Bituminaria
Over Bituminaria
Pekklaver.Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Bituminaria bituminosa (L.) C. H. Stirt. (bitumenachtig) (Psoralea bituminosa, L. Aspalthium bituminosum (L.) Kuntze) wordt zestig cm hoog en is een altijdgroene struik met violette bloemen in juni.
Een soort grote klaver die algemeen is op droge, rotsachtige plekken, wegbermen, etc. overal in het Middellandse Zeegebied en Arabi.
Pekklaver. Arabian pea of pitch trefoil.
(Dodonaeus) Ԗan grote of sterk ruikende klavers.
Gedaante.
Grote klavers schieten uit de aarde dunne tere twijgen of stelen die meestal overeind staan en negenti cm hoog of hoger worden waaruit lange dunne steeltjes als zijtakjes spruiten daar drie langwerpige bijna voor spitse bladeren aan groeien die breder, groter en bruiner of donkerder groen zijn dan de gewone klaverbladeren, dan de bladeren die uit de wortel voor het uitspruiten van de stelen voorkomen zijn niet zo langwerpig, maar ronder van vorm en uit de oorsprong van deze bladeren spruiten wederom andere dunne steeltjes die kleiner zijn dan de kransjes van Scabiosa, maar vol van mooie blauwe of hyacintkleurige bloemen. Daarna volgt langwerpig zaad of, als Dioscorides zegt, breed, ruig of harig en aan de ene zijde of aan zijn top als in een scherpe spits eindigt. De wortel is lang en dun.
Dit gewas is in bladeren en in al zijn delen vuil van reuk en ruikt naar bitumen.
Plaats.
Dodonaeus Deze grote klavers groeien hier te lande noch ook in Hoogduitsland nergens van zelfs in het wild, maar worden alleen in de kruidbeminnaars hoven gezaaid en onderhouden. Dan ze groeien op steile en gebroken steenachtige oneffen plaatsen, als Hippocrates Hippiatros zegt, immers zo zijn woorden van Ruellius vertaald en uitgelegd zijn.
Tijd.
In de hoven van deze landen bloeien de grote klavers zelden vroeger dan in juli of augustus.
Naam, etymologie.
Bituminaria, bitumen of pekachtig.
Psoralea, van psoraleos, wratten, naar de vorm van sommige soorten.
Dodonaeus ,’Deze soort van klaveren die we in onze taal grote klaver noemen is in het Grieks eigenlijk Triphyllon genoemd en, als Dioscorides schrijft, Oxytriphyllon, (scherpe klaver) bij vele andere Menyanthes, bij andere Asphaltion, bij noch andere Cnicion en bij Nicander ook Tripetelon, in het Latijn Trifolium acutum aut odoratum en tegenwoordig Trifolium bituminosum. Avicenna noemt het tatifilon en niet zoals sommige menen handacocha. In Sicilië en andere hete landen is dit kruid zo sterk ruikend en de bitumen gelijkende van stank dat diegene die het echt bitumen niet kennen en indien ze later het genaken (als Lobel ook betuigt) en ruiken dat terstond te herkennen zullen komen al hadden ze het nooit tevoren gezien. Daarom mag dat met recht Trifolium Asphaltaeum heten. de Engelsen noemen het treacle claver, de Italianen trifolio bitominoso en daarnaar heten ze hier te lande soms Italiaanse klavers. De Fransen plegen er vele velden mede te bezaaien en dikwijls van te maaien om er hooi van de te maken dat ze niet tot voedering, maar genezing van de beesten gebruiken. Maar men moet ze niet meer dan een dag in de beemden gehoopt laten staan als ze gemaaid zijn want anders zouden ze zo heet worden dat ze verstikken zouden en alle kruiden laten sterven daar ze op liggen zodat ze niet meer groeien zouden. Als het hier te lande gezaaid is kan het de koude van de lucht niet verdragen.
Aard, kracht en werking.
Dodonaeus Deze grote klavers zijn warm en droog tot in de derde graad als het bitumen, zoals Galenus betuigt, daarom genezen ze de pijn van de zijden die uit verstopping zijn oorsprong heeft en verwekken de maandstonden van de vrouwen en laten gemakkelijk veel plassen.
Hippocrates zegt dat de klavers zowel ingenomen als van buiten opgelegd of van onder ingestoken niet alleen de maandvloed van de vrouwen verwekken, maar ook de vrucht en nageboorte laten voortkomen: 'als een vrouw na het baren niet goed gezuiverd is (zegt hij) geef haar dan van klaver met witte wijn te drinken want die laten de maanden en ook de vrucht voortkomen.' Elders schrijft hij er aldus van: 'dezelfde klavers opgelegd laten de maandstonden uitbreken of voortkomen en jagen de vrucht uit het lijf.
Dioscorides schrijft er aldus van: 'De bladeren met de bloemen of het zaad van deze klavers met water gedronken verzoeten de pijn en weedom van de zijde of pleuris en zijn goed diegene die hun water kwalijk maken kunnen of de druppelplas hebben en die met de vallende ziekte besmet zijn en diegene die het water beginnen te laden en de vrouwen die van de baarmoeder ziek zijn.' Dan van het zaad moet men gewoonlijk drie vierendeel lood en van de bladeren een heel lood of half ons tegelijk ingeven.
Die bladeren gestoten en met siroop van azijn of honigazijn, dat is Oxymel, ingenomen zijn goed diegene die van enig venijnig of vergiftig dier gebeten zijn. Sommige verklaren dat dit hele gewas (wortels en bladeren) in water gekookt de pijn weg neemt van diegene die van de slangen gebeten zijn als de kwetsing ermee gestoofd wordt, maar indien iemand anders met het zelfde water daar de wond mee gestoofd of gewassen en de gekwetste mee genezen is geweest enige zweren liet stoven of enig gezond lid ermee waste dat hij al eveneens pijn lijden en in nood wezen zal al of hij zelf van die slang of schadelijk gedierte gestoken of gebeten was geweest. De wortel van deze klavers wordt ook vermengd bij de Antidota en teriakels en andere diergelijke dingen die men tegen de pest en vergiftigheid plag te bereiden, als Dioscorides betuigt. Dan de oude meesters hebben bij die niet alleen de wortels van dit gewas, maar ook het zaad gedaan zoals blijken kan uit de bereiding van vele van hun composities die gewoonlijk teriakels heten en in het lang beschreven zijn van Galenus in het boek van de Antidota, te weten bij de teriakel van Elius Gallus, van Zeno Laudiceus, van Claudius Apollonius, van Eudemus, Heraclides, Dorotheus en Hera.
Deze echte grote of sterk ruikende klavers zijn bekwamer om de beesten te genezen dan om die te voeden, hoewel dat ze die vet maken als ze die droog eten. Maar men zal geenszins gedogen dat de beesten deze klavers inde beemden afweiden of groen eten want ze zouden door de hitte er van sterven.
Daarom moeten ze vertoeven totdat ze droog zijn eer men die de beesten te eten geeft en maar weinig tegelijk omdat ze zelfs droog geworden hun zoveel bloed laat krijgen dat ze door teveel eten gemakkelijk zouden verstikken, ook zo kan de hitte van die klavers hun inwendige aderen te zeer openen. Dan als ze hier te lande tweemaal gezaaid is geweest dan hebben ze geen kracht meer zoals ze tevoren hadden en daarom moeten ze elk jaar van vreemd zaad vermenigvuldigd worden wil men er de voor vermelde en volgende krachten van verwachten. Want deze klavers zo ze in Sicilië omtrent de berg Etna groeien hebben alle merkelijke en verborgen krachten van het bitumen, ja sterker en zijn daarom goed om alle vergiftige steken en beten van de adderslangen, tarantula en kwade spinnen, ja padden van stonden af aan te genezen en zelfs in de hete landen daar die beesten veel kwader en hinderlijker zijn dan in deze koude gewesten.
Die jicht heeft of kramp die neemt een handvol van deze klavers en kook ze in wijn en smeer er de gebrekkige leden er mee in het afnemen van de maan ene hij zal er van genezen.’
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl