Hyacinthoides
Over Hyacinthoides
Boshyacint, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik
Liliaceae, Squil klasse. Nauw verwant met Scilla.
Naam, etymologie.
Hyacinthoides; hyacint-achtig.
Uit Redoute.
=Hyacinthoides hispanica, Miller (uit Spanje) (Scilla hispanica, Scilla campanulata (klokjesvormig) heeft een hele rij soortnamen gekregen en een daarvan is Hyacinthus campanulatus om zijn verwantschap met de hyacint te tekenen. Een tijd lang was de naam Endymion hispanicus gewoon. Hispanica betekent Spanje, naar zijn groeiplaats, verder komt het voor in N. Afrika. Is beschreven in 1683 Wordt 15-30cm hoog.
De 5-6 bladeren zijn lijnvormig en 12-24mm breed.
De ronde bloemstengels met rechtopstaande, piramidevormige, 6-12bloemige trossen, bloemsteeltjes van 2.5-3.5cm lang, bol/klokvormige bloemen van 12-18mm lang zijn blauw, bloemdekslippen zijn 4-5mm breed, meeldraden deels aan de voet en deels boven de voet van de bloemdekslippen ingeplant in mei komen tot een 40cm.
Bij deze vorm vergaat de bol wat bij Scilla niet gewoon is en gaat voort met bijbollen. De paarsblauwe en soms groenachtige bollen zijn wat groter dan die van Hyacinthoides non-scripta, diameter tot 7cm, bloemen zijn lichter van kleur en groter. Hybriden tussen die twee heten Hyacinthoides × massartiana Geerinck.
Is zeer goed te combineren met de in mei/juni bloeiende vaste planten als Euphorbia, Doronicum en Hosta vormen.
Lobel; ‘Stervormige hyacint met leliebladeren, met wortel, bladeren en zaad. In Latijn Liliaceus Hyacinthus sive stellaris Hyacinthus Liriophyllus, cum radice, foliis & semine.
Deze zeer zelden en zeer mooie leliehyacint is uit het gebergte van Biscaye allereerst aan Jan Moton gebracht die me wel milddadig deelachtig daarvan gemaakt heeft.’
Spaanse hyacint, Spanish wood hyacinth, Spanish squill of bluebell.
Vormen.
Een roze vorm, 'Rose Queen', die door E. H. Krelage in 1898 op de markt kwam, met 40cm hoogte, bloeit als eerste. De blauwe en witte zijn niet zo hoog, de bloemen overgroeien het gewas. G. van Meeuwen uit Heemstede en J. Valkering uit Limmen hebben in de dertiger en veertiger jaren veel nieuwe cv ‘s op de markt gebracht. De kleur varieert van sneeuwwit tot roze, wat via violet overgaat naar diep purper tot diep blauw en terug naar zachter blauw.
De nieuwere rassen lijken steeds meer op hyacinten, de tros is echter piramidevormig, ook hangen de klokjes meer aan rankere stengels.
‘Myosotis,’ is vergeet mij niet blauw met een lichtere middennerf met’ Danube,’ en ‘Blue Giantռ,’ in blauw, ‘Queen of the Pinks, en ‘Danty Maid,’ in roze. De boshyacint heeft zachte pasteltinten, harde kleuren komen niet voor.
‘Bridesmaid,’ heeft licht roze bloemen.
‘Excelsior,’ heeft grote donkerblauwe bloemen.
‘Perle Briljant,’ heeft licht blauwe bloemen.
‘Rose Queen, ‘ heeft roze bloemen. Deze 4 zijn gewonnen door G.C. van Meeuwen & Zn., kwekers te Heemstede.
Uit Redoute.
=Hyacinthoides non-scripta (L.) Chouard ex Rothm. (Scilla patula, Lam. & DC. (open staand). Lijkt op hispanica maar met een rechtopstaande tros van hangende, kleinere en niet geurende violetkleurige bloemen met afstaande bloemdekslippen in mei.
De 5-6 bladeren zijn lijn/lancetvormig en 1cm breed.
Lange en smalle 6-12bloemige tros met knikkende top, korte bloemsteeltjes, eerst knikkend en later schuin opstaand, buis/klokvormig en hangend, helder blauwe en geurend, bloemdekslippen tot 2cm lang en 2-4mm breed met meestal omgebogen top, lijnvormige schutblaadjes en gekleurd, meeldraden staan in 2 rijen boven de voet van de bloemdekslippen ingeplant in mei
De wilde hyacinten of grasklokjes buigen hun bloemen allemaal naar 1 richting. Sterhyacint of wilde hyacint heeft een losbladig bloemdek die als een ster op de grond ligt. De zachtblauwe bloemen lijken wel op die van de hyacint. Ook zijn er vormen met bloemen die op het klokje lijken. Bij het verwelken van de bloem draait het ineen en zo komt het stuifmeel dan op de stamper van dezelfde bloem zodat eventueel zelfbestuiving kan plaatsvinden.
De onbeschreven hyacint met een donker kleed geeft een aardig kleur- en geureffect in mei en wordt ongeveer 30cm hoog.
Komt uit Z. Europa en de Balkan.
(Dodonaeus) ‘De gewone hyacint groeit in vele verschillende landen, dan in Hoogduitsland groeit het, zo Valerius Cordus schrijft, op sommige open luchtige heuveltjes en bergjes die goed in de zon staan, dan hier te lande vindt men het ook wel in de bouwlanden en naast de kanten van de akers en velden die met heesters of bomen beplant en begroeid zijn, dat is in de boomgaarden en vooral omtrent de stad Mechelen waar het met grote menigte groeit.’
Spreading blue bell.
Vormen.
In Nederland is de boshyacint lange tijd in cultuur geweest. E. H. Krelage schrijft in drie eeuwen bloembollenexport dat aan het eind van de vorige eeuw de S. campanulata-verscheidenheden geleidelijk aan werden verbeterd. Dat leidde er in 1906 toe, dat de Algemeene vereeniging voor Bloembollencultuur een op naamstelling voor afgesneden bloemen uitschreef. Er was in de loop der jaren nogal wat naamsverwarring ontstaan, waardoor de handel werd belemmerd. Er deden 14 deelnemers aan mee met maar liefst 175 verscheidenheden. Daaruit werd een aantal nieuwe aanwinsten uitgehaald, zoals ‘Blue Queen,’ ‘Sky Blue,’ en ‘Excelsior.’ Krelage beschrijft verder het sortiment, dat in de jaren dertig gangbaar was. Opvallend daarbij is de verscheidenheid in kleuren. Die varieerden van effen donkerblauw tot effen wit. Tussenvormen waren effen roze, lichtblauw met donkerblauwe streep, donkerroze, vleeskleurig en licht malve kleurig violet.
Gekweekt worden ze in meerdere kleuren. De cv. ‘Alba, uit 1594 is wit en heeft een grotere vorm, de’ Alba Major’, verder is er de al sinds 1596 bekende ‘Carnea,’, met roze bloemen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De hyacinten zijn bij de ouders tweevormig geweest. De ene is van de poëet Theocritus met de toenaam graptos (dat is in het Latijn scriptus en in het Nederduits beschreven of getekende hyacint) van de ander onderscheiden die ook groter is dan de andere en is de lelie van gedaante gelijk, want die hebben we vermaand in de beschrijving van de rode lelie of Martagon’s. De andere Hyacinthus gaan we nu beschrijven en is Hyacinthus non scriptus genoemd, dat is ongetekende of onbeschreven hyacint die kleiner is dan de voor vermelde en is met de naam van Hyacinthus of hyacint overal zeer goed bekend. Van deze zullen we in dit kapittel drie verschillende soorten verhalen, de ene is de gewoonste en groeit hier in Nederland, (is dan inlands en zo ook wel in Engeland) de andere twee komen uit de landen die aan het Oosten gelegen zijn en zijn en worden daarom Oriëntaalse hyacinten genoemd. Voorts zo zijn er noch vele andere soorten van hyacinten bij de nieuwe kruidbeschrijvers bekend.
Deze bloemen zijn in het Grieks Hyacinthos genoemd en in het Latijn insgelijks ook Hyacinthus, ze zijn in het Latijn soms, naar het schrijven van Dioscorides Vaccinium genoemd. (Vergilius haalt het voorbeeld aan van de hyacint aan om te bewijzen hoe ongerijmd het is om naar de uiterlijke schijn te willen oordelen: ‘formosa peur, nimium ne credo colori Alba ligustra cadunt, vaccinia nigra legunten.’ Symbool van rijpe overweging omdat ze rood geverfd zijn door een inwendige zonnegloed aan het hart.)
Dan de naam Vaccinium wordt van sommige de zwarte of blauwe violen ook toegeschreven. Wij hebben het de toenaam non scriptus gegeven en Hyacinthus non scriptus genoemd, dat is hyacint die niet getekend of beschreven is en dat alleen om die van de andere soort van hyacinten te onderscheiden die we voor de Martagon houden en beschrijven en wiens bloemen getekend zijn en met plekken wat gespikkeld. Dan Dioscorides noemt deze bloem eigenlijk Hyacinthus zonder die enige toenaam te geven want het schijnt dat hij met de andere hyacint de rode of purperen lelie bedoeld heeft. Voorts zo vermaant Columella van deze onze hyacint in zijn 10de boek en omvat in een kort gedicht de verschillende kleuren van deze bloem en zegt dat de hyacint of sneeuwwitte of blauwe bloemen heeft. Wij Nederlanders hebben de Griekse naam enigszins gevolgd en noemen deze bloemen hyacinten. Ruellius betuigt dat men ze in Frankrijk vacier pleeg te noemen. (van Vaccinium) De gewone hyacinten heten in het Latijn niet alleen Hyacinthus non scriptus, maar ook Hyacinthus historicus of vulgaris tot verschil van de Martagon die Hyacinthus poeticus en ferrugineus en scriptus genoemd wordt. De naam Hyacinthos wordt ook onder de bastaardnamen van Delphinium gevonden.
Samenvatting. Hyacint was een knappe jongeling die door Apollo per ongeluk gedood werd bij het werpen met de schijf of palet. Dit was de schuld van Zephyr die jaloers was op de liefde die Apollo aan Hyacinthus gaf en door een ademtocht van hem werd de schijf afgedreven zodat die Hyacinthus hoofd raakte. De jongeling viel op de grond en Apollo rende naar hem toe en lichtte zijn bloedende hoofd zachtjes van de grond en reinigde de fatale wond, maar niets hielp, de ademtocht bleek dodelijk. Van zijn bloed maakte Apollo de purperen bloem zodat die mocht baden in de morgendauw en de pure lucht van de hemel mocht drinken.
Uit het wegstromende bloed, aldus Ovidius, ontstond de Hyacint die getekend was met de letters AI, AI. De zwarte merken op de bloemen zouden de weeklacht van Apollo weerspiegelen. Ai, Ai is een klaagtoon. Of getekend met de Y, de eerste letters van Hyacinthus naam in 't Grieks. Naar een ander inzicht zou Apollo dit AI, AI, in zijn rouw op de bloembladen van deze plant geschreven hebben. Of zou, in plaats van Y, een I geschreven hebben, de eerste naam van Apollo en Hyacinthos samen. Het woord Ai lijkt veel op het Griekse woord AEi wat eeuwig betekent, en van hier zou het symbool van herinnering komen bij de Grieken en vandaar afgebeeld op tomben en grafzerken. Die tekens werden niet in de oorspronkelijke hyacint gezien en daarom heette het non-scriptus; niet beschreven.
De eerste soort van deze bloemen hebben we Hyacinthus Belgicus of Germanicus, dat is hyacint van Nederland of Duitsland genoemd. (Zie voor de ander Hyacinthus en Gladiolus) Deze hyacinten groeien zeer veel in Picardië en omtrent Londen in Engeland en daar soms (zoals Clusius betuigt) krijgen ze een steel van vijf en veertig cm hoog die met dertig bloemen begroeid zijn die diep purper of bleekpurper of sneeuwwit of eensdeels wit en eensdeels purper zijn. Men vindt ze ook met zeer mooie vleeskleurige bloemen en die soort vermenigvuldigt zich zeer gauw. Deze soort wordt hier te lande Engelse of Nederlandsen hyacint genoemd en in het Latijn Hyacinthus Anglicus & Belgicus, sommige Nederlanders noemen het blaeuwe mey-bloemken.’
Belgische hyacint omdat het gewas daar verwildert voorkomt. Boshyacint of wilde hyacint, Engels wood hyacinth, Frans jacinthe des bois. Linnaeus deelde het nog bij de hyacinten in.
(b) Sterhyacint, Duits Sternhyazinthe, de stervormige bloemen en hyacintenachtige bladen, Blaustern en;
Engels bleubell. Ook komt de naam ring oՠbells voor, een expressieve naam die verwijst naar de overeenkomst van de tros met een symfonie van belklokken, dit is een aantal klokken die aan een stengel hangen waartegen met een hamer wordt geslagen. Verder bell bottle, common blue bell, crow bells, crow leek, crake feet, culverkeys of dogճ leek, In Wales botasan y gog: cuckoo boots, croese-haf: welcome summer, glas y llwyn: blue of the wood, Keltisch brog na cubhaig: cuckooճ shoe, Iers fuath muice: pigs hate, Cornish blejen an gucu: koekoekbloem.
(d) Scilla, komt van Grieks schillo: ik verdeel, van de bollen zijn de schillen er gemakkelijk af te halen. Het is de oude naam voor de zeeui, Urginea maritima. Lobel: De Squille is de geslachten van de uien zo gelijk dat veel personen die noemen zeeui en omdat tussen dezen uien en de schilachtige vis die om zijn rok van opeengepakte schilfers Squilla (Squilla mantis, soort garnaal) geheten wordt zeer grote gelijkenis is zo meent men dat deze uien alzo genoemd is geweest. Dus van een schil. Frans scille, Duits Zille van Scilla, Schalenwurz vanwege de bolschalen.
Of skilla: ik plaag of benadeel, de bollen zouden giftig zijn. Of van Arabisch asquye. Of van een Griekse naam die dezelfde is als die van de mastiekboom omdat beiden taai sap hebben.
Scylla was een van de twee draaikolken in de straat van Messina, de ander was Charybdis, die in de Odyssee als verslindende monsters werden voorgesteld. In het hedendaagse spraakgebruik komt de uitdrukking van Scilla in Charibdys raken nog voor, dat betekent: van de regen in de drup raken.
(e) Het geslacht Scilla bevat een groot aantal zeer uiteenlopende gewassen. Daarnaast zijn taxonomen over een aantal familieleden al tijden aan het twisten. Een van de ter discussie staande familieleden is de boshyacint. In veel gevallen wordt deze plant aangeduid met Scilla non-scripta. Ook duiken de namen Scilla campanulata (klokjesvormig) en S. nutans (knikkend) nog wel eens op. De laatste heeft mogelijk te maken met het ontbreken van een stevige bolhuid. In de volksmond heet het dan ook wel eens kale aardappel.
(f) In het Frans heet de boshyacint Endymion penche, het plantje symboliseert vriendelijkheid, stipoule, van stipula: halmpje, bloeivorm.
Sommige taxonomen geven de voorkeur aan Endymion non-scriptus. Endymion was een schone jongeling die door de vrouwen nagezeten werd. De maangodin Selene liet hem door Zeus reserveren die de jongeling in een holte van de berg Latmos in Klein-Azië in eeuwige slaap zette. Daar kon Selene hem naar hartenlust bekijken zonder dat hij gevaarlijk kon worden. Als ze ‘s nachts in haar zilveren wagen rondreed stapte ze af op de berg Latmos (berg der vergetelheid) in Carie, om een kus te drukken op het gelaat van de daar, in eenzaamheid, sluimerende jongeling. Hij had van Zeus de gunst verkregen om eeuwig te mogen slapen onder het behoud van altijddurende jeugd.
Deze naam is ook niet terecht, het is meer een plant uit de bossen dan van het maanlicht.
Bluebell.
In Nederland komt dit aan de hyacint verwante bolgewas nog in het wild voor in de binnenduinen van Bergen tot Haarlem. In Engeland daarentegen staan de bossen in het voorjaar vol met deze bleubells. Ze groeien massaal in de wouden. De bluebell -agraphis nutans- was voorgesteld als een embleem van de blauwe oceaan waarover de Britten de rol speelden.
De naam bluebell komt van het Noorse blaaklokka voor Campanula rotundifolia. Bluebell was in de 16de eeuw de naam voor campanula-soorten.
Eeuwenlang had het de Engelse eikenbossen blauw gekleurd. Er is geen vermelding van Scilla voor William Turner in 1548 Ze werden crowtoes genoemd en in het noordelijke deel crawtees. Het zou een remedie tegen de beten van schorpioenen zijn.
Voor 1794 is er geen vermelding van de naam bluebell voor deze Scilla. Bij Gerard, 1597, heet het gewas Hyacinthus Anglicus, blew English hare-bells en English jacint. Hij vermeldt dat de bolachtige wortel gevuld is met een geelachtig slijm dat geschikt was om veren aan pijlen te lijmen of boeken. Het gaf het beste zetmeel na die van Arum.
Shakespeare heeft Gerards boek wel gelezen, we lezen de azured hare-bell in Cymbeline (iv ii 222) die als haar aderen zijn, de eglantine die niet zoeter is dan haar adem etc. ‘..thou shalt not lack
The flower that’s like thy face, pale primrose, nor
The azured harebell, like thy veins,’
De bluebelle begint zich dan te vestigen in de Engelse geest. In 1794 komt ze pas echt voor in Martyn ‘s editie van Rousseau ‘s botanie.
In Engeland is de bluebell de bloem van St. Georg, een feestdag dat traditioneel gehouden wordt als de bloemen bloeien op 23 april:
‘On St. Georg’s Day, when blue is worn
The blue harebells the fields adorn.’
In de 19de eeuw noemt Keats vaak de shaded Hyacinth, de ‘sapphire queeen of the midway, of bluebells being like the blue sky breaking up through the earth.’
Azuur blauw is het diepe blauw van de hemel. Personen van grote heerlijkheid en oprechtheid worden soms beschreven als true-blue.
Symbolen.
De wilde hyacinten of grasklokjes buigen hun bloemen allemaal naar 1 richting. Symbool van constantheid.
Scilla blauw, symbool van vergeef en vergeet.
De boshyacint symboliseert vriendelijkheid.
De witte, zoete onschuld.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De wortel van de hyacint, zegt Dioscorides, met witte wijn vermengt en op het geslacht van de jonge kinderen gelegd belet dat ze niet ruig worden of haar krijgen aan hun lichaam, dezelfde wortel laat de kamergang ophouden en maakt de buik hard, met drank ingenomen laat plassen en helpt diegene die van de Phalangium of vergiftige spinnen gestoken of gebeten zijn.
De wortel van gewone hyacint met witte wijn gemengd en opgelegd belet de baard voort te komen.’
Liefde.
Vele oude Engelse namen suggereren een vriendschap met Orchis maculata, ze groeien meestal naast elkaar. De laatste vooral suggereert bevruchting en seksuele kracht. Op de tapijten van een eenhoorn te Cloisters, New York, mogelijk gemaakt tijdens het huwelijk van Francis I van Frankrijk in 1514, staat de eenhoorn gebonden aan de granaat van vruchtbaarheid en is omgeven door seksplanten als Viola odorata, Vinca minor, Arum maculatum, Polygonum bistorta en Orchis maculata, met de bluebell daar onmiddellijk naast.
Uit Redoute.
Hyacinthoides italica (L.) Rothm. (uit Italië) (Scilla italica, L. Scilla litardierei Breistr (Franse botanist Rene Verriet de Litardiere, 1888-1957)
De 3-6 bladeren zijn lijn/lancetvormig en scherp gekield, 8-12mm breed, aan beide kanten spits..
Tros met 10-30 bloemen, bloemsteeltjes van 1cm lang en schuin opstaand, 1 zeer klein en driehoekig schutblad, klokvormige bloemen zijn amethist/blauw, bloemdekslippen 4-6mm lang en 2mm breed, de buitenste spits en de binnenste met gootvormig top in mei/juni.
De 2 schutblaadjes zijn lijnvormig en ongelijk van lengte, bloemsteeltjes schuin opgaand, klokvormige, bleekblauwe en wat geurende bloempjes met stompe bloemdekblaadjes van 7-8mm lang en 2mm breed komen in april/mei.
Uit Italië, Dalmatië, Servië en Bosnië, wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1827 en werd in 1827 uit Dalmatië in Engeland ingevoerd. Wordt 15-30cm hoog.
Naam.
Italiaanse klokjes, Italienische Blaustern, Franse lis jacinthe, Italian bluebell.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl