Orthilia

Pyrolaceae, wintergroenfamilie, nu Ericaceae.

Uit G. Oeder.

=Orthilia secunda (L.) House (Pyrola secunda, L. )(naar een zijde gekeerd) Kort gesteelde bladeren zijn eivormig en tot 3.5cm lang, tot 2cm breed, spits en fijn gekarteld/gezaagd, glanzend groen.

Liggende tot opstijgende stengels zijn bruin en onderaan half houtachtig.

Trossen tot 30bloemig met naar 1 zijde gerichte bloempjes van 5mm lang die groenachtig zijn met driehoekige/eivormige, toegespitste kelkslippen met gewimperde randen in juni/juli.

Uit Europa, Siberië, Japan en N. Amerika, wordt 8-15cm hoog.

Naam, etymologie.

Orthilia, Grieks voor rechte spiraal, naar de rangschikking van de bloemen.

Eenzijdig wintergroen, notched leaved winter green, one sided wintergreen, Duits Birngrun, Nickendes Wintergrun of Einseitswendiges Wintergrun.

Planten.

Ze groeien van naturen in tamelijk arme zandige grond en veengrond.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl