabele hoogte.

Geen oortjes.

Uit www.grainesvoltz-seeds.com

Agrostis nebulosa, Boiss & Reut. (nevelachtig)

Het nevelgras met zijn wat stijve aren van 30cm die samen een nevelachtige vormgeven, als de nevels van de Melkweg met een verdikking in het midden.

Komt uit Spanje en Portugal.

Het is een eenjarig grasje en kan ter plaatse gezaaid worden. Vanwege de hoogte kan die goed gebruikt worden bij eenjarige, met een aantal bij elkaar geeft het iets luchtigs.

Voor droogboeketten pluk je deze wolk vlak voor de bloei, eind juli.

Naam.

(a) Nevelgras, Engelse pol- of cloud grass.

(b) Fiorin of fyoreen gras, Franse en Engelse naam is fiorin, Duitse Fioringras en Iers fiorthann dat bekend werd door de Ierse botanist W. Richardson. Of dat fiorin stamt van het Italiaanse fiorino: bloempje, vanwege de zachtheid van zijn aren. Of van fiorino: gulden, naar de zilverachtige kleur.

(c) In Frans is het eternue: kinderen gebruikten de zachte aren om de neus te kietelen en te niezen, eternuer: opwekken.

Uit G. Oeder.

= Agrostis stolonifera, L.(wortel spruitend) De korte, platte en smalle en spitse bladeren zijn ruw aan beide kanten.

Stengels opgaand en soms wat kruipend aan de basis, wortelend en uitspruitend aan lange wortels.

Takjes van de pluim spreiden in volle bloei in juli/augustus en worden daarna compact. Ze zijn licht geelgroen en lichter van kleur dan de andere soorten.

Meerjarig.

Een gewoon gras en is steviger en groter dan het gewoon struisgras. Het groeit overdadig in de weiden en is al in april goed in blad. Is opmerkelijk vruchtbaar en geeft vele uitlopers.

Komt voor in graslanden en vooral in vochtige gronden van het Noordelijk halfrond. Wordt meestal exclusief geteeld voor golf courses en vooral op putting greens.

Naam.

Fiorin gras, wit struisgras, Engelse fiorin gras, creeping bent of orcheston grass, Duits Weisse Straussgras, Flecht-Straugras.

Kenmerken.

Zodevormend, overblijvend met bebladerde bovengrondse uitlopers, halmen min of meer rond

Blad dof groen.

Bloeiwijze vertakt maar compact, wit tot roodachtig.

Pakjes met 1 bloem, geen kafnaalden.

Tongetje stomp en van variabele hoogte.

Geen oortjes.

Gebruik.

(Dodonaeus) ‘Het gras met knopen (schrijft de voor vermelde Marcellus) in wijn tot de helft toe gekookt, uitgeperst en door gezeefd en met een kroes wijn vermengt en gegeven aan diegene die met druppelplas gekweld zijn is die zo nuttig en werkt zo sterk dat ze zo gauw als ze hun water zonder pijn of weedom beginnen te lossen die drank niet meer innemen mogen. Dan de koortsige zullen het alleen met water en niet met wijn innemen. Zodat het duidelijk is dat knoopgras in oude tijden voor het Gramen gehouden werd, gebruikt en geprezen werd om de steen en de gebreken van de blaas te genezen’.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl